Teleportatie Bestaat

41 4 0
                                    

Ik pakte mijn zwaard snel in  mijn linkerhand en pakte een werpmes. Binnen een seconde gooide ik het naar de dichtstbijzijnde elf, die daarna gillend zijn wapens liet vallen en naar zijn zij greep. Ik zag vanuit mijn ooghoek dat Avery het gevecht aan was gegaan met de volgende elf terwijl ik over het levenloze lichaam sprong en naar de volgende rende. Ik gooide mijn zwaard in de lucht en ving het met beide handen op. Met een soepele beweging draaide ik rond en begon wild rond te hakken. Mijn tactiek bij zwaardvechten was om gewoon in het wilde weg rond te hakken, vaak had dit wel het gewenste effect. Ik heb altijd meer van bogen gehouden, maar die lag nog in het kamp bovengronds. Gelukkig had ik thuis nog wel een paar keer zwaard gevochten met Luz voor de lol, ik was een snelle leerling. Mijn willekeurige rondhakken had het gewenste effect, de ene na de andere elf viel schreeuwend neer. Er waren ongeveer zeven elven over. Snel rende ik terug naar Avery zodat we weer een front vormden. 'Ik wist niet dat je kon zwaardvechten' Zei Avery met een enorme grijns op zijn gezicht. 'Niet dat ik het zwaardvechten zou noemen...' Antwoordde ik terwijl ik teruggrijnsde. Ik draaide me om om naar Lucas te kijken. Hij keek bezorgd naar ons. 'Dit lukt wel hoor. Probeer uit te zoeken hoe we de spreuk wel goed kunnen doen.' Lucas knikte en begon door het boekje te bladeren. De zeven elven vormden een soort piramide vorm en begonnen toen weer naar ons toe te rennen met hun zwaard omhoog. Wij deden hetzelfde. De gang werd smaller naarmate we dichterbij kwamen, dus ik ging wat langzamer lopen. Avery begreep wat ik wilde doen en sprintte naar voren. Hij hield zijn zwaard omhoog en viel een elf aan. Hij probeerde aan de linkerkant van de tunnel te blijven zodat ik er nog net langs kon rennen. Ik snelde erlangs en hakte op de volgende elf in. Ik merkte dat mijn zwaardvechttactieken minder waren geworden. Dat was best logisch, nadat ik uit het huurlingenkamp was vertrokken had ik mijn zwaard nauwelijks gebruikt. 

Uiteindelijk waren aan mijn kant alle elven weg en ik keek achterom. Ik zag dat Avery nog bezig was met de laatste. Deze elf was duidelijker beter getraind dan de rest, ook had hij betere uitrusting en meer messen, waarschijnlijk was hij de leider van de groep. Ik haalde mijn werpmes uit een elf die uit de grond lag en gooide die naar de leider. Het mes kwam netjes in het midden van zijn rug, en hij schreeuwde het uit van de pijn. Hij bleef echter wel staan, het dikke leer van zijn harnas had de grootste klap opgevangen. Hij draaide zich om, zijn rug naar Avery draaiend en rende woedend naar mij toe. Ik stond er klaar voor, maar net voordat de elf mij bereikt had kwam er ineens een zwaard uit zijn borstkas. Hij keek verbaasd naar het stuk zilver dat hem doorboorde en viel eindelijk neer. Achter hem stond Avery, met zijn handen nog omhoog. 'Ik kon hem echt wel zelf aan.' Zei ik boos. Ik had me erg verheugd om dit tuig een lesje te leren, maar Avery was me voor. 'We moeten opschieten, er komen vast nog wel meer kansen voor je om je superieure zwaardvechtkunsten te laten zien.' Zei hij. 'Haha, grappig ben jij.' Grijnsde ik. Ik veegde mijn zwaard af aan een stuk stof van een elf en deed het weer terug in de schede. Met mijn werpmes deed ik hetzelfde. 'Laten we nu de spreuk goed doen.' Zei ik terwijl ik terug liep naar Lucas, die nog steeds op de grond zat door het boekje te bladeren. We gingen weer naast hem zitten. 'Weet je al wat we verkeerd deden?' Hij legde het boekje op zijn schoot en pakte mijn hand. 'Ik heb even rondgebladerd en realiseerde dat ik de uitspraak helemaal verkeerd deed. Nu gaat het lukken als het goed is.' 

Toen we elkaars handen weer vast hielden deed ik weer mijn ogen dicht. Lucas haalde diep adem en herhaalde de spreuk. 'Descendo... Locomotor... Coeli...' Er gebeurde even niets, maar we bleven zitten. Net toen ik dacht dat het een verloren zaak was werden we omringd door fel licht. Ik opende mijn ogen en zag dat wij allemaal oplichtten. Tot mijn schrik zag ik ook dat er een elf om de hoek kwam. Hij leefde nog nauwelijks, en sleepte zichzelf over de grond naar ons toe. Hij had een kruisboog in zijn hand dat hij op ons richtte. Ik kon niet naar hem toe rennen om hem te stoppen want de spreuk werkte al. Ik keek naar Avery en Lucas, maar zij hadden nog hun ogen dicht. Deze spreuk mocht snel werken, anders werd ik zo meteen doorboord door een pijl. Alles werd steeds waziger en ik kon de elf niet meer duidelijk zien. Mijn oogleden voelden erg zwaar aan, ik sloot mijn ogen.

ChinoukWhere stories live. Discover now