Hoofdstuk 8

1.9K 107 3
                                    

De afgelopen nachten waren afschuwelijk. Het was een complete nachtmerrie. De kringen onder zijn ogen zijn daar het bewijs van. De schuldgevoelens scheuren hem uiteen. De gedachten dat hij twee doden op zijn geweten heeft drijven hem tot waanzin.

Hij kijkt toe terwijl zijn mannen hun koffers inpakken. Ze gieren en brullen. Blij dat dit eindelijk voorbij is. Karam daarentegen draait zich meelevend naar Aleser om.

'Het was zijn tijd om te gaan. Er is niks wat je had kunnen doen om dat te voorkomen.' Aleser schudt hevig zijn hoofd en woelt met zijn handen door het haar.

'Als ik niet zo laf was geweest om de trekker over te halen was hij er nog geweest. Zijn tijd was niet aangebroken, Karam. Ik heb hem vermoord. Ik heb haar vermoord.'

De dikke muur die hij dagelijks optrekt verdwijnt. Het maakt plaats voor een lading emoties. Woede. Schuld. En zelfs een greintje verdriet. Karam schrikt er duidelijk van. Hij heeft hem nooit zo gebroken gezien. Nog nooit! Zelfs niet na al die keren dat hij iemand om het leven heeft gebracht.

Maar zijn reactie kan Aleser niks schelen. Hij kan er alleen aan denken dat hij een jong meisje heeft gedood. Ook al heeft hij zelf niet de trekker overgehaald. Zo voelt het wel. Het was zijn bevel om haar te vermoorden. Hij had de dochter van de prinses vermoord. Ze zou het hem nooit vergeven. Ook niet in het hiernamaals, denkt hij spijtig.

Hij zal zichzelf niet eens kunnen vergeven. Hoe kon iemand zo blind geraken door woede? Waarom heeft zij zulke invloed op hem gehad? Ze brengt het slechtst in hem naar boven. Hij ging tot het uiterste.

Hoe toevallig is het dat moeder en dochter op dezelfde dag overlijden? En allebei hebben ze rusteloos de wereld verlaten. Hij slaat zijn handen voor het gezicht. Zijn belofte aan de prinses. Hij heeft hem verbroken.

'Houd op met feest vieren! We wachten nog steeds tot Samir terug is en ons bevestiging geeft,' gromt Karam geïrriteerd. Hij kan zijn partners op dit moment niet uitstaan.

'Het staat zelfs in het nieuws,' zegt een van de mannen.

'Dat er onwijs veel kogels en bloed in de kamer lag, betekent niet dat ze dood is. Ze hebben het lijk nog niet gevonden mannen. Dus loop niet te snel van stapel!' Aleser heft zijn hand op als stopteken.

'Ze hebben gelijk Karam. Onmogelijk dat ze het heeft overleeft. Ik heb de ontelbare kogels gehoord. Ik heb ook gezien hoe de kogels door het raam vlogen. Als ik de sluipschutter eerder ha...'

'Stop met praten. Stop met jezelf te verwijten. Als Redouan dat niet doet zou jij dat al helemaal niet moeten doen,' onderbreekt Karam hem.

'Het was de FBI, Aleser. Eloise Belle was niet hun doelwit,' vervolgt hij. Aleser loopt naar het raam en staart bedachtzaam naar buiten.

'Dat klopt. Maar ze was wel Maher' doelwit,' klinkt zijn hese stem door de stille ruimte. Alle mannen zijn in gedachten verzonken. Ze denken serieus na over het hele gebeuren. Karam heeft ergens toch gelijk.

Samir betreedt gehaast de kamer. Hij houdt een folder in zijn handen. Aleser kan vanwege de afstand alleen een vrouw in een witte jasje zien.

'Hij is erin getrapt, Karam,' hijgt hij met grote teleurgestelde ogen.

'Heb je sporen achtergelaten?'

'Geen enkele. Het was te makkelijk om zijn auto open te krijgen en weer netjes achter te laten. Je had al die tijd gelijk. Ze leeft. Het kan niet anders. Hij reed door naar een psychiatrische inrichting,' zegt hij zonder door te ademen. Nog voordat hij verder kan grist Karam het folder uit zijn hand. Hij begeeft zich ook naar het raam en duwt het in Aleser' handen.

De opluchting die hij in zijn ogen leest is onverklaarbaar. Hoe kan hij niet teleurgesteld zijn? Dit betekent dat ze langer in Amerika moeten blijven. Langer dan gewenst. Ze kunnen hier niet weg. Nog niet. Alleen wanneer zij onder de grond ligt.

'Denk jij ook wat ik denk?' vraagt Karam hem in plaats van proberen te achterhalen waarom hij zo opgelucht kijkt. Het lijkt net alsof Aleser weer adem kan halen.

'Ze zit in dezelfde inrichting als twee jaar geleden,' spreekt Aleser kalm. Hij probeert zijn opluchting te onderdrukken, maar heeft het niet meer onder controle.

'Een gesloten inrichting,' zegt Karam boos. Aleser knikt.

'We krijgen haar daar nooit uit. Niet levend en niet in een lijkzak.' Dit is een teken. Hij krijgt een tweede kans. Het verlangen om haar te beschermen, ondanks dat de prinses weg is, is groter dan ooit tevoren.

'Tenzij we het gebouw opblazen en het op een ongeluk laten lijken,' komt Samir met een briljant idee. Aleser slikt. Hij zal haar daaruit krijgen voordat ze überhaupt met een plan komen. Hij zal er alles aan doen. Ook al moet hij haar eruit breken. 'Maar dat betekent..'

'Inderdaad. Dat betekent dat elk persoon in de inrichting zal sterven.'

Eloise BelleHikayelerin yaşadığı yer. Şimdi keşfedin