Hoofdstuk 9

1.5K 91 4
                                    

Hoofdstuk 9
Jacob p.o.v

Ik gooi mijn auto deur dicht en grom luid. Maaike werkt me op mijn zenuwen, Kayla is doodsbang voor me en ik heb duidelijk nog steeds niet mijn bloeddorst honderd procent onder controle.

Wat een dag.

Een paar roedel leden kijken geschrokken naar me als ik het territorium op loop. Groot gelijk geef ik ze, ik ben niet in een goede bui. 'Jacob?' Ik draai me om en zie James naar me toe lopen, in wolven vorm. 'Je kijkt niet zo blij.' Ik schud mijn hoofd. 'Ik heb Kayla zowat vermoord.' Zeg ik en trap hard tegen een rotsblok aan, die in stukken uit elkaar valt. 'Wat? Hoezo?' Vraagt hij. 'Ze had haar hand opengehaald aan stukken glas en ik dacht dat ik het wel aan kon. Niet dus.' Zeg ik. 'Je mate heeft een grotere invloed op je. Misschien dat het daardoor komt.' Ik haal mijn schouders op. 'Ik weet het niet, maar ze is nu doodsbang voor me.' Zeg ik. James kijkt me aan. 'Je kan er verder niks aan doen. Je doet het niet expres.' Ik haal mijn schouders op.

'Raad is wie ik tegen kwam?' Zeg ik. 'Vertel.' 'Maaike.' Zeg ik. 'Echt? Wat kwam ze doen?' Ik haal mijn schouders op. 'Geen idee. Ik heb haar moeten weerhouden om een man te vermoorden.' Zeg ik. James schudt nadenkt zijn hoofd. 'Het is Maaike. Ze gaat niet veranderen.' Zegt hij. Ik knik. 'Ik weet het.'

Maaike is degene met wie ik altijd jaagde. Ze heeft me alles geleerd. Maaike is en was het type meisje, dat alles voor elkaar kreeg. Goedschiks or kwaadschiks.

Na afscheid genomen te hebben van James, loop ik het huis. Twee kleine wolfjes rennen op me af, mijn broertje en zusje. 'Jacob!' Roept mijn zusje en ik grinnik.

Mijn moeder komt naar de voordeur gelopen. 'Justin! Chelsay!' Roept ze uit, kijkend naar het grote modderspoor, dat de kleine pootjes hebben achtergelaten. Ze veranderen beide terug. 'Dat was Chelsay!' Roept Justin en wijst naar Chelsay. 'Dat is niet waar!' Schreeuwt Chelsay terug. Ik schud grinnikende mijn hoofd en loop richting de trap, als mijn vader binnenkomt lopen.

'Jacob? Kan ik jou even spreken?' Vraagt hij. Verbaasd kijk ik hem aan en knik. Hij seint naar de gang, waar we naar toe lopen. We lopen richting mijn vader's kantoor, waar ik op de bank neerplof. 'Wat is er?' Vraag ik. 'Wie is Kayla?' Vraagt hij en gaat achter zijn bureau zitten. Verward kijk ik hem aan. 'Heb je me af zitten luisteren?' Zeg ik verontwaardigd. Hij fronst en schudt zijn hoofd. 'Ik hoor verhalen over jou en een soulmate.' Zegt hij en bladert door papierwerk heen. Ik bijt op mijn lip. 'Je had het moeten vertellen.' Zegt hij, terwijl hij niet opkijkt. Ik knik. 'Ja sorry.' Zeg ik. 'Van wie heb je het gehoord?' Vraag ik. Hij zet zijn leesbril af en kijkt me aan. 'Via via.' Antwoord hij. Ik knik langzaam. 'En ik heb ook gehoord dat ze geen weerwolf is.' Zegt hij. Ik knik opnieuw. 'Ze is een mens.' Zeg ik. Mijn vader leunt naar achter toe. 'Ik heb alle respect voor je, helemaal nu het zo goed met je gaat, maar ik weet niet of het slim is om een mens als mate te hebben.' Ik frons. 'Wat wil je dan dat ik doe? Haar laten lopen?' Zeg ik verontwaardigd. Mijn vader schudt zijn hoofd. 'Natuurlijk niet. Maar je bent een hybride, Jacob. Je dorst...-' Ik sta op. 'Het gaat prima met me.'

Waarom denkt iedereen dat ik Kayla zomaar kan laten gaan? Ik heb één mate en ik ga ook maar één mate krijgen, die laat ik niet lopen!

'Blijkbaar niet. Ik heb gehoord wat er vanmiddag is gebeurd.' Boos kijk ik hem aan. 'Wat? Van wie?' Roep ik uit. 'Als het James is dan...-' 'Van Jackson.' Onderbreekt hij m'n dreigement naar James. Mijn ogen kleuren zwart. 'Van Jackson?' Sis ik. Mijn vader staat op. 'Jack, ga zitten.' Zegt hij. Ik grom agressief, niet naar hem, maar naar de lucht. Kan deze dag nog erger? Mijn wolf's woede wordt erger, doordat Jackson de gene is die mij en mijn mate uit elkaar probeert te halen.

'Jacob, zitten. Nu.' Beveelt mijn vader op een Alpha-toon. Ik kijk hem geïrriteerd aan, maar laat me dan op de bank zakken. 'Jackson probeert zijn zusje te beschermen.' Zegt mijn vader langzaam en gaat ook weer zitten. Ik kijk hem boos aan. 'Hij heeft een hekel aan me! Die jongen gunt mij niks.' Sis ik. 'Jack, hij is hier weggegaan toen het nog slecht met je ging. Hij heeft je alleen in je slechtste periode gezien.' Zegt mijn vader. Ik voel mijn wolf van boos naar woedend worden en ook mijn vampier-kant begint zich ermee te bemoeien. Verdomme! Ik sta opnieuw op en trap met een enorme kracht tegen een grote plantenbak met een palmboom erin aan, die met een grote klap uiteen barst. Mijn vader staat op. 'Jacob!' Roept hij. Ik kijk mijn vader aan, mijn ogen zijn bloedrood geworden en mijn hoektanden hebben de vorm van die van een vampier aangenomen. Mijn vader zucht en haalt zijn hand door zijn haar, als hij me aankijkt.

Ik grom agressief en storm het kantoor uit, de trap op.

'Jackie?' Hoor ik uit de gang komen. Chelsay staat met een geschrokken gezicht voor mijn kamer. Ik wil niet dat mijn broertje of zusje me zo zien. Mijn vampieren-kant vind ik vreselijk. Het heeft me nooit wat goeds opgeleverd.

Ik voel mijn hoektanden verdwijnen en draai me om. Chelsay loopt mijn kamer in. Ik ga op mijn hurken zitten en ze wrijft met haar kleine handje over mijn wang. 'Ik vind je ogen mooi, als ze rood zijn.' Zegt ze serieus. Ik glimlach. 'Ik niet.' Zeg ik en sta op. Ik ga op mijn bed zitten. Chelsay klimt op mijn hoge bed. 'Waarom ben jij ook een vampier?' Zegt ze. 'Ik heb een andere vader dan jou, weet je nog?' Chelsay knikt. 'Hij was toch ook een... Een....' Ze denkt na. 'Een hybruid.' Zegt ze. Ik grinnik. 'Een hybride.' Grijns ik en druk een kus op haar haar. 'Waarom ben jij dan alleen?' Vraagt ze. 'Ik ben niet alleen. Er zijn meerdere op de wereld.' Zeg ik. 'Maar als jouw echte papa een hybride was, waarom ga je dan niet naar hem toe?' Vraagt ze. Ik schud mijn hoofd. 'Hij leeft niet meer. Ik ken hem niet, Chels.' Zeg ik. 'Maar heeft hij geen papa en mama?' Vraagt ze simpel. 'Nee hij... Dat weet ik eigenlijk niet.' Zeg ik en kijk haar aan. 'Dan moet je met hun gaan praten.' Zegt ze simpel. Ik knik langzaam. 'Dat is zo gek idee nog...-'

