Deel 2 25; Geen optie..

663 43 2
                                    

Kaj's point of view.

Jai kijkt me geschrokken aan. 'Nee Kaj, dat is geen optie.' zegt Jai streng. Ik slik even. 'Ik moet.' zeg ik zacht. 'Moet dat Kaj? Denk je dat? Moet ik hem je weer pijn laten doen? Ik kwam hem net in het park tegen en hij is geen fuck verandert. Hij doet je zo nog iets.' zegt Jai. Ik slik even. 'Kaj, als je met hem gaat praten doet hij je misschien wat en ik zou mezelf nooit kunnen vergeven. Dus ik sta het niet toe.' zegt Jai streng. Ik geef een klein knikje. 'Dat weet ik, ik begrijp het.' zeg ik zacht. Manon haar telefoon gaat. 'Het is mijn moeder, ik moet even opnemen.'zegt ze en ze verlaat de kamer. Jai staat op. 'Ik haal wat te eten en nog een pijnstiller voor je.' zegt Jai en ik knik dankbaar. Hij verlaat de kamer. Ik sta op, wat enorm veel pijn doet. Ik trek mijn broek en schoenen aan en kijk uit het raam. Ik klim via de regenpijp naar beneden en kreun even van de pijn. Als ik Samuel kan vinden, kan ik hem misschien overhalen om normaal te gaan doen, ik moet het proberen hoe eng ik het ook vind. Ik strompel over straat op zoek naar Samuel. 

Jai's point of view.

'Jai!' klinkt een stem. Ik ren naar boven. 'Wat is er?' vraag ik. Ik open de deur. Kaj is nergens te bekennen. 'Waar is Kaj?' vraagt Manon. Ik slik even. Zijn kleren zijn weg, behalve zijn shirt. 'Fuck, hij is vast naar Samuel.' zucht ik. 'We moeten hem zoeken.' zegt Manon. Ik knik. We verdelen de plekken. 'Bel me als je hem vindt.' zeg ik. 

Ik loop het park in. Samuel zit nog steeds op het bankje. 'Heb jij Kaj gezien?' vraag ik bot. 'Niet gezien.' mompelt hij zonder op te kijken. 'Hij is toevallig wel op zoek naar jou.' zeg ik. Nu kijkt hij me aan. 'Hoezo?' vraagt hij. 'Geen idee, hij wilde met je praten.' leg ik uit. 'Leuk voor hem.' snauwt Samuel. 'Samuel hij is hartstikke zwak! Straks overkomt hem iets!' schreeuw ik. 'Precies goed.' antwoord hij. Ik zucht even. 'Als hij me zoekt, waarom belt hij me dan niet gewoon?' vraagt hij met een vieze grijns. Ik pak Kaj zijnt telefoon uit mijn zak. 'Ik heb zijn telefoon zo dat jij hem niet kan lastig vallen.' sis ik. Ik stop de telefoon terug in mijn zak. Ik slik even en draai me om. 'Aan jou heb ik ook niet veel.' zucht ik en ik loop weg. Wat als we Kaj niet vinden?

Tell me you love me -1 en 2Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu