Het Vertrek

119 6 4
                                    

Het duurde lang totdat ik een beslissing had genomen. Het was diep in de nacht en ik was eruit. Ik zou terug gaan en mijn familie zoeken. Ver voor zonsopgang begon ik met spullen inpakken. Ik had weinig bezittingen, maar alles wat ik had is mij erg dierbaar. Ik nam mijn twee werpmessen mee, en mijn Saksisch mes. Verder had ik qua wapens nog pijl en boog. Dat wapen had ik moeten kiezen toen ik tien werd, het was een hele ceremonie. Verder nog wat kleren en eten, ik kon nu gaan. Omdat ik mijn grote tent niet mee kon nemen had ik een klein reistentje mee, voor het geval ik geen dorp kon bereiken voordat het weer donker werd. Ons kamp lag in een erg afgelegen gedeelte van het woud, ik kon nooit te voorzichtig zijn. Niet dat ik bang moest zijn voor rovers maar het zou vanaf nu alleen maar kouder worden, en dan heb ik toch liever een dak boven mijn hoofd. Ik pakte de rest van mijn spullen en liep voorzichtig naar de stallen, waar Galdur stond. Vlak voor de stallen stond iemand op wacht, maar hij zat naar het vuur te staren en kon zo moeilijk in de verte kijken nu het donker was. Ik liep voorzichtig achter hem langs, zonder dat hij het merkte. Dit is het resultaat van jaren training, toen ik dichterbij kwam zag ik dat het zelfs mijn trainer was. Blijkbaar had hij een zware dag achter de rug. Ik liep als laatste lang mijn vader zijn tent, een klein lichtje brandde. Hij was waarschijnlijk nog bezig met werk ofzo. Ik liep door naar de stallen en deed nog wat proviand in de zadeltassen. Ik gaf Galdur een klopje zodat hij wist dat ik het was. Galdur was zo getraind om niemand op hem te laten behalve ik. Ik gaf Galdur het teken dat hij heel zachtjes moest lopen en zo reden we weg de donkerte in. Ik keek nog even achterom toen ik wilde vertrekken en zag daar mijn vader staan, hij keek mij aan en knikte. Hij liet mij gaan, even keek ik nog naar hem maar toen gingen we in draf het woud in.

Het was nog donker en erg koud, ver onder het vriespunt. Ik had mijn cape omgedaan en mijn capuchon over mijn hoofd getrokken. Het regelmatige geluid van paardenhoeven maakt mij erg moe, en ik viel in slaap. Ik denk dat we zo nog een paar uur doorreden want ik werd wakker terwijl de eerste lichtstralen tevoorschijn kwamen.

Toen ik nog diep aan het slapen was schrok ik wakker van een geluid. Ik ging weer rechtop zitten en keek rond of ik kon zien waar het geluid vandaan kwam. Ik zag niks, maar toen hoorde ik het weer. Het was een metaal-achtig geluid, zoals een soort smid. Toen was het er weer, nu kon ik horen waar het vandaag kwam. Ik pak mijn map erbij en kijk of iets kan herkennen. Het is een map die ik zelf had gemaakt tijdens mijn opdrachten, hij had ongeveer de grootte van een kleine provincie. Ik keek er goed naar en zocht naar een dorpje, die toch ergens in de buurt moet zijn. Op de kaart stonden maar twee rivieren, en in de verte hoorde ik eentje stromen. De andere rivier was helemaal aan de andere kant van de kaart en ik ben de hele nacht naar het Noorden gereden, dus het moest wel de eerste zijn. Deze rivier heet de Raaf, en dicht bij de Raaf ligt een klein dorpje met een paar huizen die ook de Raaf heet. Waarschijnlijk zijn ze naar elkaar vernoemd. Toen ik nog een klein stukje verder reed zag ik huizen verschijnen, ik keek op de kaart en zag dat hier niks getekend was. Ik pakte een potlood en maakte er een tekentje bij. Gek dat ik dit nog nooit eerder heb gezien. Ik besloot eerst naar het riviertje te gaan om mijn water bij te vullen, ik was dat vergeten te doen voordat ik vertrok en mijn mond was erg droog. Bij het riviertje begon Galdur tevreden te grazen. Toen ik water wilde bijvullen viel me iets op in de rivier. Er dreven allemaal kleine witte blaadjes in. Ze kwamen allemaal van het dorpje vandaan. Toen ik naar het dorpje keek, wat vanaf hier erg goed te zien was, zag ik dat alle huizen waren verwoest door brand. Er was geen hond te bekennen. Ik besloot mijn water een andere keer te vullen en naar het dorpje te gaan. Ik deed mijn waterzak weer dicht en liep terug naar Galdur, die nog tevreden zat te grazen. We gingen op weg naar het verbrandde dorp.




ChinoukWhere stories live. Discover now