Hoofdstuk 35

21.2K 679 105
                                    

Ik voel de tranen opkomen, maar ik onderdruk ze.

Jasper verdient mijn tranen niet.
Van niemand niet.

Ik draai me weg van het scheld partijtje dat Ellen heeft met Jasper.

Ik hou zo van mijn zusje.

En ik loop naar binnen.

Ik dacht dat hij om me gaf, ik wou hem vertellen wat ik al even voor mezelf heb gehouden.

En dan kom ik er achter dat hij niets om me geeft.
Hij geeft niets om mij of welk ander meisje.

Hij is gevoelloos.
Hij is een gevoelloze zak.

Ik ga naar mijn kluisje en gooi mijn boeken erin.

Als hij kan doen als of er niets is gebeurd dan kan ik dat ook.

Die idiote gevoelens verdwijnen wel.
Ik moet gewoon iemand nieuw vinden.

Hier loopt vast en zeker wel een leuke, lieve, mooie jongen rond.

Ik zucht en loop al naar mijn lokaal.

Ik ga zitten op mij stoel en wacht tot de andere leerlingen binnen komen stromen.

'Is zij niet de zus van het meisje dat Jasper heeft geslagen?' Zeggen sommige als ze de klas in komen wandelen.
Ik zucht en kijk snel uit het raam.

Hij verdiende het, wil ik zeggen, maar dat zou niet ten goede vallen.

Cynthia komt naast me zitten en de les begint.
Ze heeft een leuke smaragdgroene short aan met een zwart los T-shirt.

'He.' Zegt ze en legt haar spullen op de tafel.

'Hoi.' ik glimlach naar haar.

'Wat is er gebeurd tussen Jasper en Ellen. Ze zeggen dat ze hem een gebroken neus heeft geslagen.' fluistert ze.

Een gebroken neus, dat moet wel heel pijnlijk zijn.

Nee Lena, hij is een lelijke hufter die je haat je gaat niet naar hem toe om te troosten.

Ik kan beter naar Ellen gaan, ze zit waarschijnlijk ik de problemen.

'Er is niks gebeurd tussen Ellen en Jasper. Ze is het gewoon zo zat dat hij elk meisje gebruikt als een voorwerp. Alsof het lege omhulsels zijn.' zeg ik naar waarheid.

'Maar dat moet ze toch al langer weten? Hij heeft het toch niet met haar gedaan?' zegt ze ongelovig.

'Wat?! Nee, Ellen zou nooit met hem gaan. Ze haat hem.'

Maar ik haat hem ook en toch heb ik het ook bijna met hem gedaan.

Bijna.

Ik ben blij dat hij toch nog de trots heeft om niet met meisjes te gaan die te dronken zijn om na te denken.
Zoals ik was.

Hoe kon ik zo blind zijn.
Ik zucht.

Ik haat hem.
Ik haatte hem, en ik zal hem haten in de toekomst.

Ik begrijp niet dat ik zelf kleren heb uitgekozen die hij mooi zou vinden.
Ik wil ze in de vuilbak gooien.

Maar ik hou te veel van mijn kleren om dat te doen.
Ik gooi hem wel in de vuilbak dat betekend even veel.

De les is sneller voorbij dan ik had verwacht en ik heb Engels nu.

Wat leuk, samen met Jasper.

Ik strompel naar het lokaal van Engels en besef dan dat ik eigenlijk moet door gaan zodat ik een plek heb ver uit Jasper zijn buurt.

BadboysOnde histórias criam vida. Descubra agora