De Redding

67 5 0
                                    

Het werd kouder en kouder, mijn hele lichaam rilde en ik kon het niet stoppen. Al sinds die morgen had ik niks kunnen eten of drinken, dus mijn maag rammelde als een gek. Ik wilde wakker blijven, omdat ik bang was om anders niet meer wakker te worden. Het deken, dat de elf aan mij had gegeven, was een dunne cape die van een dunne stof was gemaakt. Dat hielp niet echt. Voor uren lang zat ik te bedenken wat Chinouk nu zou doen, was ze mij al aan het zoeken, of misschien was zij ook ontvoerd maar door andere elven of overvallers. De tweede optie leek mij onwaarschijnlijk, Chinouk had lang genoeg getraind en liet zich niet zomaar overvallen.

Het was pikdonker, ik zag dat twee elven op wacht stonden, allebei aan één kant van het kamp. De andere twee lagen te slapen, vlak bij het smeulende kampvuur.  Het waren maar enge wezens, ze waren veel groter dan mensen, en hadden een bleke huid, alsof ze al jaren geen zonlicht hadden gezien. Op een gegeven moment liep een elf die op wacht stond bij de opening van het veldje het bos in. Hij hield zijn zwaard paraat en liep voorzichtig het bos in. Het bleef even stil, totdat ik een doffe klap hoorde. Alle andere elven hoorde dit geluid ook en liepen voorzichtig naar de opening van het veldje. Er klonk wat geritsel. Twee van de elven, waaronder Vulred en nog een andere, liepen het bos in om te kijken waar het geluid vandaan kwam. Kymil bleef achter en hield mij in de gaten. De kans om te ontsnappen was weggevlogen, als Kymil hier ook bleef had ik geen kans. Hij hield mij nauwlettend in de gaten. Opeens zat er iets aan de touwen, ik schrok me even maar realiseerde toen dat het Chinouk moest zijn. 'Avery, ik ben het.' Het was Chinouk, ik had haar helemaal niet aan horen komen. Ze zat verscholen achter de dikke boom waar ik aan was vastgebonden. Ze maakte de touwen los, ik hield ze nog wel vast, anders kom Kymil het zien. 'Blijf hier, ik kom zo terug.' Fluisterde ze. Ik bleef stil zitten, Kymil had al die tijd naar mij gekeken maar had gelukkig niks gemerkt. Van de elven die het bos in waren gegaan was niets meer te horen, waarschijnlijk had Chinouk die elven uitgeschakeld. Kymil liep naar het kampvuur om daar te zitten, maar net toen hij zich omdraaide om weg te lopen viel er iets uit de boom. Het was een zwarte gedaante, die richting Kymil sprong. Het was Chinouk, ze was in de boom geklommen om de elf te overvallen. Ze sprong op zijn rug en klemde haar haar armen om zijn nek. Ze deed een soort van flick-flack naar voren, waardoor de elf wel mee moest gaan. Kymil, zo lang als hij was, viel onhandig op de grond en liet zijn zwaard vallen. Chinouk rolde door en sprong overeind tegenover de elf. Hij wist nog niet eens wat er aan de hand was en hij kreeg al een enorme klap op zijn hoofd. Hij raakte buiten westen. Chinouk rende naar mij toe en hielp mij overeind, al mijn spieren waren stijf geworden dus het was moeilijk voor mij om zelf te lopen. 

Chinouk's POV

Ik hielp Avery met opstaan, hij zag er erg vermoeid uit. 'Ga naar het kamp waar Galdur en Fidel wachten, loop alleen maar rechtdoor.' Ik wees naar de uitgang van het veldje. 'Je vind het wel. Ga nu!' 'Maar wat ga jij doen dan? Ik laat je niet achter bij deze elf!' Avery probeerde zelf te staan maar viel meteen weer om. Ik kon hem net vangen. Ik liet hem op de grond zakken en pakte een kruid uit mijn tas. Het was een kruid dat ik had het een keer gekregen van mijn vader toen ik mijn eerste opdracht alleen had voltooid. Het was een erg zeldzaam kruid, wat alleen gevonden kon worden diep onder de grond in grotten waar de atmosfeer net goed was. Het kon je binnen een paar seconden veel energie geven, Avery had dit nu nodig. Ik gaf het aan hem en hij at het met een vies gezicht op. 'Wat is dit?' 'Dit geeft je energie voor de komende tijd, ga snel naar het kamp en ga daar wat eten en drinken. Doe het snel want anders zak je helemaal in, het kruid werkt maar voor een bepaalde tijd. Ik wil er nog even achter komen waarom die elven jou zo graag wilden ontvoeren.' Gelukkig vond hij het prima en ging via het pad dat ik hem had aangewezen naar de paarden en Fidel. Nu was ik alleen met de elf die bewusteloos bij het kampvuur lag. Ik pakte twee messen, één in elke hand, en liep naar hem toe. Hij zal binnen een paar minuten weer bijkomen. Ik sleepte het lichaam naar de boom waar Avery aan vast zat gebonden en bond hem vast met dezelfde touwen. Daarna sleepte ik een stronk naar de boom om daar op te gaan zitten, wachtend tot hij weer wakker werd.

