5) De verborgen identiteit

15 1 0
                                    

De zwarte schaduw overmeesterde haar. Het kwam steeds dichterbij. En sinds ze had gelezen op het papiertje dat de levering voor Shin-woo was, had ze haar grote schrik gepakt. Toen ze er ook nog eens bij nadacht dat er hier helemaal niemand was, schrok ze nog meer.
En ja, ze dacht dat haar leven voorbij was, maar als het aan haar lag, was het helemaal niet voorbij.
Ze lachte geheimzinnig naar de schaduw van Shin-woo. Ze bleef lachen terwijl ze, zonder dat hij het merkte, een stuk brood uit de mand met brood haalde. Daarna gooide ze het brood recht in het gezicht van Shin-woo. Eens hij paniekerig dichterbij kwam, pakte ze de hele mand met brood en gooide deze ook nog eens recht in zijn gezicht.
Daarna zette ze het op lopen.

Lopen deed ze zelfs sneller dan een wolf. Door het bos, de struiken, vluchtte ze naar het paleis.
Toen eindelijk het paleis in zicht was, leek ze gered te zijn.
Ze stapte uit haar adem verder richting het paleis met de gedachte dat Shin-woo haar toch niet meer zou kunnen vinden, maar plots dook er dan weer een oude vrouw op met een vreemde stem.
" Dag jongedame... Ik vind mijn sleutels helaas niet meer. Kunt u deze oude vrouw misschien helpen zoeken?"
Ondertussen liet de vrouw de sleutels uit haar hand vallen, alsof ze het met opzet vroeg.
Ji-oh wou wel vriendelijk zijn en dus hielp ze de vrouw snel haar sleutels vinden. Ze gaf hen terug en zei gehaast: "Ziezo mevrouw, uw sleutels zijn terecht. Maar nu moet ik spijtig genoeg naar het paleis."
De vrouw wou graag meekomen en zei: "O jongedame, daar wou ik altijd al naartoe! Kunt u me niet meenemen dan?"
Ji-oh nam haar mee, maar vond de vrouw eerlijk gezegd wat raar.

Eens ze aankwamen in het paleis, vroegen de bewakers wie de oude vrouw was en wat ze daar kwam doen.
Ze antwoordde dat ze gewoon een arme vrouw was die graag wou meekomen. De bewakers gingen akkoord dat ze maar bleef voor 1 nacht.
De vrouw liep altijd achter Ji-oh, alsof ze iets van plan was.
Ze haalde iets uit haar tas en Ji-oh keek via haar ooghoeken naar wat ze aan het doen was.
Het was iets lang en ijzer, leek op een zwaard en dus was Ji-oh eventjes niet meer gerust.
Gelukkig was ze voorbereid op judotechnieken. Dat had ze van haar vader meegekregen. Niet iedereen kon dat leren, maar zij had het geluk dat ze zo een fantastische vader had.
Wat ze wel raar vond was dat die oude vrouw haar zou kunnen aanvallen, en dat is niet erg gebruikelijk voor die leeftijd.
De vrouw kwam steeds korter met het zwaard. Tot Ji-oh zich omdraaide, het zwaard pakte en het naar de vrouw zelf richtte...
De vrouw pakte wat bladeren en gooide deze in het rond. Daarna blies ze een hele wervelwind. Ji-oh vloog bijna mee, zo fel was de wind.
Ze wist niet wat er aan het gebeuren was en kon helemaal niets meer zien, buiten draaiingen.
Plots verscheen er in plaats van de oude vrouw, een schaduw voor haar, de schaduw van Shin-woo.
Hij zei:" Je hebt me betrapt, Ji-oh. Maar je bent nog niet sterk genoeg om me te verslaan." Daarna verdween hij.
Angstig en verward bleef Ji-oh staan. Ze wist dat ze nog een lange weg te gaan had om hem te kunnen verslaan, maar ze was gelukkig vastbesloten om niet op te geven.

Toen Ji-oh heel diep aan het nadenken was over wat ze kon doen om Shin-woo niet meer tegen het lijf te lopen, kwam de kroonprins net voorbij.
Hij bleef haar wat aankijken, omdat hij haar mooi vond wanneer ze aan het nadenken was, maar anders ook natuurlijk.
Na een kwartier had Ji-oh nog niet door dat hij naar haar aan het staren was, maar werd uiteindelijk door een belletje uit haar gedachten ontwaakt.
Ze keek naar de kroonprins en schrok zich bijna dood. Ze riep angstig: "Ah, ben je gek? H...Hoe lang sta je hier al? Ik schrik me bijna dood!"
De kroonprins, Min-joon, moest eerder lachen met haar reactie en zei eerlijk:"Ik vond je gewoon mooi om naar te kijken."
Op dat moment klopte Ji-oh's hart toch wel een beetje.

Ze liepen samen naar Ji-oh's vertrek en ze keken elkaar glimlachend aan. Op zich was Ji-oh toch wel een beetje verlegen geworden, maar dat hield haar niet tegen om af en toe eens een opmerking te maken.
Ze begon al lachend: "Min-joon, je denkt zeker dat je heel charmant bent, maar ik weet wel beter. Je kunt me niet zomaar inpakken met die blik in je ogen hoor."
De kroonprins stond versteld van die opmerking, maar hij wist dat het maar om te plagen was, dus hij antwoordde: "Ji-oh, jij denkt zeker dat je me kunt doorgronden. Maar geloof me, er is nog zoveel meer aan me dan je denkt. Misschien moet je wat dieper graven om het te ontdekken."
Ze keek hem glimlachend aan, zei vaarwel en ging haar vertrek in.
Toen ze binnen was, kon ze haar voeten niet van de vloer houden, zo blij was ze. Ook aan de andere kant van de muur, was het feest.
De kroonprins was aan het glimlachen en had plots zoveel energie. Dat merkte ook hofdame Jin, die toevallig voorbij de vertrekken kwam.
Eerlijk gezegd was zij een beetje jaloers dat ze zelf niet zo'n liefde kon ervaren... maar ja, misschien ooit?

Verborgen liefde in de schaduw van JoseonWhere stories live. Discover now