Hoofdstuk 11.3

1.4K 109 3
                                    

Ik slik. 'Willen jullie mij echt vermoorden?' vraag ik hem. Het was als een grapje bedoelt, maar niemand lacht. Integendeel. Aleser schud bloedserieus zijn hoofd.
'Mevrouw Rahmoune zal jou weer wekken,' zegt hij. Ik kijk naar de vrouw en trek niet-begrijpend mijn wenkbrauwen op.
'Hoe?'
'Zij is zelf ook een dokter, Belle,' beantwoord Ryan mijn vraag. O, denk ik verrast. Ik had alles van haar verwacht. Maar een dokter? Dat is het laatste wat in mij op zou komen.
'Ze zal een dosis adrenaline in jouw arm spuiten. Dat gaat het hart weer op gang brengen,' spreekt Aleser kalm. Ik knijp mijn ogen samen. Dus in feite hangt mijn leven af van een spuitje? Adrenaline, nog wel.
'Dan zou ik de defibrillator op zijn laagste stand zetten,' stel ik voor. Zijn ogen lichten op. Wonderbaarlijk.
'Het is niet echt nodig, maar ik doe het toch wel voor de zekerheid.' Hij loopt naar het apparaat en zet hem een paar standjes lager.
'We kunnen beginnen.' De kalmte die hij uitstraalt stelt mij een beetje gerust. Toch gaat mijn hart tekeer. Ik kan niet geloven dat het hart wat nu razend tekeer gaat over een paar minuten stil staat.
'Tot zo, lieverd,' roept oom Steve. Hij is nerveus. Ik zie het aan zijn bezwete voorhoofd. 'Tot zo!'
Ryan drukt een kus op mijn voorhoofd.
'Ben je nog boos op me?' glimlacht hij ongemakkelijk. Ik kan niet lang boos blijven op hem en glimlach daarom terug.
'Het is al goed,' zeg ik zachtjes. Hij lijkt opgelucht. Ik schiet zenuwachtig in de lach.
'Het komt goed, Belle. Ik hou van je,' fluister hij. Ik hou ook van hem. Hij is de enige vriend die ik heb. Mijn beste vriend. Nadat ze afscheid hebben genomen lopen ze weg. Het voelt alsof ik voorgoed wegga. Het voelt alsof ik echt dood ga.
Aleser loopt naar me toe. Hij komt naast het bed staan en glimlacht. Alweer. Ik sta vandaag echt versteld van zijn goede humeur.
'Kom je ook afscheid nemen?' vraag ik hem stilletjes.
'Dat is nergens voor nodig. Je word zo weer wakker. Houd je wel sterk, Eloise Belle,' spreekt hij zacht. O, wat heb ik zijn fluwelen stem gemist. Hij haalt iets uit zijn broekzak en drukt het in mijn hand. De aanraking zorgt voor een elektrische schok die door mijn arm trekt. Ik kijk in zijn ogen. Hij voelde het ook. Na een paar seconden trekt hij zijn hand rustig terug.
Ik kijk met opengesperde ogen naar hetgeen wat hij in mijn hand heeft gedrukt. Mijn ketting. De gouden ketting van Danny. De tranen prikken in mijn ogen.
'Bedankt,' fluister ik schor door de brok die zich in mijn keel heeft gevormd. Hij knikt kort en loopt naar mevrouw Rahmoune.
Ze glimlacht naar me. Zacht en kalmerend. Ze heeft een lief gezicht. Ik schat haar begin vijftig. Ze praten alweer in het Arabisch, vervolgens loopt ze naar het bed en pakt ze mijn hand vast.
'Slaap lekker. Bismillah,' prevelt ze het laatst in het Arabisch. Denk ik. Ze buigt zich over mij heen en duwt het naald zachtjes in mijn nek. Het is onaangenaam, maar verdraaglijk. Het vloeistof stroomt door mijn aderen. Het voelt koud. Even is het stil. Muisstil.
Maar dan begin ik te trillen. Hevig en ongecontroleerd. Ik schreeuw het uit. De stemmen in de ruimte nemen toe. Ik zie een vage schim voor mijn ogen.
'Mevrouw L'More, hoort u mij?' dringt een onbekende stem tot me door. Het getril stopt. Ik voel een schok. En even later nog een.
Het wordt zwart voor mijn ogen.
-------

Eloise BelleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu