6

278 7 0
                                    


Eva

Als snel zijn we op de plaats aangekomen en zie dat onder andere Thom van forensisch al aangekomen is. We lopen zijn kant op en worden snel opgemerkt. 'Goeiemorgen, op deze mooie maandagmorgen' zegt hij met een glimlach. Moet er zelf ook wel om lachen, want het is ook echt vroeg.

Thom verteld over de hand, het is een mannenhand. Als ik even sta te luisteren, merk ik dat Wolfs van mijn zijden geweken is. Even snel kijk ik het erf over.

Ik zie dat hij bij de deur staat, maar toch besluit ik nog even verder te luisteren.

Als ik richting het huis loop zie ik Wolfs meteen richting mij lopen. 'We hebben een lichaam'. Hij seinde naar Thom en we lopen samen achter hem aan het huis door.

Als hij een deur open doet komt er een stank mijn neus in, daardoor knijp ik meteen mijn neus dicht. 'Bah, wat een stank! Voel me meteen misselijk worden en een beetje schrik van wat ik zie. Op het bed ligt er een levenloze lichaam met op het gezicht een verwilderde blik. Thom richt zich meteen op het lichaam en Wolfs loopt de kamer uit.

Ik trek mijn latex handschoentjes aan en begin in een hoek van de kamer.

Even later hoor ik Thom mijn naam zeggen en hij laat mij de arm van de man zien. 'Hij mist een hand' zegt hij kort. 'Ja, dat zie ik ook wel'. Meteen laat ik mijn ogen over het bed vallen en zie een bloedspoor over het bed gaat. Ik loop om het bed heen en zie een bebloede zaag liggen.

Thom komt op me af gelopen en doet het in een zak. 'Lekker bezig Eva' en hij geeft me een duwtje. Ik probeer hem glimlachend aan te kijken. Thom doet zijn werk met humor. Op zich snap ik dat wel maar het past gewoon niet bij mij.

Ook Wolfs ik achter ons komen staan en ziet het voorwerp.

Als ik met mijn hoofd in een kastje zit hoor ik Wolfs achter me. Zonder na te denken stoot ik mijn hoofd tegen de bovenkant van de plank. 'Auw!' Gauw aai ik met mijn had over mijn hoofd. 'Eef, doe nou eens voorzichtig' hoor ik hem bezorgt zeggen.

'Wat is er?'. Hij laat een flesje zien, maar kan niet goed plaatsen wat het is.

'Dit flesje lach open in de hoek van de kamer en dit spul is brandbaar'. 'Dus hij wilde zijn sporen uitwissen'. Zei ik. Wolfs seint naar Thom en laat ook aan hem het flesje zien. We overleggen even en Thom belt collega's om hem te helpen. Ik neem het flesje mee naar het lab en ga het daar verder onderzoeken. Ik schrijf wat dingen op over het flesje. Wij besluiten om meer informatie over het flesje in te winnen.

In de auto terug naar het bureau is er een stilte gevallen en weet ook niet goed wat ik moet zeggen. De rit met de motor had voor mijn gevoel ons beide goed gedaan. Het was heerlijk zo dicht bij hem te zijn maar begrijp gewoon niet waarom hij me niet wil vertellen wat er met hem is. Weet zelf ook echt wel dat ik de makkelijkste niet ben. Ik voelde een waas van misselijkheid op komen en probeer het te onderdrukken. Gelukkig kon ik het binnen houden. Probeer me te concentreren op het autorijden.

Als ik het kantoor van Mechels in loop is ze druk aan de telefoon en gebaart met haar hand dat ik even wachten. Ze rond het gesprek af en hangt op.

'Vertel Eva, wat hebben jullie gevonden?' ze kijkt me afwachtend aan. 'De hand is van David Sluis, hij is 44 jaar oud. We vonden hem op de slaapkamer met een afgezaagde hand. De zaag heeft Thom mee naar het lap en houd ons op de hoogte". 'Wolfs heeft trouwens nog een flesje gevonden in de hoek van de kamer'. Voordat ik verder kan vertellen heeft ze me al onderbrokken. 'Wat voor een flesje?'. 'De dader heeft waarschijnlijk geprobeerd om het huis in de brand te steken, maar blijkbaar is dat niet geluk'. Haal het briefje uit mijn zak met de aantekeningen van het flesje en geef het aan Mechels. 'Ga na waar ze dit op korte termijn verkocht hebben en ga achter de familie aan'. Dit had ik al lang bedacht. Ik knik en loop richting mijn bureau.

