4 - De jongens

1.6K 97 25
                                    

Het is stil in de kleedkamers. Pijnlijk stil. Ik hef mijn hoofd op en ik zie dat iedereen mij aankijkt.

"Een liefdesbrief?", vraagt Sam en ik hoor een onderdrukte lach in zijn stem. Ik knik en  en kijk naar Mathias, om hem een teken te geven dat hij nu best iets kan zeggen. Hij trekt zijn wenkbrauwen op en fronst.

Waarom kunnen jongens nu niet die geheime taal onder de knie krijgen, zoals meisjes dat kunnen? Ik rol met mijn ogen en schudt mijn hoofd.

Ondertussen zijn alle jongens al aan het gniffelen en ze fluisteren zonder er echt op te letten dat ik er ook nog bij sta. Na een tijdje gaat het gefluister gewoon over in gelach en ik kan wel door de grond zakken van schaamte.

"Mathias, ik wil weg", zeg ik subtiel en hij knikt. "Leo, blijf even hier en stel je voor. Je hebt daarnet bewezen dat je daar toch goed in bent."

Mathias trekt zachtjes aan mijn mouw en leidt me mee naar buiten. Hij gooit de deur dicht en langs de andere kant hoor ik Leo zichzelf effectief voorstellen. Die gast neemt het allemaal wel erg serieus.

"San..." Ik zucht, want ik weet al wat hij gaat zeggen. Zoals altijd heeft hij gelijk, en ik ben het moe om iedere keer fout te zijn. "Ik weet al wat je gaat zeggen, oké?" Mathias kijkt me strak aan. "En toch ga ik het zeggen. Ik zei het toch dat de jongens er niets mee te maken hebben? Die weten van niks af."

Ik rol met mijn ogen en houd mijn gezicht lichtjes scheef. "Je doet net alsof het allemaal engeltjes zijn. En het zou niet de eerste keer zijn dat ze liegen, toch?" Mathias zucht en kijkt naar de grond. "Ik heb geen zin in deze discussie, San. We vinden de persoon wel die je de brieven stuurt. Maar de jongens hebben er echt niks mee te maken. Echt niet."

"Oké. Ik ga dan maar, voor ik nog meer gezichtsverlies lijdt." We lachen allebei en ik glimlach naar mijn beste vriend. "Veel succes nog met Leo." Mathias schiet opnieuw in de lach en dan leggen we allebei ons ene oor op de deur, om af te luisteren wat hij nu allemaal aan het zeggen is.

"Leo, is dat eigenlijk je echte naam?", hoor ik Sam vragen. "Nope. Komt van Leonardo, mijn mijn mama is Italiaans. Ik vond het maar een oude naam en nogal idioot klinken, dus heb ik er maar Leo van gemaakt."

"Cool", zegt Sam. "Mijn naam is Samuel, ik vond het ook nogal oud klinken." Ik en Mat kijken elkaar vragend aan en houden onze handen voor onze mond om niet luidop te beginnen lachen.

"Die gast is gewoon keihard aan het liegen!", fluister ik. "Jep, zijn echte naam is gewoon Sam", stemt hij in. "Ik heb het nog maar net gezegd over dat liegen en het is al van dat!"

Mat haalt zijn schouders op. "San, het kan hem onmogelijk zijn. Ik wil nu niet gemeen doen, maar die gast kan dat gedicht zelfs niet bedenken." Ik lach en knik. Dat is wel waar natuurlijk.

"En trouwens, ik heb de indruk dat hij indruk wil maken op iemand anders", grijnst hij. "Nee? Sam?", vraag ik verbaasd, "die heeft toch een lief?" Mat haalt opnieuw zijn schouders op. "Wil niets zeggen, toch?"

"Valt die op jongens?", vraag ik en de nieuwsgierigheid klinkt duidelijk door in mijn stem. "Weet ik niet. Kan toch? Hij gaat het in ieder geval niet aan ons allemaal vertellen. Dat kan gewoon niet in de voetbalwereld."

Ik weet zelf niet goed wat ik ben. Ik ben nog nooit verliefd geworden. Maar ik weet een ding, en dat is dat het echt niet uitmaakt op wie ik verliefd wordt; jongen of meisje. Het maakt me echt niet uit.

De schrijver van de liefdesbrieven is nog steeds geslachtsloos, maar ik heb toch een vermoeden dat het om een jongen gaat.

"Waar denk je aan?" Mathias weet niet dat ik zowel op jongens als op meisjes val. Ik kan niet voorspellen hoe hij gaat reageren. Langs een kant weet ik wel dat hij nooit kwaad zou worden om zo een stomme reden, maar toch.

"Niets. Ik ga maar weer." Hij knikt en zegt: "Tot maandag, dan." Ik knik ook en loop terug naar mijn fiets.

Ik fiets naar huis en denk na over de persoon. Als ik er vanuit ga dat het geen grap is, moet het wel iemand zijn die ik toch redelijk goed ken en met wie ik op z'n minst al eens gepraat heb. Of misschien juist niet, want dat is toch net het punt van een liefdesbrief: iemand die je ziet zitten zeggen dat je hem ziet zitten via een brief, omdat je er niet tegen durft te praten.

De voetbalvrienden en Lucy zijn het al niet. Er zitten nog elf andere mensen in mijn Engelse klas, Mathias en mezelf niet meegerekend.

Man, dit is zo vermoeiend. Ik heb elf potentiële brievenschrijvers. Vier meisjes en zeven jongens. Hoe kan ik nu ooit te weten komen wie het is?

Wanneer ik thuis aankom neem ik het briefje uit mijn achterzak. Het handschrift is klein en hoekig, en het lijkt alsof de persoon anders schrijft dan hij of zij normaal doet. Wat ook logisch is, want indien die dat niet zou doen kan ik gewoon even subtiel tijdens Engels naar het handschrift gaan kijken.

Pieter-Jan, Elias, Charlotte, Liam, Miel, Jonas, Wiene, Sanne, Wouter, Hannes en Kato. En misschien moet ik Mathias ook maar meerekenen, het klinkt misschien absurd maar je weet maar nooit. En dan is er ook nog Leo.

Ik ga op mijn bed liggen en staar naar het plafond. Sommige schrijvers en uitvinders zijn zo al op geweldige ideeën gekomen, gewoon door naar boven te staren. Misschien krijg ik ook gewoon wel plots een fantastische ingeving.

Het briefje hou ik in mijn hand en ik kijk er nog even naar. In principe is het wel lief natuurlijk. Nee, Sander. De liefde is belachelijk.

Ik vraag me af hoelang ik dat mezelf nog ga laten geloven.

-

Volgend hoofdstuk komen jullie meer te weten ;)
Wat vonden jullie ervan? Vertel het me zeker in de comments!
Trouwens ook bedankt voor de reads en votes!!

Liefdesbrief | BoyxBoyWhere stories live. Discover now