hoofdstuk 19

21.2K 673 33
                                    

Om half vier zit ik al op een bankje achter een boom zodat niemand me kan zien, maar dat ik zelf nog genoeg zie.
Ik heb tegen mijn ouders gezegd dat ik naar een vriendin ging.
Ze vonden het goed.
Ik vind het niet leuk om te liegen tegen hun, maar als ik zei dat ik een arrogante klootzak ga belazeren dan lieten ze me nooit gaan.
En daarbij, soms moet je liegen tegen je ouders anders ben je geen rebelse tiener.

Ik steek mijn oortjes in en zet een afspeellijst op.
Ik zing deze keer niet mee,ik kijk alleen.
Naar een restaurant.
Niet zomaar één.
Het chinees restaurant waar Jasper en ik gisteren heen zijn gegaan.

Ik zit er zeker een uur en ik begin me af te vragen of  hij misschien iemand anders zou sturen.
Alleen denk ik dat Jasper meer een doe-het-zelver is.

Dus blijf ik er zitten, ik zal de waarheid te weten komen.

Na een tijdje komt de zwarte mustang van Jasper de parking op rijden.
Ik glimlach en zet de kap van een grijze vest op.
Ik heb me hier speciaal voor omgekleed.
Ik zet mijn muziek al af en wacht tot hij naar binnen is gegaan.
Dan sta ik ook op en loop naar het restaurant.
Ik vul mijn longen met lucht en stap het restaurant binnen.
Het ziet er een heel gewoon chinees restaurant uit.
Aziatische bekleding, vooral goud, groen en rood gebruikt.
Alleen staat er niemand achter de toog.

Dan hoor ik in de verte iemand roepen.
Ik ga in de richting van het geluid.
Ik hoor iemand met een chinees accent zeggen: 'Geen politie, geen politie.'

Of het lijkt er toch op.
'Ja tuurlijk, waarom zou ik jou geloven?' De stem van Jasper klinkt kalm, maar je blijft de woede horen.

'Hij heeft gelijk er is hier geen politie geweest, je mag nu de man wel loslaten.' Ik ga het kantoortje binnen en kijk Jasper kil aan.

'Lena, wat?' Hij kijkt geschokt, maar hij herpakt zichzelf en kijkt me woest aan.

'Je kunt me nu wel zeggen wat er aan de hand is niet?' Zeg ik en leun tegen de deurpost.

'Liefje, waarom zou ik jou iets vertellen.' Zegt hij met een grijns.

'Omdat je blijkbaar toch niet zo slim bent en ik als je me niets verteld ga ik naar de politie bellen.'dreig ik.

'Politie kan me niets doen en daarbij je wilt het niet weten. Je zult er ooit wel achter komen.'

'En wat als ik het wel wil weten en wel nu.'

'Prima.' Hij laat de man los en die kruip direct achter de bureau.

'We zullen gaan zitten, breng jij ons iets om te drinken. Voor mij een Jack Daniels en voor haar een cola.' Zegt hij tegen de man.
Hij kijkt de man niet eens aan, alsof hij minderwaardig is.
Ik snuif.

Hij neemt mijn elleboog vast en trekt me mee naar het restaurant gedeelte.

Ik zet me op een stoel tegenover hem en slaag mijn armen over elkaar.
Jasper leunt achteruit en kijkt me indringend aan, als of hij me ontleed met zijn ogen.
Ik draai mijn hoofd weg.

'Dus, wat wil je weten?' Vraagt hij na een tijd.

'Wat kwam je hier gisteren doen.' Ik heb al mijn vragen de vorige nacht al opgesteld.

'Een job uitvoeren.' Hij krijgt weer een grijns op zijn gezicht.

'En wat hield die job in?'
Een Chinese ober komt aanlopen met onze drankjes.

Ik lach vriendelijk naar hem, deze job zal heel hard zijn met klanten zoals Jasper.

