hoofdstuk 17

21.1K 695 42
                                    

Ik begrijp niet hoe Jasper zo kan blijven rijden zoals hij nu doet.
Hij rijd veel te snel en let totaal niet op de verkeersregels.
Ik heb mijn hand op het dashboard gezet zodat ik zeker niet naar voor vliegt als hij moet remmen.
Ik begrijp ook niet waarom we zo snel moeten rijden om naar een chinees te gaan.

En waarom doet hij zo raar, hij kijkt al heel de rit gefocust door de voorruit.

En waarom gaat hij helemaal terug naar Oklahoma City om naar de chinees te gaan?
Er is hier iets niet pluis.

'Waarom rijd je helemaal naar hier om naar de chinees te gaan?' Vraag ik.

'We gaan naar de beste chinees van Oklahoma, ik zou niet willen onderdoen voor jou, hè liefje.' Zegt hij met een grijns.

'We gaan toch niet op restaurant?' Ik krijg grote ogen.

'Maak je geen zorgen, het is afhaal.' Zegt hij terwijl we nog een bocht maken.

Ik knik.
Ik voel me er nog steeds niet goed bij, er is iets aan de hand.
Plots herken ik de straat waar we inrijden.
Ik ga wat rechter zitten om beter om me heen te kunnen kijken.

'We zijn heel erg dicht bij mijn huis.' Zeg ik dan.

'Ah, en waar woon je dan?' Vraagt Jasper.
Ik zet me terug neer en kijk serieus voor me uit.

'Wel een paar straten hier vandaan.' Antwoord ik kort en kijk terug uit het raam.
Ik kan niet vriendelijk zijn tegen hem, het gaat dingen alleen moeilijker maken.
En dat is het laatste wat ik kan gebruiken.

'Is er iets.' Vraag Jasper en trekt één wenkbrauw op.

'Dat kan ik ook aan jou vragen, niet?' Ik kijk hem uitdagend aan.

'Lena, kun je niet even normaal doen. Ik kan niet werken met die stemmingswisselingen van jou, begrepen.' Zegt hij geïrriteerd.

'Heb ik stemmingswisselingen?' Ik kijk hem ongelovig aan.
'Hoe noem je dan wat jij hebt. Dat is veel erger.'

'Wel bedankt, Jasper voor de leuke avond.' Mompelt hij tegen zichzelf.

Ik draai met met mijn ogen.

Als we nog een paar straten passeren maakt Jasper nog een keer een bocht en stopt dan hard.
Waardoor ik een meter naar voor vlieg als ik mijn riem niet aan heb.

'Ik ga het eten halen, kom dus niet naar binnen ik heb daar je hulp niet nodig. Luister een beetje muziek of zing mee. Weet ik veel, hou je maar bezig.' Zegt hij als hij uitstapt.
Ondertussen zet hij de radio al een beetje harder.
Ik kijk hem vragend aan.

Eerst wil ik koppig gaan doen en ook naar binnen gaan, maar ik laat het maar en bekijk zijn afspeellijst.
Hij heeft een best goede muziek smaak moet ik eerlijk toegeven.
Ik kan niet zeggen dat ik dat goed of slecht vind.
Ik vind het leuk dat hij en ik ongeveer van dezelfde muziek houden en dat maakt dat ik het slecht vind.
Jasper is iemand waar ik niet in de buurt van wil komen, hij lijkt een privé leven te hebben en hij wilt er weinig mensen in betrekken.
Ik vind dat geen probleem, ik kan er zelfs heel goed mee leven.
Alleen zou hij dan toch ook moeten begrijpen dat andere dat ook willen.

Ik kan niet met hem omgaan omdat hij me doet denken aan Taylor.
Elke aanraking die fijn voelt geeft me een beeld van Taylor.
Ik ben bezig met hem te vergeten en soms lukt hem me aardig, maar op andere momenten zoals deze nacht breek ik.
Ik weet niet hoe het komt dat ik nog om hem geef of nog over hem wakker lig.
Taylor had me zo gelukkig gemaakt, ik had me zo goed gevoeld bij hem.
Toch was het allemaal een leugen.
Ik kan het ook niet.
Het goede zien in de jongens.
Ik heb het gevoel dat ze me allemaal gaan bedriegen.
Taylor was mijn eerste echte relatie, ik wou alles met hem doen.
Hij was mijn leven.

BadboysWhere stories live. Discover now