4) De schaduwman van Joseon

20 2 1
                                    

Het was de kroonprins.
"Waarom moest je nu weglopen? Ik heb alles al tegen mijn vader, de keizer, gezegd. Maak je maar geen zorgen meer", zei hij bezorgd.
Ze trok hem weg en keek in zijn speciale blauwe ogen. Het had iets magisch. Alsof hij de enige was die zo'n speciale ogen had.
Ze zei ongemeend: "U kunt zich beter geen zorgen maken, want ik ben toch sterker dan u. Maak u maar zorgen om uzelf. Dat zult u nodig hebben."
Daarbij kwam geleerde Shin-woo weer tevoorschijn en zei al lachend: "Juist ja, die vrouw is gevaarlijk hoor. Ze heeft me zelf op mijn hoofd geslagen, maar ik kan gelukkig wel tegen een stootje"
Hij ging naast Ji-oh staan, alsof ze een stel waren en zei al lachend tegen de kroonprins: "Gelukkig was ze bij mij, want anders waren er vast ongelukken gebeurd."
Ji-oh keek hem met een brede  glimlach aan en dat was de kroonprins ook opgevallen. Op een of andere manier was hij jaloers op Shin-woo, maar ook vertrouwde hij hem gewoon niet.
Maar dat laten merken deed hij niet.
Shin-woo schudde de kroonprins een hand en ging dan op eenzelfde paard met Ji-oh zitten.
De kroonprins dacht: "Wat denkt hij wel niet? Hij had haar kunnen vermoorden... Misschien was dat zijn bedoeling, maar zijn wij te vroeg gekomen. Misschien..."
Het leek er wel op dat Ji-oh veel plezier had, maar dat stak de kroonprins de keel uit.
Hij sprak haar dan ook aan eens ze terug in het koninkrijk waren.
"Ji-oh, moest je nu met zo een moordenaar op hetzelfde paard zitten? Ik had gehoopt dat je bij mij zou zitten."
"U noemt onschuldige mensen zomaar moordenaars, maar jullie koninklijke familie dan? Zij zijn degenen die anderen afbreken en diep vanbinnen vermoorden. Ik hoop dat u dat beseft. Shin-woo is trouwens een lieve man, veel liever dan dat u en uw familie ooit zullen zijn."
Na dat gezegd te hebben ging ze er vandoor met Shin-woo.
Ze had gewoon nog niet door dat de kroonprins haar gewoon wilde beschermen.

Ji-oh liep langs Shin-woo en vroeg hem waar hij woonde.
Shin-woo antwoordde: "Ik woon ook gewoon in Hanseong. Je kunt me altijd bezoeken, dat zou ik leuk vinden."
Ji-oh vond hem best leuk, maar toch was er iets aan hem dat haar angst aanjoeg. Het leek net alsof hij geheimen had en als hij naar haar keek, had hij een soort van indringende blik, alsof hij recht in haar ziel kon kijken.
Hij keek naar haar voor de zoveelste keer. Hoe meer hij keek, hoe doordringender de blik werd.
Ze vond het eng en ging steeds meer verder van hem weg staan. Het begon ook nog eens te regenen en dat moment werd steeds enger.
Shin-woo vroeg opdringend waarom ze zo ver weg van hem ging staan.
Ji-oh keek in zijn blik die zo indringend was dat ze gewoon wegliep.
Shin-woo liep achter haar aan en was veel sneller dan zij.
Ji-oh liep zo snel als ze kon, maar viel onderweg over een kasseitje.
Shin-woo kwam steeds dichterbij en Ji-oh dacht dat haar leven voorbij was.
Plots voelde ze een warme hand haar meetrekken.
Als ze haar ogen opendeed zag ze dat de kroonprins haar vast had. Hij deed teken dat ze zeker niet mocht bewegen, maar deze keer gaf zij hem toch wel een knuffel.
Ze zei niets, maar hij voelde haar liefde.
Shin-woo liep voorbij, op zoek naar Ji-oh.
"Sorry dat ik u niet wilde geloven, uwe hoogheid, maar ik was niet bewust van zijn slechte bedoelingen."
Ze liet het niet merken, maar ze was toch heel bang.
De kroonprins stelde haar gerust: "Je hoeft je nu geen zorgen meer te maken, want hij hoeft niet meer in de buurt te komen bij ons, als hij terug is bescherm ik je wel.
En noem me toch gewoon Min-joon. Je hoeft niet altijd zo formeel te zijn. We zijn tenslotte geen vreemden meer van elkaar."
Ji-oh was terug gerustgesteld en had voor de eerste keer vlinders in haar buik.

Een paar dagen later werkte ze weer met plezier in het keizerlijke hof. Ze hoefde niet meer zoveel moeite te doen om al die klusjes gedaan te krijgen, want alles ging gewoon veel vlotter. Ze sprak een paar dagen af met de kroonprins en hij gaf haar gewoon terug een goed gevoel.
Elke dag leek als een droom voor haar in het hof, ze hoefde niet meer bang te zijn voor gevaren. Er zou wel nog één gevaar zijn in het hof, oftewel gewoon een vervelende hofdame.
"Ji-oh, sinds je zoveel al hebt gedaan, kun je toch nog een beetje meer doen zeker?"
Maar ook daar raakte ze aan gewend.

Ze mocht ook een levering doen buiten de koninklijke poorten.
Het was gewoon in de stad, maar waarom wist ze niet.
Toen ze in de stad aankwam leek het alsof zij de enige was daar. Er was niemand te bevinden. Het was alsof iedereen een soort schrik van iets had gekregen.
"HALLO? IS HIER IEMAND??", riep Ji-oh luid en duidelijk.
Ze hoorde plots voetstappen en begon haar zin: "Ah, toch nog iemand, hier is het brood voor de hele buurt. Het staat op naam van..."
Ji-oh keek verschrikt naar het papiertje en hief langzaam haar hoofd op. Ze liet het papiertje vallen en stapte langzaam achteruit.
Alweer wou ze wegrennen, maar ze struikelde over de mand met brood.
Of dit nog goed zou komen, wist ze niet...

Verborgen liefde in de schaduw van JoseonWhere stories live. Discover now