Deel 6, 22 juni 1624

81 27 4
                                    

Lieve Lynne,

Sorry voor mijn barbaarse handschrift op dit moment, maar de boot schommelt heel hard heen en weer. Niet zoals die gammele schommel bij ons thuis hoor, dit gaat veel schuiner, en harder! En, nu ik deze schommelboot heb meegemaakt, durf ik wel te zeggen dat onze houten schommel thuis veel leuker is... Ik kan amper stilzitten zonder mezelf vast te houden, en ik verwacht eigenlijk dat ik zo naar boven wordt geroepen, om te helpen met hozen. Het regent en waait heel hard, als ik maar even naar boven ga wordt ik vast meteen meegesleurd door de wind. Vandaar dat ze me nog niet roepen, denk ik. Omdat ik zo klein ben. En ze vinden me vast ook heel dom en slap. Een klungel. Want toen ik gister omhoog klom, via de touwen naar het kraaiennest, viel ik bijna naar beneden. Roderick schoot in een schelle, gemene lach, en hij schold me uit voor klungel. Het eten van Rompus wordt echt nog steeds als maar smeriger, - het verbaast me dat dat nog kan - en Roderick zeurt alles bij elkaar voor de kapitein, of hij toch niet iets anders kan krijgen. Maar kapitein Hugo is zo verstrooid dat hij Roderick meteen uit zijn hut laat schoppen. Ik snap de kapitein trouwens echt niet, want ondanks deze heftige storm - de regen klettert ondertussen steeds harder tegen het schip, ik ben bijna bang dat de regen door het half vergane hout heen slaat, maar dat zal vast niet - blijft hij steevast doorvaren. Misschien merkt hij het niet eens, zo verstrooid als hij is. Maar áls hij het al zal merken, denk ik dat hij zo in paniek zal raken dat hij meteen alles overboord gooit om het schip wat te lichten en niet te zinken. Of hij gaat regelrecht terug zijn hut in, en dan zou hij zorgen dat alle matrozen op het dek gaan, desnoods ik, maar als er met hém maar niets overkomt. Hij zegt ook elke avond dat er toch echt morgen een hevige storm komt, en dat we daarvoor de maatregelen moeten treffen. Maar de matrozen die al wel eens eerder een zeevaart gemaakt hebben, lachen hem achter zijn rug uit.
En dat is niet eens als ze een hele fles sterke drank op hebben.
Ze drinken veel! Het wordt steeds erger. Elke avond hoor ik ze lachen, schreeuwen en brullen.
Één van de eerste avonden was ik meegegaan, voor de lol, maar ze duwden me meteen een fles met sterk geurend spul onder mijn neus. Ik voelde me wel een beetje verplicht om te drinken, en ik waagde een slokje. En het was smerig! Het brandde enorm in mijn keel, en ik moest heel hard hoesten. Ze lachten me allemaal uit, al helemaal toen ik van het dek afrende om wat water te gaan drinken, om die verschrikkelijke smaak weg te spoelen. Helaas hielp het niet...

Ik word op dit moment een beetje bang. Ja Lynne, zelfs je broer wordt ook wel eens bang. Maar het gaat echt heel hard, het hout piept en kraakt.

Wacht, ik hoor Ewan schreeuwen, eens even luisteren wat hij zegt...
Nee, ik hoor nu ook gestamp. Wat nu weer?
Iedereen moet aan het dek komen helpen, riep één van de matrozen die naar beneden kwam om ons te halen.
Maar het gaat echt hard. Heel hard. Als ik nu ga staan dan val ik vast meteen om. Wacht, nu moet ik echt gaan. Anders sleuren ze me aan mijn oren naar boven, zeggen ze. Ik wil liever geen uitgerekte oren, dus ik ga maar.
👐

Brieven van ZeeWhere stories live. Discover now