Hoofdstuk 30

1.1K 78 4
                                    

Hoofdstuk 30
Jacob p.o.v

Rustig loop ik de gang op. De gang waar alle gevangenen, gevaarlijke rogue's en in dit geval... Maaike, gevangen worden gehouden. Ik hoor gegil van Maaike en grijns. Mijn gevoel staat uit en ik moet zeggen: het is heerlijk.

Ik loop de cel van Maaike in. 'Het is genoeg.' Zegt James tegen de bewaker. Haar gezicht word omhoog getrokken uit de bak gevuld met Verbena. Haar gezicht ziet er verbrand uit, maar heelt zich binnen de kortste tijd weer.

Als ze me ziet ontbloot ze haar tanden naar me, waarna haar ogen rood kleuren. James staat op en loopt naar me toe. 'Jack, wat wil je hiermee bereiken? Ze gaat niks vertellen over het groepje vampieren waarmee ze jaagt.' Zegt James zacht. Ik knikt alleen maar en hurk naast Maaike neer. 'Jullie kunnen gaan.' Zeg ik tegen de wachters en James. James kijkt me even verbaasd aan. 'Ik spreek je zo.' Zeg ik tegen hem. Hij zucht en loopt, samen met de wachters, naar buiten toe.

Maaike kijkt me fel aan. 'Kijk zo niet chagrijnig. Ik wil dat je me helpt.' Zeg ik. Maaike fronst. 'Je hebt net zonder reden mijn hoofd in een bak met verbena laten duwen, ik heb geen reden om je te helpen.' Zegt ze langzaam en kijkt me fel aan. Ik trek mijn wenkbrauwen op. 'Oh geloof mij maar. Je gaat me helpen.' Zeg ik. Maaike's gezicht betrekt, wetend dat ik er alles aan zal doen om m'n zin te krijgen. 'Wat wil je dat ik voor je doe?' Zucht ze.

'Jij hebt veel contacten met vampieren en weerwolven die jagen op mensen, toch?' Vraag ik. Maaike knikt langzaam. 'Je moet me helpen met m'n vader's familie te vinden.' Zeg ik en haal de handboeien met verbena van haar polsen af. Ze wrijft over haar polsen heen, die direct weer helen. 'Ik dacht dat jij niks van je vader's hybride kant moest hebben?' Vraagt ze. Ik haal mijn schouders op. 'Ik wil gewoon weten hoe mijn vader was.'

Ze fronst. 'Ik wil niks met hybrides te maken hebben. Hier is het probleem: een hybride is veel sterker en sneller dan ik ooit zal zijn. Ik ga niet met jouw hybride-familie bemoeien.' Zegt ze fel. Ze kijkt me aan en wilt opstaan, maar ik druk haar terug op haar knieën. Ik duw haar hoofd terug de bak verbena aan. Als ik haar omhoog trek, zit haar gezicht onder de brandwonden van de verbena.. 'Nou Maaike, dan heb ik een leuke oplossing. Of je helpt mij of ik verbrand je leven in de verbena.' Ze ontbloot haar tanden naar me, waarna ik haar opnieuw in de bak verbena duw, maar deze keer langer. Mijn wolf piept luid, maar ik negeer mijn gevoel volledig.

Hardhandig trek ik haar omhoog, ze bijt op haar lip en ik zie tranen in haar ogen vormen. 'Je gaat steeds langzamer helen, schat.' Zeg ik en ga met mijn hand over de brandwond. Ze zegt niks en kijkt voor zich uit. 'Ga je me helpen of niet?' Vraag ik. Ze is even stil. 'Best, ik help je.' Zegt ze en kijkt me boos aan. Ik grijns en sta op.

'Je hebt mijn telefoon nummer, toch?' Vraag ik en kijk haar aan. Ze knikt langzaam. 'Je hebt je gevoel uitgezet.' Zegt ze verbaasd. Ik frons. 'Joh, heb ik van jou geleerd, weet je nog.' Ze zegt niks meer. 'Dus, je help me?' Vraag ik. 'Ja...'

Ik hurk achter haar neer. 'Oh en Maaike, ik weet dat jij nogal een hobby hebt om mensen voor de gek te houden...' Ze zegt niks en kijkt voor haar uit. Hard trek ik haar aan haar haar naar achter, waar een pijnlijke kreun haar mond verlaat. 'Maar ik laat me niet meer voor de gek houden. Begrepen?' Vraag ik rustig. Maaike maakt moeizaam een instemmend geluid. 'Je hebt m'n nummer. Je belt me als je iets weet.' Zeg ik en laat haar direct los, waarna ze in een flits de cel uit rent.

James p.o.v

Maaike flits langs me heen, de kelder, met daarin de cellen, uit. Ik zucht. Jacob veranderd weer. Zonder dat hij het doorheeft, komt zijn vampier kant naar boven. Dat zie je niet aan de bloeddorst of rode ogen. Dat zie je aan zijn sadistische gedrag, wat zijn weerwolf niet heeft. Daarom zet hij zijn gevoel uit, zodat hij geen last heeft van zijn weerwolf.

Ik loop de kelder in, waar Jacob net opstaat uit Maaike's cel. Ik knik naar hem en hij wilt naar me toe lopen, als hij tegen word gehouden door een meisje, van rond de zestien, die in een van de cellen zit. Ze is een rogue, een paar maanden terug was ze op Chelsay gesprongen toen ze buiten was.

'Hee Alpha!' Schreeuwt ze en slaat op het tralies. Jacob kijkt haar aan. 'Wat?' 'Sinds wanneer doet de Alpha zaken met de duivel?'

Rogue's en vampieren werken nooit samen. Vampieren zijn nou eenmaal vaak in groepen, rogue's alleen. Groepen vampieren gaan nog wel eens ruzie's zoeken met Rogue's, uit pure verveling.

Jacob kijkt haar aan en ik zie zijn ogen rood worden. Hij ontbloot zijn vampier-hoektanden naar het meisje, die hem geschrokken aankijkt. Jacob rukt de deur open... Correctie: kapot en loopt het meisje haar cel in. 'Jacob!' Probeer ik. Hij zet zijn tanden in het meisje haar nek, waarna een luid gegil haar mond verlaat.

Een paar seconde later, laat hij haar op de grond vallen en loopt naar mij toe. 'Zorg jij dat het even opgeruimd wordt, wil je?' Zegt hij en loopt langs me heen, naar boven, de kelder uit.

Ja, dit loopt uit de hand.

I was a wolf, and she my moonWhere stories live. Discover now