Hoofdstuk 1

23 6 2
                                    

5 - 8 - 1857

'Abby, wakker worden! Je moet weer trainen vandaag, morgen heb je een dagje vrij,' hoor ik Dawid roepen. Ik open mijn ogen en zie een meneer met zijn inktzwarte ogen mij aankijken, die over mij heen gebogen staat. Zijn lange grijze haar zit in een paardenstaartje laag vast gebonden. Het is een oude meneer van rond de vijftig. Er zitten rimpels naast zijn ogen en het lijkt erop alsof hij nooit heeft geslapen. Enorme blauw-paarse kringen zitten onder zijn ogen. Het zijn wallen. Er staat een norse blik op zijn gezicht en hij gaat recht overeind staan. Hij is lang, maar erg mager. Op zijn hoofd draagt hij een cowboy hoed.

'Ook een goede morgen Dawid,' zeg ik zuchtend tegen hem. Hij neemt mij even in zich op en schudt dan met zijn hoofd.

'Opstaan!' commandeert hij streng tegen me. Ik zucht en blijf koppig liggen. 'Opstaan!'

'Bekijk het! Ik heb er geen zin meer in,' roep ik naar hem.

'Luisteren Abby Sutherland! Of ik lever je over aan de aasgieren,' zegt hij dreigend en loopt op me af. Ik slik en mijn adem stokt in mijn keel door zijn woorden. Dawid kijkt me streng en gevaarlijk aan, alsof hij me elk moment kan aanvliegen om me te verslinden. Het is het leeuw en muis spel! De leeuw Dawid jut mij op om me bang te maken en ik loop als een bang muisje piepend naar achteren. Niet echt een leuk spel.

'Het spijt me Dawid. Ik ga al luisteren naar u,' zeg ik met een piepend stemmetje. Er vormt een grijns op zijn gezicht.

'Over drie minuten beginnen we. Dan moet je omgekleed zijn en gegeten hebben,' zegt Dawid nog altijd nors. Hij is altijd nors.

'Zo kort?', vraag ik met een piep stemmetje, omdat ik weet dat als je hem tegenspreekt dat je meteen een zweep tegen je rug of wang aankrijgt.

'Niet zeiken kreng! Luisteren naar wat ik zeg.' Als hij uitgesproken is draait hij zich haastig om en loopt de kamer uit. 'De tijd is nu al in gegaan, dus ik zou maar opschieten als ik jou was!' roept hij me nog na.

Ik zucht en ril even bij het idee dat als ik niet snel ben hij me er behoorlijk aan toe takelt. Haastig loop ik naar mijn bed, waar mijn kleding ligt. Mijn witte nachtjapon die ik voor vannacht aan had, die is helemaal nat van het zweet en is geel uitgeslagen. Ik buig me naar voren en pak de onderkant van mijn nachtjapon beet, waarna ik hem optil en weer recht overeind ga staan. Met een soepele beweging trek ik hem over mijn hoofd en gooi hem op het bed. Mijn bruine haar valt over mijn gezicht in de war en met mijn handen pak ik mijn haar vast, waarna ik het naar achteren gooi. Ik pak mijn zwarte blouse en steek mijn rechterarm in de rechtermouw van de blouse, dit herhaal ik ook met mijn linkerarm die ik in de linkermouw steek. Hierna pak ik een knoopje beet en duw hem door het gaatje waar die door heen moet, dit herhaal ik totdat mijn blouse helemaal dicht is. Vervolgens pak ik mijn leren broek en ga op het bed zitten. Ik steek mijn linkerbeen er in en pak dan de lerenbroekspijp beet om omhoog te trekken, vervolgens steek ik mijn rechterbeen er in en pak de andere lerenbroekspijp beet die ik omhoog trek.
Zodra ik hem aan heb pak ik mijn riem en doe hem om. Gauw steek ik mijn armen in mijn warme vest en loop dan naar een tafeltje in de kamer, waar ik een donkerbruine cowboyhoed van af pak. Onder het tafeltje staan mijn bruine cowboylaarzen. Snel pak ik de laarzen beet en til mijn voet op, zodat ik in de laars kan stappen. Ik wend even een blik op de klok en tot mijn schrik zie ik dat ik nog maar een minuut heb om iets naar binnen te werken, dat ik gauw op moet hebben. Haastig loop ik naar de deur en verlaat de kamer, waardoor ik nu in een gang sta.

'Weetje, laat het eten maar zitten,' zeg ik zachtjes tegen mezelf en loop gauw naar de deur, die de voordeur is. Mijn rechterhand leg ik tegen de deur aan en duw de deur zachtjes open. Het is erg rustig als je het mij vraagt. Dat klopt, ik ben hier door Dawid al elf jaar opgegroeid. Hij zegt dat hij mijn vader is, maar ik heb niks dat ik van hem heb geërfd. Niet eens de haarkleur of de oogkleur! Hij weet niet eens wie mijn moeder is!

'Dawid?', vraag ik en hoop dat hij reageert, al haat ik hem enorm.

Knal!

Ik schrik van het geluid, maar ik ren zonder er bij na te denken op het geluid af. Het geluid was dichtbij en ik loop een klein stukje om het huisje. Ondanks het geluid heel kort was weet ik honderd procent zeker dat het een pistool geluid was. Ik weet niet beter, want ik word getraind door Dawid om goed met een pistool om te gaan en veilig te kunnen gebruiken.

'Het meisje!' hoor ik een onbekende stem uitroepen. Ik stop met rennen en luister naar wat er gezegd wordt. 'Zoek naar dat meisje!'

Mijn ogen vergroten zich van angst. Ik sta aan de grond genageld en staar voor me uit. Wat moet ik doen? Vluchten of vechten?

Lang de tijd heb ik niet en zie een voet tevoorschijn komen, die zich naast de muur zet. Precies voor mij! Haastig draai ik me om en begin te rennen. 'Daar, ze rent weg!' hoor ik een stem roepen en ik draai mijn hoofd een beetje om te zien wie het zijn. Het zijn twee mannen. Wat willen ze van mij?
Gauw draai ik mijn hoofd weer naar voren en zie niet ver van mij een licht bruine paard staan. Ik spring zonder na te denken op het paard en pak de teugels beet.

'Hop, vooruit! Vooruit!' roep ik naar het paard en sla met de teugels, waardoor ik de paard aanspoor. Het komt in beweging en in galop draf ik op het paard weg.

'Nee, kom terug!' roept de man, die ik net nog achter het muur vandaan zag komen stappen. Ik stop niet en rijd naar het bos, waarin ik verdwijn. Zonder een idee te hebben waar ik heen ga, verdwijn ik van de plek.

Abby SutherlandOnde histórias criam vida. Descubra agora