'Lieverd? Kom je douche?' Vraagt mijn moeder, die m'n slaapkamer in komt lopen. Chelsay knikt vrolijk en rent de gang op. 'Je bad is klaar, ga er maar alvast in.' Zegt mijn moeder. Ze loopt mijn kamer in en sluit de deur achter haar.

Ik haal mijn hand door mijn haar en verberg mijn gezicht in mijn handen. Ik heb me sinds maanden niet meer zo kut gevoeld als nu.

Ik voel het bed naast me inzakken en mijn moeder komt naast me zitten. 'Vertel.' Ik schud mijn hoofd. 'Ik heb geen zin om te praten.' Zeg ik. Mijn moeder is even stil. 'Je vader maakt zich druk om je, Jack.' Zegt ze zacht. Ik ga rechtop zitten. 'Hij maakt zich zo snel zorgen.' Mompel ik. 'Lieverd, luister nou even. Je vader heeft me alles verteld en ik begrijp hoe je je voelt, maar...-' Ik sta op. 'Je begrijpt hoe ik me voel?' Roep ik uit. 'Je begrijpt er helemaal niks van! Niemand begrijpt er iets van en niemand gaat er ook wat van begrijpen. Ik ben een hybride, mam! Ik ben letterlijk een mislukkeling. Letterlijk! Ik heb al het ellendige van een vampier in me gekregen. De bloeddorst stopt niet en ik heb het blijkbaar nog steeds niet onder controle. Ik heb mijn fucking soulmate proberen te vermoorden!' Schreeuw ik kwaad. Niemand begrijpt er iets van.

Mijn moeder kijkt me gekwetst aan en is even stil. Ik probeer mezelf rustig te houden. Ik ben zelden agressief, boos of geïrriteerd,maar vandaag...

Je hebt dorst... Mijn wolf gromt bij mijn gedachten. Het is altijd een twee strijd. En met altijd bedoel ik áltijd.

Ik haal m'n hand door mijn haar. 'Sorry, ik bedoelde het niet zo...' Zeg ik. Mijn moeder staat op en glimlacht zwakjes, waar ze een kus op mijn wang drukt. Ik plof op mijn bed neer en mijn moeder loopt mijn kamer uit.

Ik slaap niet, ook van mijn vampier-kant, maar toch ben ik moe. Ik ben volledige kapot nu. Ik sluit mijn ogen, alleen om te rusten. Om even stilte te hebben. Maar die wordt me uiteraard niet gegund.

Je wilt bloed.
Laat me met rust.
Je wilt Kayla's bloed.
Ga weg.
Je hebt gewoon dorst.
Niet.
Ga naar buiten,
Nee.
En doe wat je wilt, wat goed voelt.

Ik ga rechtop zitten en voel met mijn tong aan mijn gegroeide hoektanden. Ik kijk in de spiegel en mijn ogen zijn bloedrood. Ik zie eruit als een monster.

Fack it ook eigenlijk!

Ik gris mijn mobiel van mijn bureau en typ een nummer in.

'Met Maaike.'

__________________________________________________
Tam tam tam!
Sorry voor het een tikkeltje-depressieve hoofdstuk, hopelijk was het wel een goed hoofdstuk. :)
Ik wilden jullie even bedanken voor alle reacties op dit verhaal, allemaal positief! Uiteraard als er kritiek is, mag dat ook gedeeld worden. ;-)

Much love!
Wolflovex

I was a wolf, and she my moonWo Geschichten leben. Entdecke jetzt