Hoofdstuk 8

11 2 5
                                    

Plaatje bovenaan is Roos/Roospoot van de zwerfkatten, helaas moet je de paarse ogen er even bij bedenken.

"Adderpoot! Adderpoot!" Siste Appelvacht voor de ingang van het leerlingenhol. "Wakker worden slaapkop! Dageraadpatrouille." Siste hij weer. Adderpoot opende zijn ogen, rekte zich uit en trippelde snel over de open plek naar de struikentunnel. Daar stonden Dauwpoot en Eikenhart ook al klaar. "Heb je erge honger?" Vroeg Eikenhart. Adderpoot wierp een blik op de hoop verse prooi, die was bijna leeg. Hij had zeker wel honger, maar niet meer dan alle andere katten in de Clan en anderen hadden het harder nodig dan hij. Hij schudde van nee. Hij realiseerde zich, dat nog niet zo lang geleden hij wel wat zou hebben gepakt. De gewoonten van een Clan waren in enkele dagen al zo vertrouwd en gewoon geworden waren. "Nou kom je nog, of ben je alweer in slaap gevallen?" Vroeg Dauwpoot. Adderpoot bromde en strippelde achter de patrouille aan. De rest van de tocht was het vrij stil. Ze slopen langs de NachtClangrens, stiekem hoopte hij dat er geen NachtClanpatrouilles langskwamen. Hij was eigenlijk wel een beetje bang voor ze, maar dat zou hij nooit hardop toegeven, ze zouden hem vierkant uitlachen. Dat wist hij wel zeker. Adderpoot hoorde geritsel bij bosjes aan de andere kant van de grens, hij bad tot de SterrenClan dat het geen NachtClanpatrouille was. Maar helaas, het was een patrouille van drie katten, hij was nog nooit naar de grote vergadering geweest, dus hij herkende ze niet. Een van hen stapte naar voren. "Jullie staan wel erg dicht bij de grens denk je niet?" Siste hij. Adderpoot snoof. Hij stond zelf vrijwel over de grens heen gebogen. "Insgelijks, Scheurklauw." Siste Eikenhart terug. "Hou je mond katje, of wou je nog meer territorium verliezen." Dreigde hij. Adderpoot siste geërgerd had op het moment graag zijn klauwen over Scheurklauw's gezicht gehaald, maar hij beheerste zich. De clan was op het moment erg zwak, zelfs met de komst van de zwerfkatten. "Hoe durven jullie de krijgscode zo te overtreden!" Blies Eikenhart woedend. "Wat heb je aan de krijgscode als je macht hebt." Zij een leerling bij de patrouille. "Precies, goed gezegd Sparpoot." Complimenteerde Scheurklauw hem. "En zo te zien hebben jullie ook een nieuwe leerling bij je, een nogal ondermaats exemplaar vind je niet?" Zij een andere poes honend. "Moet jij zeggen Vlekpels." Siste Appelvacht. "Jij bent zelf niet veel groter dan een leerling." Hoonde hij. De poes die Vlekpels heette siste woedend en sloeg haar klauwen uit. De haren van de BliksemClankatten gingen recht omhoog staan en ze sisten net zo woedend naar de NachtClanpatrouille. De NachtClanleerling; Sparpoot sprong naar voren en landde boven op Dauwpoot, meteen vlogen de andere katten elkaar ook aan. Adderpoot wilde Dauwpoot eigenlijk gaan helpen, maar helaas had Sparpoot de fout gemaakt dat ze al bijna krijger was en hoe kort haar poten ook waren, ze drukte de bruine kater met gemak tegen de grond. Eikenhart maakte al snel korte metten met Vlekpels, maar Appelvacht werd teruggedrongen door Scheurklauw. Hij was bijna twee keer zo groot als zijn mentor. Adderpoot dook sissend van woede naar zijn mentor toe. Hij beet hard in Scheurklauws staart, de enorme kater draaide zich om en Adderpoot was even van zijn stuk gebracht. De kater torende hoog boven hem uit, hij haalde uit met zijn klauwen. Adderpoot zag dat ze gescheurd waren, het leek wel of hij en extra paar klauwen had. 'Dus daarom heet hij Scheurklauw!' dacht Adderpoot. Maar Appelvacht had zijn klauwen al in zijn flanken geslagen en trok de kater naar achteren. Adderpoot haalde zijn klauwen over zijn oor waarna de kater zich terugtrok. Vlekpels en Sparpoot waren ook al met hun staart tussen hun poten gevlucht. Scheurklauw draaide zich nog een keer woedend om. "We laten jullie slappe idioten nu wel gaan, maar dit zal gevolgen hebben!" Riep hij woedend, daarna vluchtte hij zijn Clangenoten achterna verder het Nachtterritorium in. 

Eikenhart zuchtte diep. "Zo te zien hebben we ons nog meer problemen op de hals gehaald."Zij hij. "Kom, laten we verder gaan met de patrouille, ik zou het best iets voor de NachtClan vinden om ons hier af te leiden en verderop onze prooi te stelen." Miauwde Appelvacht. "Precies, laten we dat doen." Stemde Eikenhart in. Eikenhart ging weer voorop en leidde de patrouille langs de rest van de NachtClangrens. De rest van de grens bleek rustig te zijn en er waren geen NachtClangeuren binnen hun territorium te vinden, wat boven verwachting goed was. 

"Heeft een van jullie nog wonden, zo ja ga dan meteen naar Wenspoel, ontstoken wonden is wel het laatste wat we kunnen gebruiken." Commandeerde Eikenhart. "Ook als je geen wonden hebt, ga dan toch maar langs Wenspoel." Voegde hij eraan toe. Eikenhart ging als eerste naar Hagelsters hol en de rest van de patrouille trippelde rustig naar Wenspoels hol. "Wat komen jullie hier doen?" Vroeg de witte poes verbaast toen de patrouille haar hol kwam binnenstappen. "We hebben een aanvaring gehad met een NachtClanpatrouille, wil je ons nog even nakijken?" Vroeg Appelvacht. "Natuurlijk." Zij Wenspoel. "Haaspoot, kijk jij Dauwpoot maar even na." Miauwde ze daarna. Haaspoot kwam uit het hol met een dot spinnenwebben aan zijn poot. "Ze heeft een paar krabben op haar flank en schouders." Meldde Haaspoot. "En wat gaan we daaraan doen?" Vroeg Wenspoel. "Spinnenwebben tegen het bloeden, papaverzaden als het pijn gaat doen en als het ontsteken klitwortel of goudsbloem." Antwoordde Haaspoot kundig. Adderpoot stond ervan te kijken, wanneer had hij zoveel van kruiden geleerd. "Dat klopt, heel goed, maar je moet de krabben eerst ook nog schoonmaken, begin daar maar mee." Miauwde Wenspoel. Haaspoot haalde voorzichtig wat nat mos over de wonden, depte ze droog en drukte de spinnenwebben zachtjes ertegenaan tot het niet meer bloedde. "Je lijkt niet ernstig gewond, al moet je even uitkijken met die snee achter je schouder, hij is niet zo erg maar hij zit net op zo'n rotplek waar je hem snel weer openhaalt." Miauwde Wenspoel tegen Adderpoot. "Voor de rest gaat het prima met je, je kunt gaan." Miauwde Wenspoel. 

Adderpoot trippelde het medicijnhol weer uit en liep naar het leerlingenhol waar Helderpoot met Vuurpoot en Vispoot zat te kletsen. "En, hoe was je eerste gevecht?" Vroeg ze toen ze hem zag. "Oké denk ik." Miauwde Adderpoot aarzelend, hij ad het echt heel eng gevonden, maar wilde dat eigenlijk niet zeggen. "Ik ben blij dat je niet ernstig gewond bent." Snorde ze. Ineens voelde Adderpoot zich vreemd, het voelde alsof er een vuurtje brandde onder zijn vacht en zijn vacht tintelde. Hij wist niet wat hij hieraan moest doen. "Eh, ja, eh, ik ook." Stamelde hij. 'Waarom doe ik ineens zo raar?'  Dacht hij. "Kom je erbij zitten?"Vroeg Helderpoot. Adderpoot knikte en ging naast Vispoot zitten, maar hij kon het niet helpen dat hij de hele tijd, minstens vanuit zijn ooghoek naar Helderpoot zat te kijken. 'Wat is er toch met mij?'  Dacht hij.  

Warrior Cats Duistere tijdenWhere stories live. Discover now