Hoofdstuk 7

827 41 2
                                    

Matthyas POV

Daglicht is het eerste dat ik waarneem zodra ik wakker word. Ik sluit mijn ogen weer en probeer even na te gaan wat er gisteravond is gebeurd. Hoe ben ik in bed gekomen? Waar was ik gister ook alweer? Ohja, ik was met Robbie. Alleen kan ik van hoe ik dan terug ben gekomen me niets meer herinneren. Waarom niet? Normaal weet ik dat precies. Normaal word ik ook beter wakker dan dit. De steek in mijn buik verteld me niet veel goeds. Wat heb ik gister gedaan? Ik open mijn ene oog langzaam. Ik zie een stalen rand. Werk? Ik ben op mijn werk? In het ziekenhuis?

Langzaam open ik mijn andere oog ook een stukje. Er zit iemand naast me. Ik hoor diegene ademen. Het lukt me steeds meer om mijn ogen te openen. De misselijkheid giert door mijn lichaam. Fuck. Ik ga rechtop zitten en sla mijn hand voor mijn mond. Paniekerig kijk ik degene naast mijn bed aan. Milo schrikt op en grijpt naar een emmer die een meter of twee van het bed af staat. Hij houdt hem voor mij en dan gooi ik mijn maag inhoud er uit. Het is niet veel meer dan maagzuur. Hijgend zit ik boven de emmer. Milo, die blijkbaar naast mijn bed zat, staat op en wrijft over mijn rug. 'Klaar?' Vraagt hij zacht. Ik knik langzaam. Hij pakt de emmer weg en ik hoor hem de kraan aanzetten om de emmer om te spoelen. Dan komt hij weer naast me staan. Hij drukt op de knop bij mijn bed, bedoelt om een zuster te laten komen kijken. Hij wrijft zacht over mijn rug terwijl ik op adem kom. Ik heb geen idee waarom ik hier ben, ik heb geen idee waarom hij hier is, maar op dit moment ben ik blij dat hij er is, want ik voel me verschrikkelijk.

De deur gaat open en hij draait zich om. Er staat een zuster in de deur opening. 'Dokter' zegt ze. 'Zou hij iets te eten kunnen krijgen? Een cracker en yoghurt ofzoiets?' Zegt Milo. Mijn maag voelt leeg en ondanks dat ik eigenlijk geen zin heb in eten denk ik dat het maar beter is dat ik wel eet. De zuster knikt, glimlacht even naar mij en sluit de deur weer. Milo draait zich terug naar mij en gaat weer op de stoel naast me zitten. Ik ga weer terug op mijn rug liggen en staar naar het plafont. Ik voel me in de war, omdat ik gewoon niet kan plaatsen waarom ik hier ben, en ik durf het eigenlijk ook niet te vragen aan Milo, waarvan ik ook geen idee heb waarom hij hier bij mij is.

'Weet je iets van vannacht?' Vraagt Milo. Ik zucht diep. Ik zweer dat hij kan ruiken waar ik aan denk. Waarom weet hij altijd precies waar ik over na denk? Ben ik dan zo doorzichtig? Ik kijk hem aan en schud langzaam mijn hoofd. 'Niets meer?' Vraagt hij, vol ongeloof. Moeilijk kijk ik hem aan. Nee, nee, ik heb echt geen flauw idee. 'Zeg het me alsjeblieft, ik maak mezelf gek in mijn hoofd. Het enige dat ik weet is dat ik gister met Robbie was. Er is een grote zwarte vlek en-' ik stop met praten omdat ik merk dat mijn emoties opkomen, en ik wil op dit moment echt niet huilen.

Milo zucht, schud zijn hoofd even en leunt dan op het bed. 'Je was gister inderdaad met Robbie uit gegaan' zegt hij. 'En... ik was daar ook. De avond was best lekker aan de gang, tot ik een klap achter me hoorde, toen ik ging kijken vond ik jou op de grond... met Robbie in paniek er naast. Robbie vertelde dat-' Milo stopt zijn zin en draait zijn ogen van me weg. Alsof hij de woorden die hij wil zeggen ergens in de kamer zoekt. 'Robbie vertelde dat...' zeg ik nog eens. Er moet nu iets komen dat de reden geeft waarom ik hier lig. Ik ben blijkbaar op de grond gevallen. Maar hoe?

'Matthyas je hebt jezelf bijna coma gezopen' zegt Milo en hij kijkt me weer aan. Mijn adem stopt even. 'Wat?' Vraag ik, hopend dat ik hem niet goed heb verstaan. 'Je hoorde me goed' zegt hij. 'Robbie vertelde me dat je je slecht voelde... en dat je veel te veel had gedronken.' Zegt hij dan. Hij klinkt niet boos of verontwaardigd. Eerder... bezorgd en verdrietig. Ik word misselijk van het idee hoeveel alcohol ik heb gedronken. Tot een promillage van 4 op z'n minst, laten we hopen dat ik de 5 niet heb aangetikt. 'En toen?' Vraag ik zacht. Ik vrees voor het ergste. 'Er is een ambulance gebeld, ik werd opgeroepen voor een spoedgeval, jouw spoedgeval, we hebben je bedekt met jassen tot de ambulance er was. En in het ziekenhuis hebben we je alcoholpromillage gemeten en daarna je maag gespoeld' verteld Milo langzaam. Ik staar naar het plafont. 'Was Saskia er bij?' Vraag ik na een kleine stilte. 'Ja' antwoord hij. Dat herinner ik me weer. En dat Milo er was, toen ik even wakker was. 'Ben jij er de hele tijd geweest?' Vraag ik dan. Ik kijk Milo aan. Hij knikt terwijl hij naar zijn handen kijkt. Zacht glimlach ik. Hij kijkt op en glimlacht terug. 'Bedankt...' fluister ik. Milo gaat staan en komt bij mij op bed zitten. 'Waarvoor? Ik doe mijn werk gewoon' zegt hij. Ik zucht en sluit even mijn ogen. 'Gewoon... bedankt dat je er was al die tijd'. Ik kijk hem even aan en herinner me ineens weer iets van gister. Milo stond met iemand anders in de club. Een andere jongen, waarmee hij danste. 'Bedankt dat je je date hebt afgekapt om mij te helpen' zeg ik dan.

Milo trekt zijn wenkbrauwen op en gaat weer naast mijn bed staan. 'Dat was geen date, en trouwens... ik moet je bloed nog controleren' zegt hij terwijl hij zich wegdraait. Ik duw mijn lippen op elkaar. Die jaloerse toon herken ik, maar waarom zou hij nu ineens jaloers doen?

NoodgevalWhere stories live. Discover now