Hoofdstuk 3

13 2 0
                                    

Het plaatje boven dit hoofdstuk is hoe Nachtwaker eruit ziet. 

Door de adrenaline en de angst gutste door Helderpoots aderen en het lukte haar om nog sneller te rennen. Ze verlangde naar het gras onder haar poten en de bomen boven haar hoofd, maar onder haar was niets dan afbrokkelende modder terwijl haar paniekerige pootstappen een hol geluid maakten. Helderpoot maakte een noodstop toen de grond voor haar poten ook af begon te brokkelen. SterrenClan Nee! Helderpoot kneep haar ogen dicht en maakte een sprong met alle energie die de paniek aan haar moeie poten had gegeven. Ze voelde vaste grond onder haar poten en waagde het om haar ogen open te doen en diep te zuchten van opluchting. Maar helaas had ze te vroeg gejuicht.                                                                                                                                      

De grond onder haar achterpoten bleek nog afbrokkelende modder te zijn en viel weg waardoor Helderpoot naar achteren gleed. Helderpoot probeerde haar klauwen in de bevroren aarde te slaan maar die was nog te hard. Nachtwaker schoot razendsnel naar voren, zette zijn tanden in haar nekvel en trok haar naar de veiligheid van het bos. "Heb je ergens pijn?" Vroeg hij bezorgd. "Volgens mij alleen maar moe." Antwoordde Helderpoot. "We moeten nog maar heel even door, daarna mag je een stukje verse prooi uitzoeken voor jezelf." Zij Nachtwaker. Dit keer wandelden ze op een langzaam tempo door het bos en Nachtwaker was naast Helderpoot blijven lopen zodat ze op zijn schouder kon leunen. 

Toen ze aankwamen in het kamp trippelde Naaldklauw meteen naar Hagelsters hol om te rapporteren, Nachtwaker en Munthart gingen met hem mee. Helderpoot keek met een wazige blik naar de miezerig kleine hoop verse prooi, eigenlijk voelde ze zich veel te moe om te eten, maar ze besloot dat ze dat wel nodig had. Dus slofte Helderpoot naar de hoop en pakte er een klein waterratje van af, die droeg ze naar een kluit varens waar de leerlingen aten. Zelfs het eten ging langzaam, na haar waterrat slofte Helderpoot naar het leerlingenhol waar de grijze felle lucht veel licht in wierp. Het was waarschijnlijk nog niet eens zonhoog, en Helderpoot wilde nu al niks anders doen dan in haar nest neerploffen en een maan lang slapen. Maar helaas werd dat haar nu even niet gegund. Hagelster had net een vergadering bijeengeroepen. "Katten van de BliksemClan, ik krijg net een rapport binnen van Naaldklauws patrouille." Begon hij. "De modder die het ravijn had bedekt is afgebrokkeld toen ze erop liepen en Helderpoot is bijna naar beneden gevallen." Zij hij. "Arm kleintje." Miauwde Appelvacht. "Gaat het?" Vroeg Dauwpoot bezorgd. "Ik wil alleen maar slapen, ik ben kapot." Miauwde Helderpoot. Haar moeder en vader wierpen geschrokken blikken op hun jong, aan het inspecteren of ze misschien ook maar een klein schrammetje op haar lichaam konden ontdekken. "Ik wil dat iedereen goed oppast waar hij zijn poten neerzet, het kan zijn dat er nog stukken van het ravijn onder de modder zitten en ik wil niet nog meer katten verliezen." Zij Hagelster. "Dat was het." Zij hij en sprong weer van zijn omgevallen boom af. De boom zou generaties geleden zijn omgevallen en onder zijn wortels hadden ze een grot ontdekt, dat was het hol van de leider geworden. De wortels beschermden het hol tegen kou, sneeuw en wind. Al kon er soms water naar binnen sijpelen en dat vormde dan een poel in het midden van de grot, ze haalden wel eens water uit die poel als het niet veilig, te koud of te heet was om naar andere poelen in het territorium te reizen. 

"Je ziet er doodmoe uit, ga rusten, of wil je eerst naar Wenspoel, om je te laten controleren op verwondingen?" Vroeg haar vader, eikenhart bezorgd. "Volgens mij ben ik niet gewond, maar ik wil alleen nog maar heel lang slapen." Zij Helderpoot. Brieshart, haar moeder, gaf haar nog een liefkozende lik over haar oor. "Zoete dromen." Miauwde ze. Ze drukte zich tegen haar dochter aan en hun grijze vachten smolten samen. Helderpoot was dan ook een kleine kopie van haar moeder. Alleen was haar eigen vacht iets langer dan die van haar moeder en waren haar ogen bleekgroen in plaats van bruin. "Welterusten." Miauwde ze naar haar ouders. "Ik zal zeggen dat ze je niet wakker mogen maken." Zij Eikenhart. "Bedankt" Miauwde Helderpoot en slofte weer terug naar haar nest. Ze plofte neer en sloot haar ogen. Meteen kwam de slaap over haar heen als een zachte donkere golf en dreef Helderpoot mee naar dromeland. 

Warrior Cats Duistere tijdenजहाँ कहानियाँ रहती हैं। अभी खोजें