6

13.3K 802 39
                                    

Hoofdstuk 6 • Megan

"Wat doen we nu?" fluister ik "Ik weet het niet" zegt hij eerlijk.
Hij slaat zijn armen om me heen en fluisterd "Het komt wel goed" in mijn oor. 

Het is inmiddels rond twee uur in de middag, dat betekent dat we nu al minstens drie uur lang onder deze tafel zitten. De gedaante die ons achtervolgde heeft niets meer van zich laten horen, maar we zijn nog steeds allebei doodsbang. Het is best donker in de bibliotheek, omdat we helemaal ingesneeuwd zijn en de stroom het nogsteeds niet doet. Dat maakt alles natuurlijk nog veel enger. Austin is ineens niet meer zo "stoer" en ik heb overal kippenvel.

Langzaam staat Austin op en laat mijn hand los, hij verschuilt zich achter een boekenkast. Hij gluurt naar het raampje naast de uitgang. "Wat zie je?" fluister ik "Volgensmij is, wie het ook was, weg" fluistert hij terug. Laten we dat maar hopen...

"Megan, zal ik naar beneden gaan?" Ik kijk hem vragend aan "Hoezo?" "Nou we hebben ons improvisatie-bed, het eten en jouw t-shirt daar liggen." Het klinkt logisch wat hij zegt, maar misschien is dat wel wat de gedaante wil. "Laten we gewoon nog even hier blijven. Je weet niet of die persoon nog terug komt, je weet niet wat hij van plan is." zeg ik. Maar Austin heeft duidelijk geen zin om te wachten "We kunnen hier niet doen en als de gast die ons achterna zit ons had willen vermoorden had hij dat al lang gedaan.

Ik denk niet dat het kwaad kan om even snel naar beneden te gaan" zegt Austin. Ik voel oppeens een scherpe steek in mijn buik, zou het een voorgevoel zijn. Neh, vast gewoon honger. "Oké dan" stem ik in "maar ik ga wel mee, dan zijn we sneller" We kijken snel door het raampje of hij echt weg is en dan open ik de deur. "Ik doe de deur voor de zekerheid op slot" zeg ik en we lopen naar beneden. 

"Ik haal wel eten, regel jij je t-shirt en het bed?" roept Austin naar me, typisch iets voor hem om het eten te regelen, dat wordt alleen maar chips. "Is goed!" roep ik terug. Ik loop de gang door, weer die steek in mijn buik. In een grote plastic zak verzamel ik alle spullen die we voor het bed hebben gebruikt. Hoor ik iets van geritsel? Of lijkt het maar zo? Waar is Austin Ryder als je hem nodig hebt. Oké blijf rustig, er is niets aan de hand. Ik loop richting de toiletten. Waar is mijn t-shirt gebleven? Oké, dit wordt echt steeds enger. Ik krijg het gevoel alsof er iemand naar me aan het kijken is

Ik staar naar de plek waar mijn t-shirt had moeten hangen "Austin!" roep ik "Als dit een grap is... dan.. dan is het niet grappig" mijn stem trilt. Waarom zijn we nou opgesplitst. Ik draai me om om terug te lopen, maar een hand pakt mijn arm vast. Ik probeer te gillen, maar er komt geen geluid uit mijn keel. 

Ik probeer me los te rukken, maar de persoon die me vast heeft is sterk. Ik pak de deurpost vast en probeer mezelf eraan vast te klampen. Volgensmij is het een jongen, ik ruik namelijk teveel aftershave. Ik probeer opnieuw te gillen, dit keer komt er wel geluid uit mijn keel "AUSTIN!!!"

De ontvoerder haalt een servet uit zijn zak en houdt het voor mijn mond. Ik voel me meteen slaperig worden, maar ik mag niet toegeven aan het middel, want dan kan ik het vergeten. Met mijn laatste kracht stamp ik zo hard als ik kan op de voeten van de jongen. "AAAAUW!"

Ik ruk me in een beweging los en begin te rennen, voor mijn leven. Als ik halverwege de kantine kom zie ik Austin staan. "Wat is er met je gebeurt? Waarom schreeuwde je zo?" maar ik kan zijn vragen  niet beantwoorden. Ik voel me heel erg duizelig en kan niet helder meer nadenken.

Ik grijp zijn arm vast om niet om te vallen. "Gaat het wel goed met je?" het lukt me om naar hem te knikken, maar eigenlijk gaat het niet zo goed. Het is net alsof ik onder water zit en niet kan ademen. Ik hap naar lucht, maar er komt geen lucht binnen. Ik hoor dat Austin iets tegen me zegt, maar ik kan me niet meer op zijn woorden concentreren. Ik voel dat ik opgetild word, door iemand en alles wordt zwart voor mijn ogen.

                                                                        ----
                                                                Austin pov
                                                                        ---

"Megan! Megan!" Ik probeer haar bij bewustzijn te houden, maar ze zakt steeds dieper weg. Langzaam zakt ze in elkaar. Wat is er gebeurt? Voorzichtig til ik haar op en draag ik haar terug naar de bibliotheek. Met mijn andere hand hou ik het eten en de tas waar Megan de spullen voor een "bed" in heeft gestopt. Zo te zien heeft ze haar t-shirt nog niet gepakt. Zou ze die gedaante hebben gezien? Ik pak de sleutel uit haar broekzak en open de deur. 

Megan ligt nu al een half uur op in mijn armen te "slapen". Wat moet ik doen? Ik ben geen dokter. Misschien is ze vergiftigd of heeft ze een hartaanval of is ze gewoon moe. Even kijken of haar hart nog klopt. Oké ze heeft geen hartaanval, maar wat dan? Ik bedoel ze kan toch niet flauwgevallen zijn. Ze heeft minstens vijf boterhammen in alleen de ochtend op! "Megan" fluister ik zacht "Megan!" Misschien als ik haar een beetje door elkaar schud. Waarom wordt ze nou niet wakker. 

Het is net alsof iemand naar me kijkt, maar dat kan niet, want de bibliotheek is leeg. Niemand heeft de sleutel behalve ik en Megan. Dan verschijnt er een hoofd voor het raam naast de uitgang, het is een jongen! Wie is dat? Ik ren naar de uitgang en kijk door het raam, de jongen is weg. Ik zou toch zweren dat hij hier stond. Bleek en mager met zwart haar en die ogen... zo helder groen dat het bijna licht gaf! Dat kan je toch niet zomaar verzinnen? Misschien wordt ik gek! Ik zit gewoon te lang hier op school. Zonder licht en zónder telefoon. Ik streel Megan's haar, ze ziet er zo schattig uit... Ik bedoel niet schattig. Wat gebeurt er met me?! EW!!!

Ik heb nog nooit zo lang mijn vrienden niet gewhatsapped. Zouden mensen naar me opzoek zijn? Ik heb veel "vrienden", maar ik denk niet dat ze echt om me geven. En mijn vader, nou ja, die zal me ook niet missen. Die zal misschien zelfs opgelucht zijn en hopen dat ik nooit meer terug kom, dat ik dood ben, niet meer besta, nooit heb bestaan. 

Er glipt een traan uit mijn oog, en nog een, en nog een. Al het verdriet dat ik jaren lang heb opgekropt komt ineens naar buiten. Niemand zou ooit verwachten dat ik ook emoties heb, niemand boeit het trouwens. Je bent populair en je hebt een geweldig leven, dat is wat iedereen denkt.

"Austin?" Oh, Megan is wakker, ze mag me niet zo zien. Snel veeg ik de tranen uit mijn gezicht en probeer ik een opgewekte stem op te zetten "Ja?" zeg ik. Megan gaat rechtop zitten en vraagt "Wat is er?" Ik ga naast haar zitten. "Oh, niks" zeg ik. Ik zie dat ze door wil vragen, maar ze houdt zich in.

"Heb je hem gezien?" vraag ik haar. Ze schud haar hoofd. "Nee, hij greep mijn arm, maar ik kon zijn gezicht niet zien." ze klinkt teleurgesteld. Zal ik beginnen over de jongen met het zwarte haar en de fel groene ogen? Nee, ik zal het me wel verbeeld hebben....

Hoi allemaal! Even een korte mededeling; Heel erg bedankt voor jullie lieve comments! Ik lees alle berichten en ik waardeer het heel erg dat jullie de tijd nemen om dit boek te lezen. Vandaag een extra lang verhaal om iets heel bijzonders te vieren; We zitten nu op 1000 reads! OMG!!!! Ik weet dat het voor veel mensen heel weinig is, maar dit is mijn eerste boek en ik ben er echt helemaal ondersteboven van! Bedankt!

XXX ImALittleBookworm

Locked with a BadboyWhere stories live. Discover now