Hoofdstuk 8

792 37 5
                                    

Milo POV

Bedankt dat je je date hebt afgekapt om mij te helpen' zegt hij kalm. Date? Verontwaardigd trek ik mijn wenkbrauwen op en stap van het bed af. 'Dat was geen date, en trouwens... ik moet je bloed nog controleren' zeg ik om snel van onderwerp te veranderen. Ik zou hem willen vertellen dat dat absoluut geen date was. Dat dat het had kunnen zijn, maar dat ik hem veel te veel mis om ook maar met iemand anders te kunnen zijn. Alleen ben ik bang dat het te laat is. Ik voel me betrapt. Ik sta met mijn rug naar hem toe om de spullen te pakken voor het bloed prikken.

Even gaan mijn gedachten terug naar Frank. De jongen die Raoul een paar week geleden aan mij voorstelde. Een jongen die me blij maakte. Een jongen die me liet lachen. Een knappe jongen. En ik probeerde. Ik deed mijn best. Ik dacht dat hij degene was die me zou laten merken dat ik ook van iemand anders dan Matthyas kon houden. Maar steeds als ik hem in zijn ogen aankeek, dacht ik aan de blauwe ogen van Matthyas. Steeds als ik Frank in mijn armen nam, bedacht ik me hoe het voelde wanneer Matthyas in mijn armen lag. Frank kon me de wereld geven als ik dat wilde, Frank kon me alles geven wat ik nodig had, als ik wilde. Maar Frank was gewoon niet Matthyas.

'Milo, ik denk dat wij niet voor elkaar gemaakt zijn' Frank liet me los. Verbaast keek ik hem aan. 'Hoe-' begon ik. 'Ik weet dat je je best doet, maar ik merk dat er iets of iemand is dat je steeds bezig houdt' zei hij. Ik zuchtte uit en keek uit het raam terwijl ik achterover leunde tegen het raamkozijn aan. 'Raoul vertelde me-' begint hij. 'Ah altijd Raoul weer' zeg ik geïrriteerd. Kan hij zich nou nooit eens bemoeien met zichzelf in plaats van mijn leven? Ik wilde weg lopen, maar Frank pakte mijn schouder vast en duwde me terug. 'Milo luister, ik heb het zelf aan Raoul gevraagd, omdat ik wist dat als ik het aan jou zou vragen, je toch zou ontkennen.' Zei hij streng. Ik keek naar de grond. Ik haat het om toe te geven, maar hij had gelijk. 'Die Matthyas, je zit met hem in je hoofd hè? Je denkt steeds aan hem, ik zie het aan je.' Zei hij. Ik keek Frank aan. 'Als je nog van hem houdt, waarom ben je dan bij hem weg gegaan, waarom ben je dan bij mij?' Vroeg hij toen. Ik haalde mijn schouders op. 'Ik dacht- ik wist gewoon niet of- ik weet het niet, Frank. Het was een fout, ik dacht dat er meer was. Maar nee, hij is alles waar ik aan kan denken, maar nu is het te laat' zei ik. Frank bleef stil en sloeg toen zijn armen om me heen. 'Ga alsjeblieft met hem praten' zei Frank en hij keek me aan, wachtend op antwoord. Ik knikte. Frank glimlachte bemoedigend. 'Raoul vroeg trouwens of we vanavond mee uit gingen' zei hij toen. Ik leunde naar achter en dacht na. 'We doen rustig aan, dan drink jij gewoon niet, mocht je pieper af gaat kan je zo naar huis' zei Frank en hij glimlachte. Ik keek hem dankbaar aan. 'Dan ga ik mee natuurlijk' zei ik. Frank was misschien dan niet degene die mijn hart had, hij was zeker iemand die ik mijn beste vriend wilde noemen.

Raoul moet Frank verteld hebben wie de blonde jongeman op de grond was. Ik denk dat ze beiden goed begrepen dat ik niet anders kon dan bij Matthyas blijven. Niet alleen omdat ik dokter was, maar ook omdat mijn hart van hem was. Ik kon hem niet loslaten. Ik hield van hem, ik hou nogsteeds van hem. Maar hoe zeg ik hem dat? Hij denkt dat ik hem niet meer wil, misschien vind hij me wel verschrikkelijk. Hij heeft niet veel andere keuze dan bij mij zijn nu, maar ik zou het heel goed snappen als hij liever wilde dat ik er niet was. Ik loop naar hem toe. Hij houdt zijn vinger al op. Een kleine prik van de naald laat een paar druppels bloed op zijn vinger komen, die ik op een watje druk en in een reageerbuisje stop.

De deur gaat open en Janneke, een verpleegkundige, komt binnen met een blad met yoghurt drink, crackers en een bordje met wat soorten beleg. 'Goedemorgen Dokter het Lam en Dokter ter Reegen' zegt ze vriendelijk. Lange tijd geleden dat ik de combinatie van die namen heb gehoord. Maar het klinkt alsof het zo hoort. Alsof ze bij elkaar horen. 'Goedemorgen' zegt Matthyas schor. 'Ik heb een ontbijtje met veel vezels, eiwitten en weinig vet, dus dat moet helemaal goed zijn' zegt ze en ze klapt de tafel die aan het bed vast zit recht voor Matthyas, waarna ze het dienblad er op zet. Matthyas bedankt haar, en ze wenst hem nog veel beterschap. Ik hoor alles aan, terwijl ik het reageerbuisje verpak en de spullen opruim. Die kan naar beneden, gecontroleerd worden.

Ik draai me om zodra ze weg is. 'Dus, euh... ik ben klaar...' begin ik. Matthyas kijkt op terwijl hij trillend het glas yoghurt drink naar zijn mond brengt. Ik zie dat hij moeite heeft doordat hij zo weinig energie heeft. 'Zal ik weg gaan? Of wil je dat ik blijf?' Vraag ik voorzichtig. Matthyas zet het glas neer en kijkt me raar aan. 'Blijf?' Vraagt hij verward. 'Ik kan ook gaan hoor' zeg ik snel en ik pak mijn spullen. 'Nee, nee, ik bedoel... waarom zou je willen blijven? Ik dacht dat je me niet meer wilde zien' zegt hij. Hij heeft zeker een goed punt. Ik leg mijn spullen weer neer en glimlach even naar hem.

'Omdat... Dokter het Lam...' begin ik en ik stap naar hem toe waarna ik op zijn bed ga zitten. Ik kijk hem aan. '...omdat ik je gewoon niet alleen kan laten' zeg ik dan. 'Nu niet?' Vraagt hij zacht. 'Nooit niet' fluister ik en ik leg mijn hand op zijn been. Hij kijkt even naar zijn eten. 'Een beetje extra zorg kan nooit kwaad' zegt hij. Ik sluit mijn ogen, zucht glimlachend uit en schud mijn hoofd. Hij heeft zojuist bewust een flirt actie genegeerd. Hij had het duidelijk door, maar hij gaat er niet op in. Het was blijkbaar te laat voor mij.

NoodgevalWhere stories live. Discover now