H 16.

38 9 0
                                    

Het is weer een week later. We zitten nog steeds opgesloten in de kamer, apart van de andere. We worden om de dag uit de kamer gehaald zodat we elkaar kunnen zien. Maar dat duurt ook maar minder dan een half uur en we worden weer terug gezet. Ze zorgen ervoor dat ik geen kant op kan en veel rust heb met mijn been. Ze willen het versnellen. Ze willen ons gewoon weg hebben. Ik en Boris raken soms geïrriteerd aan elkaar. Het is vermoeiend om dag en nacht opgesloten te zitten met een iemand. En nu is het weer zo'n dagje.

We worden weer terug genomen naar onze kamers. Ik neem snel afscheid van de andere. De deur gaat weer op slot. En ik ga zuchtend op het bed zitten. We kunnen niet veel met elkaar bespreken aangezien er altijd iemand in dezelfde zaal staat. Maar soms hebben we een kans. We willen een plan verzinnen zodat we hier weg kunnen komen. En dat we bij elkaar worden gezet. Maar al onze pogingen zijn mislukt. We hebben gewoon een goed plan nodig om hier levend vandaan te komen. Boris komt langs me op bed zitten. Ik sta op en loop een paar keer op en neer. Mijn been begint pijn te doen maar ik blijf doorgaan. Boris volgt elke beweging die ik maak. "Stop" kreunt hij. Ik negeer hem en blijf doorgaan. "Ik word gek van je!" hij verheft zijn stem en staat op. Ik schrik ervan en zet een stap achteruit. Hij schrikt daarvan en gaat weer op bed zitten. "Sorry oke. Maar stop alsjeblieft". Ik loop naar de badkamer toe en maak de deur op slot.

De laatste persoon die zijn stem verhefte naar mij was mijn opa die daarna mijn broers in elkaar sloeg. Ik zie het beeld weer voor me. We waren nog maar klein. Ik was 9 jaar en me broers 11. We speelde buiten in het gras en klommen een boom in. Lotte lag buiten op een stoel te slapen. De zon scheen hoog in de lucht. Het was de zomertijd. Mijn ouders werden meegenomen om onderzocht te worden net zoals alle andere toen dit allemaal begon. Ik en mijn broers gingen voetballen. Er was niks aan de hand totdat mijn opa naar buiten kwam gerend. Hij was woedend. Waarom wisten we nog niet. Maar hij reageerde het af op ons. Hij sloeg me volop op mijn kaak. Ik viel hard op de grond. Michael en Max rende meteen naar me toe om me te helpen. Maar toen pakte me opa hun. Hij was niet te stoppen, totdat er een militair eraan kwam gerend en hem dood schoot. Zijn bloedspetters kwamen op ons terecht. De militair hield er niet eens rekening mee dat wij er waren. Ik heb er nog jaren nachtmerries over gehad. 

De tranen komen weer in me ogen door die gedachtes. Sinds dien heeft niemand meer zijn stem naar ons verhoogd. Zelfs de soldaten niet. Natuurlijk wel een beetje maar nooit zo erg als hem. En nu doet Boris het! Ik ga op de grond zitten en rust mijn hoofd op me knieën. Boris klopt op de deur. Hij geeft het maar niet op. Als hij er na 5 minuten nog staat maak ik boos de deur open. En hij wordt gek van mij. Je wordt pas gek als iemand je naam na elke seconde zegt 5 minuten lang. Ik loop hem voorbij en ga met mijn hoofd in de kussen liggen.

Hij gaat langs me zitten en legt zijn hand op me rug. Ik krijg er tintelingen van. "Sorry". Ik knik nee en ga weer overeind zitten. "Hoeft niet. Ik overdrijf gewoon". Hij legt zijn hand nu op mijn been en wrijft met zijn duim. Dat geeft een zo'n fijn gevoel. Ik zucht een keer en leg alles uit over mijn opa. Uit het niks geeft hij me een knuffel. "Het spijt me". Hij houdt me nog steeds vast. Ik ga half op zijn benen zitten zodat ik ook lekker zit terwijl hij me vasthoudt. Maar als hij me loslaat val ik bijna van hem af. Hij pakt me weer snel vast en zet me helemaal op zijn benen. We beginnen allebei te lachen. Dan merk ik pas hoe dichtbij ik bij hem ben. Me wangen worden rood van kleur. Dat voel ik gewoon. Ik kijk snel weg. Boris duwt met zijn zachte hand mijn hoofd weer voorzichtig terug. "Het is schattig als je bloost".

Hij gaat op zijn rug liggen waardoor ik half op hem val. Maar ik hou me tegen. Ik ga met mijn benen elk een kant van zijn lichaam zitten. Ik zit op zijn buik. Mijn handen heb ik op zijn borst liggen. Hij staart me aan terwijl ik awkward weg kijk. Ik heb nog nooit een vriendje gehad. Laat staan dat ik dit ooit heb gedaan! Hoe moet ik weten wat ik moet doen. Ik wil weer van hem afklimmen maar hij houdt me tegen. Hij rolt ons over zodat ik onderop lig en hij boven op. Zijn lippen komen steeds dichterbij. Ik kan zijn adem al voelen. Net voordat hij de mijne raakt kijkt hij me recht in me ogen aan. "Mag het?". Ik knik voorzichtig. Zijn lippen raken zacht de mijne. Hij legt een hand in me nek en de andere op mijn heup. Het gaat in een keer naar gepassioneerd. Hij gaat op me zitten en trekt zijn shirt uit. Ik leg mijn handen op zijn buik neer. We beginnen weer met zoenen. Maar dan stop ik. Boris kijkt me vragend aan. "Ik uhm... heb het nog nooit gedaan...". Hij blijft me met zijn lieve zachte ogen aankijken. "Als je niet wilt dan hoeft het niet". Hij wil van me afklimmen maar ik hou hem tegen. Ik wil dit doen, voordat we weer verder moeten en nooit meer de kans hebben en dood gaan. We beginnen weer te zoenen. En je kan wel raden wat er verder is gebeurd.


De MissieWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu