24. Ik kan het niet.

231 16 1
                                    

'Wat?', vroeg hij verbaast. We keken elkaar in de ogen seconden lang, al leken de seconden minuten en minuten uren..
'Ik wil niet dat je weggaat Arnoud..' Herhaalde ik zacht, ik voelde hoe er een traan over mijn wang heen rolde. Dit wil ik niet, ik wil niet huilen. Wat moet hij nu wel niet denken?
Waarom jankt deze kleuter? Zal het wel zijn.
Ik hoorde dat Arnoud wat wilde zeggen maar er kwam niks uit. Ik stond er nog steeds zo hopeloos bij, mijn vingers die zijn jas vasthielden zodat hij niet weg zou gaan.


Ik voelde dat er meer tranen opdoemde, wat bezielde me toch hoe heb ik het weer zo ver laten komen dat ik om Arnoud huil?
'Holmes ik..' Dat brak me, Holmes.. Waarom nu, blijf bij me Arnoud. Ik.. ik..


Ik voelde hoe twee armen om mijn lichaam vormden, hoe ik tegen de lichaam van Arnoud zelf werd aangetrokken. Ik rook zijn eigen bekende geurtje, alsof ik in de hemel was samen met hem. Ik hou van je Arnoud, laat me alsjeblieft niet meer los..
En alsof hij mijn gedachten kon lezen stonden we hier in elkaars armen, ik hoorde zijn hart. Ik legde mijn hoofd op zijn borst en luisterde met alle genot naar zijn hart.
Ik durf te wedden dat de mijne nu wel tien keer zo hard zou gaan als die van hem.
'Ga met me mee,' Fluisterde hij in mijn oor.
Hij wilde los laten maar ik trok hem terug.
'Elisabeth, ik zal je niet loslaten.' Stelde hij me gerust.
Zijn hand gleed van mijn heup naar mijn arm, hij pakte mijn hand vast en zette een stap achteruit. Rustig trok hij aan mijn arm en wenkte hij dat ik mee moest gaan.

Hand in hand liepen we terug naar het cafeetje we stonden stil en zochten daar even naar de auto nog altijd met mijn hand in de zijne verstrengeld.

Gelijk toen we plaats hadden genomen had ik mijn handen op mijn schoot gelegd, Arnoud moest rijden mijn auto zal hier de hele nacht blijven staan. Ik wil bij hem zijn.
'Wat doe je?' Zei ik hees terwijl hij mijn hand op de koppeling legde en zijn hand erboven op.
'Ik zal je niet loslaten Elisabeth,'.
Mijn mond werd droog, en ik staarde naar Arnoud terwijl hij gefocust was op de weg. Hij wist dat ik staarde, hij liet me mijn ding doen ik vraag me af wat er in zijn hoofd rond gaat.
Doet hij dit uit medelijden of is er iets anders?
Ik bestudeerde zijn gezicht, hij had lichte stoppeltjes en zijn lippen leken zo zacht, nog altijd bleven zijn ogen de maan reflecteren en zijn haar zat een beetje door de war van de wind. 'Waar moest je heen?' Vroeg ik zacht.

'Naar huis,'

'Maar ze ha..'

'Dat maakt me even niet uit Elisabeth, jij hebt me meer nodig dan zij dat nu doen. Ik kan nog altijd bellen en zeggen dat ze het zelf maar uitzoeken. Jij gaat voor.'
Arnoud..



No shit sherlock.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu