Hoofdstuk 3

825 38 16
                                    

Matthyas POV

We stappen, met de hele groep, de eerste leuke club binnen die ze kunnen vinden. 'Hier is het altijd feest' hoor ik een van de jongens zeggen. Mooi, ik kan best wat 'feest' gebruiken in mijn zielige bestaan. Het feit dat ik eigenlijk echt niet van uitgaan hou vergeet ik even. Ik wil plezier maken. Milo kennende maakt hij ook genoeg 'plezier' op dit soort avonden, en ik wil niet de trieste achterblijver zijn terwijl hij allang door is gegaan met zijn leven. Ik sta even stil. Fuck. Wat als ik Milo hier tegen kom? De zenuwen springen gelijk terug mijn lijf in. De kans in deze stad is misschien niet groot, maar zeker niet 0. Ik draai me om naar Robbie. 'Rob, wat als ik hem tegen kom' half in paniek pak ik zijn schouders vast. Even kijkt Robbie me vreemd aan. Dan haalt hij zijn schouders op. 'Zuipen, ben je het morgen vergeten' zegt hij en hij geeft me een biertje aan. Verbluft blijf ik staan met het biertje in mijn hand. Er gaan teveel gedachten door mijn hoofd om nog in oplossingen te denken. 'Mat, kom nou, hij is hier nu toch niet' Robbie trekt me mee verder de club in. De beat trilt door mijn oren heen en elke patiënt met gehoor problemen, überhaupt elk mens, zou ik vooral aanraden om deze plekken te vermijden, of dan tenminste oordopjes te dragen. Nog een reden waarom ik hier nooit kom. Behalve plezier is hier niets goeds te vinden. Niet voor je gezondheid in ieder geval. Ik kan het ook niet aanzien hoe sommige mensen maar drank naar binnen blijven gooien, terwijl ze de ene sigaret na de andere opsteken. Een beschadiging van je lichaam. Een biertje, een paar shotjes, moet een keer kunnen. Maar er zijn mensen die hier elke dag staan...

Robbie kijkt me aan en gooit zijn ene arm in de lucht mee op de beat terwijl hij de hand waar hij zijn biertje in heeft ook hoger houdt zodat er tenminste niemand tegen aan botst. Ik beweeg een beetje mee op de muziek terwijl ik een slok neem van mijn biertje.

Wanneer ik me omdraai zie iemand. Iemand die me bekend voor komt. Al staat hij met zijn rug richting mij, ik weet dat hij het is. Ik herken hem uit duizenden. Zijn postuur, zijn haar, zijn nek, de kleding die hij draagt. Alles wijst er op dat hij het is. Datgene waar ik net nog bang voor was, blijkt echt zo te zijn. Bij de eerste fucking club van de hele avond staat hij. Versteend blijf ik staan terwijl ik tegen de tranen vecht. Ik blijf kijken, tot ik naast hem nog iemand zie. Een andere jongen. Milo kijkt op naar hem. Ze lachen naar elkaar terwijl ze samen dansen op de muziek. Nee, nee laat dit alsjeblieft niet waar zijn. Laat dit alsjeblieft een nachtmerrie zijn. Hij lijkt nergens moeite mee te hebben, terwijl ik 3 meter van hem af kapot ga. Ik ben zo bang dat hij mij is vergeten. Doodstil blijf ik staan. Ik kan niet meer bewegen, alsof ik vastgelijmd zit aan de vloer. Ik ben verlamd, en hij is de reden.

Robbie komt naast me staan. 'Wat is er?' Vraagt hij. Ik zeg niks. Ik kan ook niks. Robbie draait mijn lichaam terug naar hem. 'Mat, wat is er' zegt hij nu duidelijker. 'Niks' zeg ik kortaf. 'Ik-' begin ik en ik kijk om me heen. Nog een keer achterom, waar hij nogsteeds staat. Oké, Noodgeval. Paniek modus. Wat nu? Wat doe ik? Zuipen. Robbie zei zuipen. Ik heb drank nodig. 'Drank, Ik heb drank nodig' zeg ik tegen Robbie. Hij grijnst breed. 'Maatje, dan gaan we dat toch regelen' zegt hij en hij trekt me mee richting de bar. Weg van het plaats delict. Weg van Milo.

Nog geen halve minuut later staat er een glas Bacardi Cola en een Shotje Tequilla voor me. 'Kom, tegelijk' zegt Robbie en hij pakt zijn shotje vast. Ik pak mijne ook vast en na een proost gieten we hem tegelijk achterover. 'Mogen we een krokodilletje doen?' Vraagt Robbie, nog voor ik mijn smerige shotje heb verwerkt. De barman knikt en zet een krokodil op de bar. Ik ken het wel. Je drukt tandjes in en elke keer als jouw tandje zorgt dat hij dichtklapt moet je een shotje. De barman schenkt de shotjes Royaal in en Robbie knikt naar mij. 'Toe maar' zegt hij. Ik kies een tandje en de bek klapt gelijk dicht. Ik zucht. Ik heb hier de concentratie niet eens voor en wil steeds achterom kijken. 'Twee shotjes voor jou mat' zegt Robbie die mijn gezicht terug naar hem trekt. 'Twee?' Zeg ik verontwaardigd. 'Ja anders gaat het echt te langzaam, jij wilde drank, nou drinken kut' zegt hij op Brabantse toon. Ik giet twee shotjes achterover en ril even van de sterke alcohol smaak.

Na nog 5 shotjes en nog 3 keer achterom kijken naar waar Milo is, begin ik me iets lichter in mijn hoofd te voelen. Ik at het glas Bacardi Cola en loop dan met Rob terug naar zijn vrienden, die nogsteeds op dezelfde plek staan. Hier, hier stond hij net. Robbie pakt mijn armen vast en danst met mij heen en weer waarna hij begint te springen. Hij is al enorm ver. Ik besluit gewoon mee te doen en te hopen dat ik het vergeet, of dat de alcohol alles luchtiger maakt. Langzamer hand lukt het steeds beter om te doen alsof ik niet geïnteresseerd ben in dat Milo ook ergens hier staat. Natuurlijk ben ik dat wel, maar dat wil ik niet laten merken. Ik hoop dat hij me ziet, dat hij ziet dat ik het leuk heb, en dat hij me mist. Als hij hier kan staan dansen met iemand anders zonder dat hij zich slecht voelt, dan kan ik dat ook. Opnieuw zie ik hem staan, dansen en lachen met de jongen met wie hij is. Ik draai me terug naar Robbie, om met hem te dansen. Ik doe alsof het mij niet boeit, maar ben gebroken. Van buiten lijkt het alsof alles goed gaat, maar binnen huilt mijn hart. Ik wil hem, en alleen hem. Ik wil niet zeggen dat hij de enige is die mijn aandacht hier echt zou kunnen krijgen, maar hij eist alle aandacht gewoon zonder pardon op. En ik wil niet te dramatisch doen, maar ik heb hem nodig. Alleen hem.

Het lukt me niet. Het lukt me niet om hem te vergeten. Om hem te negeren. Ik kan enkel en alleen nog maar denken aan hem. Ik kijk Robbie aan. 'Drank, ik heb drank nodig'.

NoodgevalWhere stories live. Discover now