0,4

318 23 0
                                    

'Wie ik ben?' vroeg hij verbaasd.

'Ja, en vertel verder nog wat leuke dingetjes over jezelf.' Hij ging wat anders tegen de muur aan zitten. Zijn warmte leek mijn lichaam binnen te dringen. Tegenover ons stond een vuilnisbak die stonk. Het steegje was klein en vies, maar tegelijkertijd warm. Dat kwam door hem, dat wist ik bijna zeker. 'Ik ben Calum Hood en ik ben twintig jaar. Ik kan de bass bespelen en zat ooit in een bandje, maar nu niet meer. Ik hou heel erg van gamen, voetballen, muziek maken en spelen. Ik heb een ouderen zus en twee hele lieve ouders. Ik heb een zwak voor honden, vooral die met grote ogen en puppy's. Verder vind ik het leuk om rond te hangen met m'n vrienden en om uit te gaan.' 'Klinkt als een super leven.' zei ik. Ik wist eigenlijk niet zo goed of ik het sarcastische bedoelde of niet. 'Ik hou van mijn leven, dus ja,' hij nam het dus niet sarcastisch op. 'Vertel jij eens wat over jezelf.' 'Leah Stone, achttien jaar, depressief, vriend-loos, slaapt het liefst heel de dag. Dat was het wel zo'n beetje.'
'Nou zeg, je hebt toch nog wel meer om over jezelf te vertellen.' Zei hij lachend, maar eigenlijk zag ik de lol er niet van in. Ik dacht even diep na, zou ik het hem zeggen? Nee, nu nog niet. Ooit, misschien. 'Uhm, ik woon samen met drie jongens die te veel meiden over de vloer hebben, te veel roken en stinken naar seks, alcohol en drugs. Ik ben daarom het liefst buiten en heb het liefste niks met ze te maken.' 'Kan je dan niet ergens anders wonen, bij je ouders of andere familieleden?' 'Ik heb geen contact meer met mijn familie.' zei ik zachtjes. Ik keek hem niet meer in zijn ogen aan omdat ik bang was dat als hij door zou vragen, dat ik dan zou gaan huilen.

'Waarom dan niet?' vroeg hij voorzichtig.
'Ruzie, ze vinden dat ik me anders moet gedragen en dat kan en wil ik niet.' Hij maakte een begrijpend geluidje. 'Verder, houd ik niet van het leven. Ik zie het niet in waarom we hier zijn, als God dan zo goed is, waarom gaan er dan mensen dood en worden er mensen ziek? Ik zie het nut van het leven niet.' 'Misschien gaat het niet om wat God wilt, maar om wat jezelf van het leven kan maken.' zei hij. Zijn ogen schoten steeds van mijn arm naar de muur en als ik praatte keek hij mij aan.
'Ik ga denk ik maar eens terug naar mijn krot. Kijken of ik iemand uit mijn bed moet trekken.'
'Dan ga ik ook maar eens naar huis.' zei Calum. Zijn naam was mooi en bijzonder. Ik had zijn naam nog nooit eerder gehoord en het trok mijn aandacht.

'Heb je wel iets van een mobiel?' Ik knikte en haalde hem uit mijn zak. 'Mag ik dan misschien je nummer?' 'Van mij wel. Als je me maar niet gaat spammen, dan vind ik alles prima.' Ik overhandigde mijn mobiel aan hem en hij zette zijn nummer erin. 'Dan zie of spreek ik je vast nog wel een keer, Leah.' 'Ja dat denk ik wel, Calum.' 'Je hebt trouwens een mooie naam.'
'Dankjewel.' zei ik verlegen. Was ik nu plotseling verlegen? Waar kwam dat opeens vandaan? Ik stond op en liep richting de straat. Calum pakte mijn hand beet en trok me in een knuffel. 'Let een beetje op jezelf.' fluisterde hij in mijn oor. 'Ik zou het proberen.' zei ik terug. Hij liet me los en knipoogde naar me. Ik liep het steegje uit, snel naar huis toe. Als ik doorliep was er misschien nog net een koud stuk pizza voor me over.

Calum's point of view
Ik wachtte totdat Leah de straat uit was en liep vervolgens dezelfde kant op als zij. Eigenlijk moest ik de andere kant op, maar ik wilde zeker weten dat ze thuiskwam en niet als nog besloot om terug te gaan naar die brug.
Ik zag dat er iets glimmend op de grond lag. Ik pakte het op en bekeek het, het was een kettinkje met een hartje eraan. Zou het van Leah zijn? Ik stopte het in mijn zak, als ik haar nog eens zag zou ik het haar vragen.
Iets in me zei dat ik beter niks met haar te maken kon hebben. Terwijl de andere kant me juist nieuwsgierig maakte. Waarom zou je jezelf zoiets aandoen? En waarom had ze geen contact meer met haar ouders? De vaagheid die ze had trok me juist tot haar aan en maakte me alleen maar meer nieuwsgierig  naar haar verhaal en leven. Zou ik haar ooit zo ver kunnen krijgen om te stoppen met snijden en haar weer kunnen laten geloven dat het leven het waard is om te leven? Leah was inmiddels al aan de andere kant van de straat en stond bij een deur te wachten. De deur ging open en ik hoorde haar iets zeggen tegen een jongen die de deur opendeed. Zou dat een van haar huisgenoten zijn? Als dat zo was kon ik me goed voorstellen dat hij naar seks, alcohol en drugs rook. Als je zag hoe hij eruit zag dan kreeg je gelijk kots nijgingen. Hij droeg een wit shirt met allerlei soorten kleuren vlekken, zijn blonde haar leek wel een bos touw en ik wilde niet eens weten hoe hij rook. Ik wist in ieder geval zeker dat ze nu "veilig" thuis was en liep met een gerust hart naar mijn huis. Luke zou wel weer zeuren en me vragen waarom ik zo laat was. Maar dat maakte me niets uit. Hij zeurde maar.

Did he save me? Where stories live. Discover now