7) Eens normale dagen niet normaal zijn

5 0 0
                                    

Voor hofdame Jin stond de keizerlijke concubine, Mee-ling. Concubines waren vrouwen van hogere status die werden gekozen om de keizer te dienen en zijn kinderen te baren. Dat deed de koningin niet.
"Nog iets toe te voegen?", vroeg Mee-ling aan hofdame Jin.
Hofdame Jin bleef haar starend aankijken. Antwoorden deed ze ook niet.
Mee-ling zwaaide met haar hand en vroeg luid: "HALLO?"
Toen knipperde hofdame Jin tenminste al en zei daarna plots zeer vriendelijk:"Ik bedoel dat u helemaal gelijk hebt. Ik ben helaas maar van lage status en u kunt inderdaad niet veel met me aanvangen."
De heer keek hun alletwee aan.
Hij vroeg zich af waarom hofdame Jin zich zo plots bedacht had.
Hij wou wat vragen, maar toen kwam Mee-ling tussen. Ze vroeg aan de heer: "Weet u wat? Ik zal u een rondleiding geven naar uw kamer. Dan heb je tenminste een fantastische gids en niet zo'n klein arm ding."
Toen ze dat zei begon ze ook nog eens te lachen en keek ze naar hem alsof hij de hemel was. Ze vertrok ook terwijl ze voor een lange tijd naar hem staarde. Maar hofdame Jin volgde hun stiekem en botste zo op tegen Ji-oh. Ze liep rennend weg en zei: "Sorry, Ji-oh, nu hebben we beiden wat verkeerd gedaan."
Ji-oh was verbaasd dat ze sorry zei, maar liep daarna gelijk terug verder.

Toen ze voorbij de deur van de kroonprins kwam, wilde ze heel graag naar binnen.
Ze nam de deurklink vast, maar die ging weer langs de andere kant open. Natuurlijk kwam de kroonprins naar buiten.
"We hebben precies wel wat met deze deur hè? Dit wordt zeker ONZE deur!", zei hij al lachend.
Ji-oh begon te blozen met het woord 'onze' en keek hem glimlachend aan.
"Waarom bloos je?", vroeg hij wat serieuzer.
Ze trok terug een serieuzer gezicht en vroeg beschaamd: "Oh? Bloos ik dan?"
Hij vroeg ook wat ze kwam doen. "Ik wou gewoon eens binnenspringen, omdat je me denk ik wat wou zeggen", zei ze. "Weet je, Ji-oh? Als je toch naar het banket komt, zal ik het je dan zeggen", stelde hij voor.
Ze ging glimlachend naar achter en bleef in zijn ogen kijken, alsof hij de enige op de hele wereld was. Ze stapte steeds maar verder naar achteren. Zelfs toen hij de deur dicht deed, bleef ze kijken. Maar plots voelde het alsof ze tegen iemand op liep... meerdere mensen zelf. Ze draaide zich heel rustig om en zag een boze vrouw, die leek op een concubine en e zag ook een geschrokken heer. Ze bleef eerst wat naar hun kijken, maar haar aandacht werd al snel naar hofdame Jin getrokken. Zij stond achter een paal en deed een soort van gebarentaal naar haar. Ji-oh begreep er eigenlijk niets van en bleef even kijken. Het leek erop dat hofdame Jin niet wou dat iemand haar zag. "Wel, waar ben je nu aan het kijken? Wij verwachten wel wat excuses van jou hoor, dienstmeid!", verweet de boze vrouw plots voor haar.
De man naast haar wilde wat zeggen, maar werd nog maar eens onderbroken door de gemene concubine.
Ze riep terwijl iedereen het kon horen: "Jij vuile... je biedt nog niet eens excuses aan aan zo een belangrijke vrouw. Hoe durf je? Wacht maar tot de kroonprins daar van hoort... Dan ben je op slag ontslagen!"
Ji-oh was er zo van geschrokken dat ze zelfs niets meer kon zeggen. Ze ging zelfs niet aan de kant om de concubine door te laten, omdat ze zo  versteend was van de schrik. Daarop keek de concubine zó boos naar haar, alsof ze haar ging vermoorden en fluisterde wat, maar dat had niemand gehoord. Daarna stapte ze boos op de kamer van de kroonprins af en klopte zo luid als ze kon op de deur.

De kroonprins kwam naar buiten en zag als eerste Ji-oh die heel onzeker was op dat moment. Daarna keek hij naar wie er voor zijn deur stond. Hij keek haar aan met een vreemde blik en vroeg: "Bent u niet gewoon concubine Mee-ling? Waarom moet u zo hard op mijn deur kloppen? Is er iets met mijn vader gebeurd?"
Ze antwoordde eerst heel beleefd: "Nee, uw vader is in orde. Maar ík niet! Door deze diensttrut hier! Zij heeft het recht niet tegen me op te lopen en geen excuses aan te bieden! Ontsla haar meteen! Ik smeek het u!!"
Hij keek naar Ji-oh, wiens blik veranderde van onzeker naar nog onzekerder en verdrietig.
Toen zei hij: "Gaat u weer dienstmeisjes discrimineren? U bent niet veel beter hoor. Ik ontsla niemand...  of misschien toch...Wat dacht u ervan als ik u ontsloeg? Ga weg of u hebt het vlaggen."
Hij ging naar Ji-oh toe en veegde de tranen weg. "Ik zal je nooit ontslaan, Ji-oh... Je bent een fantastische dienstmeid. Ook al zeggen anderen van niet. Dat is het leven helaas. Ik had je toch gezegd dat je altijd aan mijn deur kon komen om te zeggen wat er is gebeurd? Vergeet het niet." Hij gaf haar een knuffel en ging terug op weg naar zijn kamer. Gelukkig voelde Ji-oh zich toch wat getroost. Ze wou eerlijk gezegd nog niet dat hij weg ging, dus trok ze aan zijn mouw en zei wat verdrietig: "Wacht... ga nog niet weg. Ik voel me nog niet hersteld. Zouden we misschien samen wat kunnen gaan eten? Ik moet toch niks meer doen voor het moment."
Hij begon te glimlachen en nam haar mee. Waarnaartoe wist ze zelf niet. Ze was in ieder geval blij dat hij haar meenam.

Op datzelfde moment was hofdame Jin naar de boze Mee-ling aan het staren en dacht ze: "Waarom moet zij anderen discrimineren? Als ze eens wist dat ik achter haar liep... Dan zou ze me vermoorden!"
Ze durfde er eigenlijk niet meer aan te denken en zette het gewoon uit haar hoofd.
Daarbij bedacht ze zich ook dat, als de man slim zou zijn, hij wel naar haar toekwam als dat moest.
En ook daarom stopte ze de achtervolging.

Toen Ji-oh en Min-joon aankwamen op een toffe eetgelegenheid, kwam er alvast een man naar hen toe. Eerlijk gezegd kwam hij alleen voor Ji-oh.
Hij riep: "Yoo Ji-oh!!! Wat lang geleden, ik heb je gemist!"
Hij maakte een buiging,  maar kon dat niet lang volhouden en gaf haar daarom een knuffel. Daarbij duwde hij Min-joon weg, en dat beviel hem niet zo goed...
Want wie was die man dan?

Verborgen liefde in de schaduw van JoseonWhere stories live. Discover now