Als ik achter mijn computer dingen aan het uitzoeken ben, kan ik het niet laten om even over mijn scherm te kijken. Wolfs verplaatst een balletje van zijn ene hand naar zijn andere hand. Dit doet hij vaak als hij nadenkt.

Terwijl ik nadenk voel ik een hand op mijn schouder en hoor een vertrouwden grinnik van Marion. Na haar even gesproken te hebben wat hun bezig houd. Besluit verder rond te gaan bellen voor het flesje.

Na wat telefoontjes met verschillende bouwmarkten/winkels en begin ik een leeg gevoel te krijgen. Ik sta op en loop richting Wolfs. Klop met twee handen op zijn schouders ' lunchtijd makker!'. Onderweg richting de auto merk ik dat ik geniet van het lekker weer, vogels fluiten en zonnetje op mijn gezicht. Leunend tegen de auto wachtend op Wolfs. Het duurde even, maar begon toch aardig trek te krijgen. Je kan ook wel een broodje uit de kantine maar toch een broodje bij de bakker dat is veel lekkerder.

'Eef, kom ga je mee?'. 'Tuurlijk, waarom duurde het zo lang?'. 'Niks, belangrijks'.

Met een heerlijk broodje liepen we het Vrijthof op. Zag ik een mooi plekje om te zitten en rustig ons broodje op te eten. De geur van Wolfs zijn broodje kwam mijn neus in. 'Bah, ik snap nog steeds niet dat jij dat lekker vind'.

'Kom op Eef, stel je niet zo aan het is onwijs lekker'.

'Zou ik vanavond iets lekker voor je koken en geen chinees'. Met een sip gezicht kijk ik weg.

Als we ons broodje op hebben lopen we weer terug richting de auto. Onderweg hebben Wolfs en ik over wat we vanavond gaan eten. 'We moeten nog wel boodschappen doen en zou ik andere iets van een ovenschotel maken?'. Ik haalde mijn schouders op 'Je doet maar!'.

Wolfs

De dag daarna stonden we gewoon op. We gingen werken alsof er niks aan de hand was. Ik was aan het nadenken met een balletje in mijn handen. Ik gluurde even naar Eva en toen ik zag dat zij naar mij keek, keek ik snel weg. Zij hoefde niet te zien dat ik staarde. Ze liep naar me toe en vertelde dat we gingen lunchen. We liepen samen naar het bakkertje. "Ik koop wel die broodjes. Ik weet wel wat jij wilt." Ze lachte en leunde tegen de auto aan. Ik liep naar binnen en daar zag ik opeens Mark achter de toonbank staan. Ik bevroor meteen en wachtte totdat hij even naar achter liep en bestelde twee broodjes bij zijn collega en betaalde deze.

Ik liep naar buiten en richting Eva. "Waarom duurde het zo lang?" "Niks bijzonders" Ik gaf Eva een broodje kaas en had zelf een broodje met parmaham, mozzarella, tomaat en peterselie. Op het vrijthof hadden we een perfect plekje gevonden om te lunchen maar toen Eva mijn broodje rook trok ze een vies gezicht. "Gatverdamme, dat je dat lekker vind." "Je moet gewoon niet alleen maar Chinees eten. Je moet je smaakpapillen gewoon meer afwisseling geven. Weet je wat ik ga vanavond voor jou geen Chinees maken, maar iets lekkers." "Je doet maar, als het maar niet te vies wordt."

We lachten samen en liepen terug naar de auto en reden naar het politiebureau. Hebben we nog even verder gewerkt. Ik hoorde Eva bellen met verschillende bouwmarkten en verschillende afspraken maken voor morgen. "We hebben morgen zeker een paar afspraken??" Ze lachte en knikte vrolijk, en toen stonden we op. We moesten nog even boodschappen doen. Eva duwde verveeld het boodschappenkarretje vooruit en ik deed alle boodschappen erin. Toen we thuis kwamen begon ik meteen aan de ovenschotel. 

Flikken Maastricht ProtectionWhere stories live. Discover now