20: my keys!

52 1 0
                                    

'Huh? Waarom stoppen we?' vroeg ik verbaasd, Elias aankijkend. 

'Volg mij maar gewoon even.' zei hij. Ik fronste, maar beklom toch de heuvel met hem. 

'Dus, wat nu?' De sneeuw viel nog altijd uit de lucht en ik moest mezelf tegenhouden om geen sneeuwbal in zijn richting te gooien. 

'Nu dit.' Hij gaf me een zetje waardoor ik van de berg af begon te rollen. 

'Elias!' riep ik lachend. Hij lachte ook en rolde me achterna. 

'Elias! Dat was niet grappig.' zei ik, zogezegd boos. Ik kon niet boos op hem blijven, niet als hij er zo schattig uitzag met al die sneeuw rond hem. Zelfs al zat hij bovenop mij en hield hij me zo tegen de grond aan gedrukt. 

'Vergiffenis, alsjeblieft?' pruilde hij. Ik gromde wat onverstaanbaar. Ik had hem al lang vergeven, dit was best leuk geweest, maar dat wist hij niet. 'Alsjeblieeeeft?' 

'Oké dan.' zuchtte ik. 

'Je bent een schat.' Hij drukte zijn lippen zacht op de mijne en dat was wanneer onze tienerhormonen -of misschien kwam het doordat we mates zijn- het overnamen. Uiteindelijk moesten we beiden naar adem happen. 

'Misschien moeten we maar terug naar boven.' zei ik. 

'Misschien.' zei hij. 'Misschien ook niet.' hij haalde zijn schouders op. 

'De anderen gaan zich zorgen maken.' zei ik. 

'Laat ze zich zorgen maken.' mompelde hij. 

'Elias Adams, dat is niet aardig.' 

'Wie zei dat ik dat was?' Ik rolde met mijn ogen en wurmde me onder hem uit. 

'Waar ga je heen?' riep hij me achterna toen ik al een tiental meter verder was. 

'Ik rij naar huis.' 

'En hoe wil je dat doen zonder sleutel.' Ik grimaste, blij dat hij mijn gezicht niet kon zien. Allereerst kon ik makkelijk zat een auto stelen, ten tweede, ik had zijn sleutel uit zijn broekzak genomen toen we onder de boom lagen te kussen. 

Ik haalde de sleutel uit mijn jaszak en stak hem in de lucht. Ik hoorde Elias naar zijn broekzakken gaan en vloeken. Hij maakte het wel heel moeilijk om niet over de grond te gaan rollen van het lachen hè. 

Hij kwam naar me toe gerend. 'Autosleutel alsjeblieft?' Ik keek snel rond ons. Gelukkig, geen mensen om dat te zien. 

'Sure. Vang.'

'Bitch.' mompelde hij, waarna hij begon te rennen, om de sleutel nog net te kunnen vangen voor hij de grond raakte. Ik rende hem maar snel achterna om naast hem te gaan lopen. Hij sloeg zijn arm om me heen en wist me op één of andere rare manier op zijn rug te krijgen. 

'Hou je vast.' Ik klemde mijn armen rond zijn schouders want ik durfde te wedden dat hij zo ging rennen. Dat deed hij ook en we bereikten de auto in een recordtijd. Nog met mij op zijn rug liep hij naar de deur aan de passagierskant en deed die open.

'Stapt u maar in, mooie dame.'

Ik lachte en gleed voorzichtig van zijn rug af. 

'Ik moet nog één ding gaan halen.' zei terwijl hij de auto startte. Ik fronste, zeker toen hij me vroeg om in de auto te blijven zitten en uitstapte. Ik ging hem toch niet achterna. 

Na een kwartier kwam hij terug met een geheimzinnige doos in zijn handen. 

'Mag ik nu weten wat dat is?' vroeg ik. 

'Nog niet. Geduld.' Hij reed -net als ik wel eens deed- te snel en nam de doos mee het huis in. 

'Jongens! Ik heb alles mee!' Vrijwel meteen stonden Rachel en Amber, Levi, Tobias en Alec er. Wel, technisch gezien stonden die eerste 3 er snel en de andere 2 deden er iets langer over. Ah ja. Amber wist niets over wat wij waren. 

Elias deed de doos open en ik zag er een thermosfles en een hele hoop aan fruit in chocolade in staan. Natuurlijk. Waarom had ik daar niet aan gedacht? 

'Aardbei?' vroeg Elias lachend aan mij.

'Jep.' Hij gaf me een stokje en een iets beleefdere zoen op de wang. 'Ga maar met je vriendin praten, ze begint zich vragen te stellen.' Ik gaf een minuscuul knikje en ging met mijn fruit op weg naar Amber en Rachel. 

'Nog altijd met Adams. Hij houdt het lang vol.' zei Amber. 

'Heel grappig, Am. Kun je stoppen met Elias beledigen? Ik ben oud en wijs genoeg om zelf uit te maken wie een goed vriendje voor mij is en wie niet.' 

Amber besloot het gesprek de andere boeg over te gooien. 'Ik heb gezien dat je je auto hebt opgehaald?' 

'Jep.'

'Dus de garage..'

'Ik denk dat we die makkelijk kunnen verkopen. Met het circuit ernaast.. ik ben er zeker van dat er genoeg coureurs zijn die hem wel zouden willen.'

'Ja, het is niet dat we vroeger al meerdere aanbiedingen gekregen hadden.' grinnikte Amber. Ik lachte zelf ook even mee. 

'Geïnteresseerden genoeg dus, we vinden wel iemand.' Ze knikte. 

'Dus, nog problemen met wiskunde?' vroeg Amber.

'Ik ben er eindelijk doorgeworsteld geraakt, en ik denk dat ik het goed genoeg snap.' Ik zuchtte en keek Rachel aan. 'Op naar biologie.' Rachel gaf me een troostend klopje op mijn schouder. 

'Je bent slim genoeg, je haalt het vast wel.' 

'Ik hoop het. Ik ga echt niet nog een jaar daar mijn broek verslijten.'

'Je kunt altijd zo het beest uithangen dat ze gewoon van je af willen..' stelde Amber voor. 

'Gezien ik met jullie omga denk ik dat ik al wel een grotere kans heb.' Ik grinnikte toen ik terugdacht aan de reactie van de administratrice toen ik me inschreef. 

'Goed punt.' 

'Hebben jullie dat boekverslag van Engels al af?' vroeg Rachel een beetje later. 

'Deze voormiddag met Elias gedaan.' zei ik. 

'Gister begonnen met lezen.' Amber zuchtte. 'Dat krijg ik nooit af.'

'Had op tijd begonnen, Am.' ze hield echt niet van lezen, de stakker. Op dit ogenblik had ik 3 boekbesprekingen erop staan: 1 voor Engels, 1 voor Duits en 1 voor Italiaans. Gelukkig dat ik wél graag in de zetel kroop met een goed boek en -sinds kort- met Elias. 

'Begin niet, Al.' bromde ze. Ik lachte en gaf haar een troostend klopje op haar schouder. 

'Als je blijft zitten ben je misschien niet de enige.' Ze gaf me een boze blik als antwoord, die mij nog harder deed lachen. 

BrokenWhere stories live. Discover now