Ik wachtte rustig af, we hadden genoeg de tijd. Eindelijk opende hij langzaam zijn ogen en keek even rond. Ik keek hem aan, ik wilde graag zijn verhaal weten. Hoewel hij zag dat ik wilde dat hij ging praten leek het niet alsof hij van plan was om ook maar iets te zeggen, dat zag ik meteen. 'Wat brengt jou hier in dit bos, elf?' Hij keek mij stijfhoofdig aan. Ik gaf hem nog een paar seconden, maar hij zei nog steeds niks. 'Ik vraag het nog één keer. Wat doe jij hier?' Ik keek nu dreigender naar hem en speelde wat met mijn messen. Ik was hier niet om te theeleuten. 'Ze zullen mij vermoorden.' Antwoordde hij uiteindelijk. 'Wie gaan jou vermoorden?' Hij keek angstig naar het dichtbegroeide bos. 'Vesh' Fluisterde hij. Vesh ken ik wel, dat was de elf die naar de herberg kwam. 'Maak je maar geen zorgen, Vesh is hier niet. Nu heb je mij om je zorgen over te maken.' Zei ik net iets geïrriteerder. 'Jawel! Vesh weet alles, ook dat dit gesprek hebben.' Hij keek weer angstig om zich heen en ging goed zitten. 'Vesh zei dat wij een meisje moesten zoeken.' 'Waarom? Waarom willen jullie mij hebben?' 'Kan ik niet vertellen.' 

Ik deed alsof ik weg wilde lopen, misschien zou toch nog iets meer info geven. 'Kan ik echt niet vertellen, ze zal mij vermoorden!' Ik liep naar het kampvuur en knielde, ik keek naar het as dat achtergelaten was. In een splitseconde draaide ik mij om en wierp een werpmes richting de stam. Hij raakte de boom waar de elf zat, net naast zijn oor. Het was een kleine wond, maar zijn oor begon hevig te bloeden. Hij schrok er zo erg van dat hij een kreet slaakte. Ik liep dreigend naar hem toe, met mijn Saksisch mes in mijn rechterhand. 'Ik heb gehoord dat elven oren erg goed verdienen...' Ik liep weer naar hem toe, met mij overgebleven met nog in mijn hand. 'Jij gaat nu vertellen waarom je Avery hebt ontvoerd, anders ontneem ik je zonder pardon je van jouw oren en laat je gewoon hier achter.' Het klonk een beetje wreed, maar het had wel effect. Ik ging naast hem knielen, met mijn mes vlak bij zijn oor. 'Oke, ik vertel het. Vesh denkt dus...' Hij boog voorover voor zover hij dat kon doen en fluisterde verder. 'Vesh vindt dat je in de weg staat, en je wilt opruimen.' Hij keek mij aan, alsof ik nu iets moest zeggen. 'En waarom denkt Vesh dat?' De elf vond dat hij genoeg had gezegd, hij hield zijn lippen stijf op elkaar. 'Ze zal mij vermoorden!'Hij staarde mij voor een tijdje aan. Toen begon hij in zichzelf te mompelen, in zijn eigen taal, zijn ogen waren gesloten. Net toen ik er iets van wilde zeggen beet hij heel erg hard op iets in zijn mond. Even keek hij doelloos de verte in, toen slikte hij en begon heel erg te hoesten. Er kwam bloed uit zijn mond. Hij leek wel een soort gif verborgen gehad te hebben in zijn mond. Na een paar seconden was hij dood. Ik besloot de elf achter te laten en ging terug naar het kamp.

ChinoukWhere stories live. Discover now