12: the drive

67 2 0
                                    

Ik moest enkele uren wachten tot ik een gele ferarri voor mijn neus zag stoppen. Elias stapte uit en het kostte hem niet veel moeite om mij te vinden, zelfs al was het compleet donker, op af en toe doorschijnend licht van een bijna volle maan na.

'Elias!' riep ik, waarna ik naar hem toe liep en mijn armen én benen rond hem sloeg. Gelukkig maar dat hij goede reflexen had, want hij sloeg zijn armen snel zodanig dat ik niet zou vallen.

'Alessia.'

'Au!' riep ik. Hij keek me onbegrijpend aan. 'Ribben.' piepte ik. Hij leek het te snappen en loste zijn grip een beetje.

Ik deed dat niet en verstevigde zo mogelijk mijn grip nog wat harder rond zijn nek. Het verbaasde me dat ik hem niet wurgde.

Hij wist op een bepaalde manier toch in zijn auto te raken.

'Oké, Alessia, je zult me toch echt moeten loslaten.' mompelde hij. Ik bewoog niet, net alsof mijn spieren niet wouden meewerken. Hij zuchtte en wist met veel moeite mij een beetje te herschikken, zodat ik hem niet te veel zou hinderen tijdens het rijden.

'Probeer maar wat te slapen, we moeten iets langer rijden als we niet willen dat de politie ons aan de kant zet.' Ik leunde met mijn hoofd tegen zijn schouder en de combinatie van vermoeidheid, honger en het veilige gevoel dat ik kreeg van dichtbij hem zijn, zorgde ervoor dat ik langzaam wegdoezelde.

Om nog harder gillend dan anders wakker te worden.

'How.. rustig aan, Alessia!' Elias was duidelijk geschrokken van mijn opeense reactie, en miste op een haartje na een auto.

Hij wist volgens mij niet helemaal hoe hij moest reageren, want zijn hand zweefde ergens tussen het stuur en mij. Ik maakte het voor hem uit toen ik zijn shirt vastnam en mijn hoofd erin duwde.

Hij legde zijn arm voorzichtig rond mij heen en wreef troostend over mijn rug tot we de eerste de beste parking tegenkwamen.

Hij legde de auto stil en haalde me zo uit mijn trance.

'Waar zijn we?' vroeg ik met een klein stemmetje.

'Op een parking.' Hij deed de deur van de ferarri een stukje open waardoor er wat frisse lucht binnen kon komen. 'Ik denk dat je wel zou moeten eten en iets drinken. Je ziet er uitgehongerd uit. Heb je honger?'

'Een beetje.' bekende ik.

Hij keek me aan en trok -nog altijd zittend- zijn hoodie uit. Ik keek er onbegrijpend naar toen hij het uitstak.

'Je kleren zijn compleet naar de vaantjes, Alessia. En ik denk dat je wel weet dat ik een beetje jaloers kan worden.' Ik trok zo goed en kwaad als ik kon de donkerblauwe hoodie aan, en Elias hielp een beetje met het goed te schikken.

'Hmm.. het is nog niet helemaal goed.' mompelde hij. 'Mag ik?' Hij bukte voor mij en keek even naar mijn broek, waarna hij snel de broekspijpen afscheurde tot het nog maar een short was.

'Hey! Dat was mijn favoriete broek!' riep ik uit, maar toen viel ik om in een opeense opstoot van duizeligheid.

'Wow!' Elias ving me net op. 'Alles goed?' Hij gaf zichzelf al antwoord, er waarschijnlijk op rekenend dat ik hem niet verstond. 'Natuurlijk is het niet goed met haar, idioot. Ze is weer ontvoerd geweest.'

Hij gooide de restanten van mijn broek terug te auto in met een vrije hand, duwde het portier toe en deed het op slot, waarna hij voorzichtig naar voren leunde en mijn benen onder me uit sloeg. Nu hing ik in bruiddstyle in zijn armen.

'Hey!' protesteerde ik zwakjes.

'Less, anders val je letterlijk om.' zei hij. Ik zuchtte, maar gaf toch in. Het gaf me toch een excuus om mijn gezicht tegen zijn schouder te verstoppen.


'Goed, wat denk je, fruitsalade met of zonder ontbijtgranen?' Hij keek me even aan. 'Zeer zeker zonder.' mompelde hij na een blik op mijn gezicht. Hij nam een beker en zette die bij in het karretje. Zo ging het ook door: bij de ontbijtkoeken en het drinken, wat gewoon water werd. Hoe hij het gedaan had wist ik niet goed, maar hij rekende af zonder mij neer te zetten en liep met ons kleine voorraadje naar de auto.

'Hoe laat is het?' vroeg ik, toen hij me voorzichtig neerzette in de passagierszetel.

'Kwart voor 4.' Hij leunde over me heen om mijn riem vast te maken en liep dan snel rond de auto om in de bestuurdersstoel te gaan zitten.

'Wat wil jij?' Hij liet me iets uit de grote zak pakken: ik ging voor één van de 2 bekers fruitsalade.

'Wil je je trui niet terug?'

'Alessia, jij staat op het punt van flauwvallen. Ik denk dat jij de trui meer nodig hebt dan ik.' zei hij, terwijl hij een stukje fruit uit de beker nam, wachtend tot ik mijn mond leeg had.

'Je weet, je moet mij niet voeren.' zei ik.

'Nee, maar ik doe het graag.' zei hij. Ik zuchtte, maar deed toch mijn mond open. Elias glimlachte en dook even richting de zak tussen mijn benen, om er een croissant uit te halen.

'Welke dag is het eigenlijk?' vroeg ik.

'Je bent 12 dagen weggeweest.'

Ik maakte snel de som. '20 februari?!' riep ik. Hij knikte langzaam. Ik sloot mijn ogen even. Nog eens 12 dagen verloren.

'Kan je zorgen dat we snel thuis zijn?' fluisterde ik.

'Natuurlijk.' zei hij even zacht, waarna hij het laatste stukje croissant in zijn mond schoof, de sleutel in het contact omdraaide, mijn hand vastnam en dan zo snel mogelijk vertrok.

Het was al terug aan het schemeren toen we eindelijk in Milworth aankwamen. Elias maakte mij wakker -ik was het laatste uurtje weer in slaap gesukkeld- en hielp me uit de auto. Deze keer kon ik wel blijven staan. Hij nam snel het voedsel bij elkaar en liep naast mij de garage uit, recht naar de keuken.

Levi stond achter het fornuis eieren te maken en was duidelijk ook blij mij terug te zien. Elias wou me op de stoel neerzetten toen de geur me raakte.

Zo snel als ik kon rende ik naar de gootsteen, waar een deel van het voedsel dat ik in de auto gegeten had er weer uit kwam.

'Wow. Rustig.' Iemand nam mijn heupen vast en even verstijfde ik, toen begon ik te trillen en toen volgde trapte ik opeens.

Alec stond voorover gebogen, zijn handen rond zijn noten. Ik sloeg mijn handen over mijn mond.

'Sorry Alec!' riep ik.

'Geeft.. niet..' bracht hij uit. Elias was iets voorzichtiger toen hij me naar de stoel begeleidde.

'Alessia, wat is dat?' vroeg hij. Ik keek naar wat hij bedoelde, en mijn mond viel open. Dus zo hadden ze me kunnen vinden!

'Zender.' siste ik.

BrokenDove le storie prendono vita. Scoprilo ora