Deel 4, 16 juni 1624

95 24 1
                                    

Liefste Lynne,

Weet je nog, van mijn goede voornemens gisteren? Dat ik voor Rompus op zou komen? En dat ik het eten op zou eten? Nou, ik heb het gedaan. Toen Roderick Rompus uit begon te schelden om zijn dikke lijf, en kokhalsbewegingen begon te maken toen hij het eten zag, werd ik dus echt goed boos.
'Maak jij dan zelf eens een keer eten klaar, als je het zo goed weet.' schreeuwde ik buiten mezelf van woede, 'En jij doet hier ook gewoon echt níéts op dit schip, zelfs als je nou net zoveel deed als die daar', ik maakte een gebaar naar een willekeurige matroos, 'dan zou je nog steeds het recht niet hebben om te zeuren. Maar dan was ik misschien iets minder boos op je geworden.'
Ik hijgde helemaal van mijn uitbarsting, en toen dacht ik pas over mijn woorden na. Was dat wel zo slim geweest?
De matrozen barsten in lachen uit. Niet alleen om Rodericks verbaasde en verraste gezicht, maar ook om mijn verhaal. En omdat ik was opgekomen voor Rompus. Hulpeloos liet ik me weer op mijn stoel vallen, en met moeite werkte ik het eten naar binnen, tot het helemaal op was.
Toen keek ik even naar het gezicht van Rompus. Zijn mond was uitdrukkingsloos, maar zijn ogen lachten. Zoals alleen hij dat kan.

Brieven van ZeeWhere stories live. Discover now