'Ik wist niet dat je van Chinese jongens houd.' Zegt Jasper.
De jongen loopt snel weer weg.

'Ik probeer aardig te zijn, iets dat jij niet kunt.' Zeg ik kwaad.

'Iedereen heeft zijn eigen talenten niet?'
Ik draai met mijn ogen.

'Stop met mijn vraag te ontwijken.'

'Het gebruikelijke.' Zegt hij dan als antwoord op mijn vraag.

'Wat is het gebruikelijke?'

'Mensen bedreigen. Dat doen wij op drie manieren.'
Ik knik.

'Eerst moet je dit weten. Als mensen die mijn vader iets verschuldigd zich niet aan de regels houden moeten er iets tegen gedaan worden.'
Ik knik opnieuw dat ik het begrijp.

'Als ze één fout begaan, kun je ze gemakkelijk bedreigen met woorden. Als ze na die waarschuwing kun je ze bedreigen door iets van hen te vernielen.'
Ik luister met grote ogen naar wat hij verteld.

'En als ze het niet begrijpen komt er soms wel wat moorden aan te pas.' Legt hij kalm, als of het de normaalste zaak van de wereld is.
Ik begrijp waarom hij niet te vertrouwen is, hij vernietigd, hij moord.
En hij noemt dat een job.

'Jij zit bij de maffia?!' Ik ben verbaasd en toch geschokt.
Ik dacht dat dat alleen in boeken en in films bestond.
Toch ontkent hij het niet.

'Ik noem het niet bepaald zo, ik denk dan aan mannen in pakken. Dat draag ik alleen als het moet.' Hij haalt zijn schouders op.

'Dat is leuk om te weten, ik denk dat ik naar huis ga.' Ik drink mijn cola op en sta recht.

'Ik breng je wel weg.' Zegt hij en giet de rest van zijn whiskey in zijn keel.

'Het is niet ver en daarbij jij hebt waarschijnlijk nog wel een paar rebelse mensen een schop onder hun kont geven.' Ik slaag met een vuist  zacht tegen zijn schouder.
Probeer ik nu vriendelijk te zijn tegen hem omdat ik schrik van hem heb?
Hij kijkt me aan met een frons.

'En wanneer kun je nog een keer langskomen om die taak af te maken?'

'Ik kan volgende week in de middag wel met je afspreken.'

'Ik kan volgende week in de middag niet, en aangezien we het de 11ste moeten afgeven. Je wilt toch geen slechte punten.'

'Wat? Natuurlijk wil ik geen slechte punten. Ik lijk niet op jou. Ik wil volgend jaar naar een goede universiteit en ik heb geen rijke papa of mama die door extra veel geld op tafel te leggen me in de beste universiteiten te krijgen. Ik moet er hard voor werken en door jou, omdat je me steeds van mijn werk afhoud, doe ik al veel te weinig voor school. Dus laat me met rust. Stomme maffia.' Zeg ik kwaad.
Jasper heeft het aanhoort met een grijns.

'En ik meen het.' Zeg ik met een dreigende vinger uitgestoken.

'Wat ben je toch zo heet als je kwaad word.' Zegt hij terwijl hij wat zwarte lokken achter mijn oor strijkt.
Ik ben verrast door dit lief gebaar.
Ik had wel gedacht dat hij, nu ik weet dat hij bij de maffia hoort, stopt met zo lief tegen me te doen soms.
Blijkbaar niet.
Ik heb geen idee wat ik nu moet doen.
Hij is van de maffia, ik heb dus geen idee wat hij kan en niet kan doen.
En wat ik mag en niet mag doen.

'Wat is er? Ben je je tong verloren?'
Hij komt tegen me staan en kijkt met zij diep blauwe ogen in mijn ziel.
Ik voel me naakt en herpak mezelf.

'Dat mag je hopen.' Antwoord ik bits.
Ik draai me om en been kwaad weg.


BadboysWhere stories live. Discover now