Onsterfelijk

41 4 1
                                    

POV Lucas:

Mijn hoofd bonkte als een gek en alles was wazig. Wat was er gebeurd? Het enige dat die spreuk moest doen was een opening creëren zodat we konden ontsnappen uit de kerker, maar dit leek veel serieuzer. Was dit een soort bijwerking van de spreuk? Ik probeerde rechtop te zitten, en gelukkig werd de hoofdpijn hierdoor minder erg. Het was erg donker in de kerker, dus het duurde even voordat mijn ogen gewend waren aan het felle ochtendlicht. Toen ik eindelijk wat meer kon zien zag ik dat alle dorpelingen om me heen lagen. Ik keek toe hoe de aderen langzaam verdwenen en hun huid weer kleur kreeg. Het zag er magisch uit. Ik keek rond om te kijken waar Chinouk en Avery waren. Ze zaten een paar meter verderop. Chinouk lag nog bewusteloos op de grond, met Avery over haar heen gebogen. 'Chinouk!! Nee! Niet nu, dit kan niet!' Hij zag er verschrikkelijk uit. Zijn ogen waren rood doorlopen en er liepen tranen over zijn wangen. Ik zag nu pas wat er aan de hand was, er stak een pijl uit Chinouk haar borstkas. Avery zag dat ik wakker was geworden en keek mij wanhopig aan. 'Doe dan iets!' Ik wist even niet wat me overkwam. Een elf had haar waarschijnlijk net voor de spreuk werkte neer kunnen schieten. Ik stond op en liep nog een beetje wankelend naar ze toe. Ik knielde naast Avery en pakte mijn boekje met spreuken erin. Ondertussen pakte Avery Chinouk haar hand. 'Alsjeblieft!' Hij liet haar los en stond op, nu begon hij te schreeuwen. 'Wat gaat een spreuk hieraan doen?' Hij zag er woedend uit, ik wist wel dat hij niet boos op mij was, dus ik reageerde niet. Er moest ergens in dit boekje een spreuk staan dat iemand kon genezen, maar waar? Ik legde mijn oor op haar hart om te luisteren of haar hartslag er nog was. Het was heel vaag, maar het was er nog. We hadden weinig tijd. Avery knielde weer naast ons en pakte Chinouk haar hand weer vast. 'Waarom doet ze dit ons aan? Dit kan toch niet zomaar het einde zijn?' Net toen hij dat zei gingen de ogen van Chinouk open, ze keek Avery aan en probeerde wat te zeggen. Het was alleen slecht te verstaan, haar stem klonk erg schor. Avery ging dichterbij zitten. 'Haal... de pijl eruit..' Lucas boog weer naar achteren en keek naar de pijl. 'Weet je het zeker?' Chinouk knikte. Dit kostte haar te veel kracht en haar ogen sloten weer. 'Chinouk! Blijf bij ons!' Avery raakte in paniek. 'Wat zei ze Avery?' 'Ze zei dat ik de pijl eruit moet halen, maar dat gaat ze nooit overleven.' Ineens kwam er wat in me op, iets wat me verteld was toen ik nog klein was en Chinouk nog thuis woonde. Zonder te aarzelen pakte ik de pijl en trok het uit Chinouk haar borstkas. 'Wat doe je!' Ik gooide de pijl weg en wachtte. 'Wat zit je daar nou? Je hebt haar zojuist vermoord!' Ik antwoordde zo kalm mogelijk. 'Ik heb haar leven gered. Wacht gewoon rustig af, alsjeblieft.' Avery bleef stil en keek naar Chinouk of ze wakker werd. 'Kijk.' Ik wees naar de plek waar de pijl zat. Het bloed dat op Chinouk haar kleren zat leek weg te trekken. De wond zelf groeide zelf ook langzaam dicht. 'Wat gebeurt er?' Avery geloofde zijn ogen niet. 'Dit is onmogelijk.' 

POV Chinouk

Ik voelde hoe mijn lichaam langzaam weer tot leven kwam. De pijl had gelukkig mijn hart net gemist, anders zou de pijn een stuk minder dragelijk zijn. De wond heelde en ik kon weer adem halen. Ik deed langzaam mijn ogen open om te kunnen wennen aan het licht. Lucas en Avery zaten bezorgd naar me te kijken, Avery nog met tranen in zijn ogen. Ik glimlachte. 'Ik dacht dat mannen niet konden huilen.' Avery lachte en veegde de tranen van zijn gezicht. 'Hoe kan dit? Je was net doorboord door een pijl en nu zie je er niks meer van.' Ik keek om me heen om te zien of ik tegen een boom aan kon zitten. Ik wees naar een boom een stukje verderop. 'Willen jullie mij even daar naartoe helpen?' Lucas en Avery pakten beide een arm en hielpen me naar de boom. Daar ging ik er tegenaan zitten. Ik zag dat de dorpelingen een voor een wakker werden en verward om zich heen keken. 'Ik vertel het later wel, eerst moeten we de dorpelingen helpen. Misschien kunnen ze ons meer vertellen over wat er met ze is gebeurd.' Lucas stond op. 'Blijf nog maar even zitten, ik vraag het wel.' Hij liep naar het dichtstbijzijnde persoon en knielde naast hem. Het was een bejaarde man. Lucas hielp hem naar een andere boom waar hij tegenaan kon zitten. 'Hoe waren jullie daar terecht gekomen, in de kerker?' De oude man keek een beetje glazig uit zijn ogen en leek zich niks meer te herinneren. 'Waar ben ik? Wat heb je mij aan gedaan?' Ineens zag je angst in zijn ogen. 'Een elf! Ren voor je leven!' De arme man raakte helemaal in paniek. Hij probeerde op te staan, maar viel meteen weer om. Lucas probeerde hem te kalmeren, maar het werkte niet. De andere mensen die wakker waren geworden liepen naar de oude man en gingen om hem heen staan. Lucas stond ook op. 'Kan iemand vertellen wat er met jullie is gebeurd? Hoe zijn jullie in die kerkers beland?' Niemand leek het te weten. Iedereen keek om zich heen om te kijken of iemand het zich nog herinnerde. Het bleef even stil totdat een man van achter de groep mensen naar voren stapte. 'Ons dorp werd aangevallen door de elven, daarna werden we ontvoerd en naar die kerkers gebracht. Daarna weet ik niks meer.' Ik stond nu ook op en liep naar Lucas. Hij leek niks terug te zeggen, hij zat maar naar die man te staren, dus ik antwoordde. 'En kunt u misschien iets vertellen over het dorp waar u woonde?' De man wilde al antwoorden maar Lucas was hem voor. 'Pap?'

ChinoukWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu