Deel 9, 26 juni 1624

65 25 3
                                    

Lieve Lynne,

Sorry dat ik gisteren niet verder ging met mijn verhaal, maar ik sliep al in. Maar wat er toen gebeurde...

Toen we een lekker plekje gevonden hadden gingen we slapen. We waren doodop van deze dag, ook al was het maar een hele korte dag. Al snel sliep ik, op mijn lekker zachte en warme bladerbed. Ik droomde over een enorm schip, waar ik op zat, dat in tweeën brak, het ene deel dreef naar een eiland en het andere deel zonk naar de bodem van de oceaan. Ik stond op het punt te verdrinken, toen ik opeens wakker werd. Het regende pijpenstelen, de wind floot en de bliksem schoot door de lucht. Ik had geen idee wat voor tijdstip het was, maar ik had het gevoel dat ik de hele volgende dag had doorgeslapen en nu in de nacht wakker geworden was. Dat zou wel eens kunnen kloppen, want ik had honger als een paard. Ik ging op zoek naar de vruchten die we de vorige dag op hadden en at ze gulzig op. Het onweer donderde hevig door de lucht, en ik was inmiddels doordrenkt van de harde regen.

Plotseling schrok ik op van een luid geschreeuw, het klonk erg angstig, het geluid ging door merg en been. Ik schoot overeind en ook Roderick kwam gepaard met luid gekreun langzaam omhoog. Ik strompelde, de hevige pijn negerend, naar het strand, naar de branding waar het geluid vandaan kwam. Eerst wist ik echt niet wie het was, maar plotseling schoot het door mijn hoofd.
De kapitein. Kapitein Hugo.
'Het is kapitein Hugo!' schreeuwde ik naar achteren, naar Roderick die moeizaam aan kwam rennen. Maar mijn stem ging verloren in de wind. Maar toch knikte hij, als teken dat hij ook al te weten was gekomen wie het was. Toen zag ik het. Hoewel het donker was wierp de maan een spookachtig licht over de woelige zee. Het was nog net niet zo erg als op ons schip, maar de zee ging hevig tekeer. Een lichaam werd heen en weer geslingerd tussen de golven, en het geschreeuw klonk nog maar zacht.
Toen stond ik vlak voor de branding. Wat moest ik nu doen? Ik kon niet zwemmen, en ik was nog lichter dan de kapitein, dus het zou alleen maar nog een leven kosten als ik het water in zou gaan. Toen kreeg ik een idee. Ik pakte het touw wat nog om mijn middel zat, en toen wenkte ik Roderick. Zacht legde ik hem mijn plan uit. Hij stemde onmiddellijk met me in, en ik bond het touw rond zijn middel. Toen bond ik het andere eind vast aan een loodzware steen. Meteen stapte Roderick het water in. Ik beet op mijn nagels. Red hem alsjeblieft Roderick, dacht ik zenuwachtig.
Hij worstelde met het water, maar na een kwartier kwam hij doodmoe het water uit, met een slap lichaam op zijn rug. Ik wilde het bijna uitschreeuwen van vreugde, maar dat stierf weg toen ik de kapitein zag.
Al zijn kleren waren gescheurd en bebloed. De aanblik maakte me duizelig en ik trilde even op mijn benen. Maar ik wist dat ik moest helpen. Ik maakte het touw zo snel mogelijk los, wat niet echt lukte met mijn verkleumde vingers. Maar uiteindelijk kreeg ik het los, en ik ondersteunde Roderick naar de open plek.
De kapitein werd neergelegd op mijn bed (nou ja, bed) en Roderick wilde te werk gaan.
Maar ik kon het niet aanzien. Zijn gezicht zag doodsbleek en hij zag er hondsmoe uit. Ik duwde hem op zijn bladerbed en fluisterde hem in zijn oor dat hij mocht gaan slapen. Er verscheen meteen een dankbare glimlach op zijn gezicht, en hij plofte opgelucht neer op zijn bed van bladeren en mos.
Ik knielde even neer bij de kapitein. Er zaten grote, oppervlakkige wonden over zijn hele lichaam. Ik pakte de kom van buiten die ik buiten had gezet toen het hard begon te regenen, en ik depte voorzichtig zijn wonden daarmee schoon. Ik doopte een blad in het water en legde het op zijn voorhoofd, om het wat te koelen. Zijn voorhoofd was erg heet, wat zou het zijn? Ik goot voorzichtig nog wat water in de mond van de kapitein, en ik plofte neer op het zand, aangezien de kapitein op mijn bed lag.

Ik deed een poging om te slapen, maar ik zag alleen maar iemand, alsmaar drijvend in de golven voor me.
Jij was het.
Snel duwde ik het beeld van me af. Jij ligt al lang onder de wol, veilig en warm thuis.
Met die geruststellende gedachte, viel ik uiteindelijk in slaap.

Brieven van ZeeWhere stories live. Discover now