Hoofdstuk 19.1

1.7K 130 31
                                    

Hij woelt met zijn handen door het haar, fronst zijn voorhoofd en neemt tegelijkertijd een paar stappen achteruit. Zijn ogen schieten van de grond naar mijn gezicht. Mijn haar. Mijn mond. Mijn ogen. Ze blijven hangen bij mijn ogen en zoeken naar de waarheid.

'Jij bent Eloise niet,' sist hij gefrustreerd. 'Eloise Belle is dood, Katharina. Hoe kom je op haar naam?' Dus hij kent mij ook al? Als hij wist wie je was had hij je allang herkend, Eloise. Ik slaak een diepe zucht. Hoe kan ik hem overtuigen dat ik het echt ben? Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik de koning krijg te spreken? Nog voordat ik wat kan zeggen hoor ik iemand in een hoorn blazen. Een paar mannen, gekleed in een traditionele mantelpak komen in viertallen door de poort. Twee van hen houden een lange hoorn vast en blazen er wederom in. Een van hen roept iets in het Arabisch. Het enige wat ik ervan kan verstaan is het woord "Sultan". In de verte zie ik een paar auto's het domein in rijden. Mijn ogen schieten naar Noussair. 'Dat is de koning,' concludeer ik.

'Rood haar,' fluistert hij net hoorbaar. Ik kijk hem scheef aan. 'Ze vertelde me ooit dat Eloise rood haar had,' prevelt hij bedachtzaam. Ik stap naar hem toe en dwing hem om naar me te kijken.

'Wie, Noussair? Wie vertelde jou dat ik rood haar had?' Hij blijft me stilzwijgend aanstaren. 'Noussair?' roep ik geïrriteerd. Ik heb geen tijd. De auto's komen dichterbij en ik sta op het punt om de koning te ontmoeten. Hij knippert met zijn ogen en kijkt met wilde ogen naar de auto's die voor de poort tot stilstand komen. Ik ben slechts een paar meters van hém verwijderd.

Noussair pakt abrupt mijn arm vast en trekt me mee. Hij duwt me door de poort en versnelt zijn passen richting het paleis. 'Als je echt bent wie je beweert te zijn dan moet je snel maken dat je hier weg komt,' roept hij boven de muziek uit. We worden aangesproken door een man die ons stomverbaasd bekijkt. Hij wilt niet dat je zijn vader ontmoet. In de paar seconden dat hij afgeleid is maak ik me snel los en ren het paleis in. Het geluid van feestende mensen en de knallende muziek dringen meedogenloos mijn gehoor binnen. Zonder mijn omgeving te bestuderen storm ik de zaal binnen en word omringd door honderden maskers. Naast mij staat een tafeltje met verschillende maskers op.

'Godzijdank,' fluister ik en grijp snel naar een zwarte. Ik probeer me tussen de menigte te mengen maar krijg al snel scheve blikken toegeworpen. 'Wat nou?' sis ik naar een van hen.

Er verschijnt een zwarte waas voor mijn ogen. Ik moet de koning spreken. Ik moet hier een einde aan maken. En op dat moment wordt de muziek stilgelegd en kijkt iedereen richting de gigantische gouden deur. De deur wordt geopend, maar ik kan niet zien wie in de opening staat. Ik probeer me tussen de mensen heen te wurmen maar kom slechts een paar meters dichterbij. Plotseling gaat iedereen door zijn knieën en ben ik de enige die nog rechtop staat.

In de deuropening staat een oudere man. Hij draagt een witte pak en straalt onmiddellijk zoveel macht uit. Met een strak gezicht kijkt hij de menigte in. Zodra zijn ogen de mijne ontmoeten verzacht zijn blik. Op dat moment staat iedereen weer recht en ben ik hem kwijt.

Er wordt een hand voor mijn mond gehouden en zonder dat iemand het doorheeft word ik een donkere ruimte in getrokken.

'Waarom luister je ook nooit, Eloise Belle?' klinkt een gevaarlijk kalme stem door de ruimte. 

Enjoy the part! Vergeet niet om te stemmen en laat gerust een reactie achter. Welterusten!!



Eloise BelleWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu