H 1.

107 10 2
                                    

Mijn naam is Sophie Fire. Ik ben een meisje van 16 jaar oud en zit nu in het laatste jaar van de middelbare school. Middelbare scholen hebben 6 jaren tegenwoordig. Alles is veranderd door het virus. In de eerste twee jaren heb je nog geluk. Dan weet je zeker dat je niet uitgezonden wordt omdat je dan nog alles moet leren. Het derde jaar valt ook nog mee. Maar de laatste drie zijn het ergste. Je wordt nog meer getraind, maar je krijgt ook gewoon schoolvakken. Je krijgt meer druk op je dan dat een normale tiener zou moeten hebben.  Ik en mijn vrienden steunen elkaar.

Ik woon bij mijn ouders met mijn zusje Lotte en broer Max. 2 jaar geleden had ik nog een broer genaamd Michael. Max en Michael waren een tweeling. Maar hij is uitgezonden en nooit meer terug gekeerd. We hadden er allemaal moeite mee, maar nu gaat het steeds weer beter. Mijn andere broer kan niet meer uitgezonden worden, hij zit nu op de hogere school en dan wordt je gelukkig niet meer weggestuurd. Mijn zusje zit nu in de tweede. Dus ze kan ook nog niet uitgezonden worden. De regels zijn wel veranderd. Vroeger mocht er altijd maar een kind van de familie uitgezonden worden maar nu twee. Als de eerste terug komt dan blijft het wel bij een. Maar als hij dat niet doet, heb je een kans dat er iemand anders van de familie weg moet. Dat komt niet vaak voor maar wel soms. Mijn ouders vinden dat echt een onzin regel. Een kind verliezen is al erg genoeg, laat staan twee.

Nu heb ik je wel alles uitgelegd van wat er gebeurd. Maar nog niet wat er aan de hand is. Al iets van 10 jaar geleden kwam er een virus. Een dodelijke. Je werd er ziek van en niet kort erna ging je dood. Maar je kwam weer terug. Alleen niet als jezelf. Je werd een monster. Maar een deel van je hersens werken, en dat is bewegen, eten, zien en ruiken. Dat is dus heel gevaarlijk. Als je er een tegen komt proberen ze je te bijten, te krabben of noem maar op. Alles om je op te eten. En dat moeten wij dus stoppen. Daarom worden er tieners uitgezonden. Die tieners moeten uitzoeken wat er precies aan de hand is en wat het tegengif is. Dat doen we nu al iets van 8 jaar lang. En in al die tijd zijn er niet eens de helft van de tieners terug gekeerd. Niemand weet wat er precies met ze gebeurd is. Maar toch weten we iets. Ze moeten dan wel dood zijn. Toch? Anders zou je toch wel terug keren naar je familie.

Elke maand worden er tieners uitgezonden. Het zijn dan groepjes van 5 tot 6. En dat is morgen weer. Morgen krijgen we allemaal te horen wie er uitgezonden word en wie veilig blijft. Mijn ouders stressen dan altijd. Alle ouders krijgen als eerste te horen ofdat hun kind veilig is. Maar ze hebben geen tijd om het door te vertellen want 1 minuut later wordt het ons al verteld. Dat is ook al veranderd. Vroeger kregen de ouders het al 1 uur van te voren te horen zodat ze zich konden voor bereiden. Maar toen probeerde ze hun kinderen te redden. Ze belde hun op en zeiden dat ze moesten vluchten. En dat deden ze. Sindsdien is dat ook weer veranderd.

"Sophie, ga naar bed. Morgen is er een spannende dag". Ik knik maar en loop naar boven. Na al die jaren weet ik dat het toch niet lukt als ik ze tegen spreek. Ik ga in bed liggen maar houdt mijn ogen open. Ik denk terug aan Michael. We stonden in dezelfde zaal te wachten totdat de directeur kwam en alle namen op riep. Het waren allemaal namen die ik niet kende. Maar de laatste naam was zijn naam. Hij keek me meteen aan met zijn blauwe ogen en knikte dat het goed was. Hij liep met de rest het podium op. Maar hij bleef mij aankijken. De tranen stroomde uit mijn ogen. We zijn samen naar huis gelopen. En daar zaten mijn ouders huilend op de bank. Maar Michael bleef maar zeggen dat het goed was. Dat er niks aan de hand was. En voor heel even geloofde ik dat. Totdat hij niet meer terug keerde.

Het eerste hoofdstukje van een nieuwe verhaal.  Ik hoop dat jullie het leuk gaan vinden. XXX


De MissieWhere stories live. Discover now