H 3.

65 10 0
                                    

Mijn ouders hebben de hele avond gehuild. Het enigste wat ik uit al hun gesnik kan horen is 'niet weer'. Ik heb me opgesloten op mijn kamer. Lotte is huilend in slaap gevallen. En Max is buiten van alles aan het kapot maken. We hebben een rugzak meegekregen waar we al onze spullen in moeten doen. Dat is het enigste wat we mee mogen nemen. Geen extra tas. En de tas die wij hebben mogen we ook niet te vol doen omdat we op school nog meer krijgen om mee te nemen. Dan komt Max mijn kamer op gelopen. "Misschien kan ik regelen dat ik mee ga en jij niet". Ik knik nee. "Dat vinden ze toch nooit goed. Maar het maakt niet uit. Het is oke als ik ga". Ik moet zelf meemaken wat Michael allemaal heeft meegemaakt. Ik moet weten wat er met hem gebeurd is. Pas dan kan ik er echt vrede mee maken. En anders niet. Max komt langs me op bed zitten. "Dan moet je maar je tas in pakken". Ik zucht een keer, "ik heb geen idee wat mee moet en ik denk niet dat mam en pap willen helpen". Hij pakt de tas op en legt hem op bed. "Ik help wel".

De tas zit maar half vol. Max denkt dat het wel genoeg moet zijn. Op school krijgen we ook nog de kleren die we aan moeten doen en nog meer spullen. Er zit nu twee dekens in, een vest, een tent, en aan de onderkant zit een slaapzak vast. Je kan wel meer kleren meenemen maar je krijgt toch de beste kleren op school en die moet je aanhouden. Max legt de tas beneden neer. "Ze slapen. Ik laat ze maar liggen. Maar nu moet jij slapen". "Wil je bij me blijven?". Hij knikt en komt langs me liggen. Ik hou hem stevig vast en val dan eindelijk in slaap.

De wekker maakt ons wakker. We maken ons klaar. Max loopt al naar beneden en ik maak Lotte wakker. We gaan met zijn alle ontbijten en dan is het tijd voor de afscheid. Mijn ouders beginnen al weer te huilen. Ze knuffelen me stevig. Max brengt mij en Lotte naar school. We stappen in de auto. Het is stil. Lotte zit met iets te friemelen maar ik kan niet zien wat het is. Dan neem ik afscheid van Max. Hij probeert zijn tranen in te houden voor me maar ik zie het aan zijn gezicht. Ik bedank hem nog voor alles en zeg dat alles goed komt. Dan loop ik snel weg met Lotte's hand in de mijne. Dit is misschien wel de laatste keer dat ik haar afzet bij haar lokaal. We geven elkaar een knuffel. "Het komt allemaal goed schatje". Ik geef haar een kus op haar voorhoofd. "Hier". Ze geeft me het speldje met het olifantje erop. "Dan ben ik bij je waar jij bent". De tranen beginnen naar beneden te stromen. Ik geef haar nog een knuffel en bedank haar. Koen komt het lokaal uitgelopen als Lotte naar binnen loopt. Zijn ogen zijn ook rood.

We lopen maar snel naar de gymzaal toe. De andere zijn er al. Aan iedereen gezicht te zien zie je dat ze verdrietig zijn en er geen zin in hebben. We maken kennis met elkaar aangezien we dat gister niet deden. Emily is het andere meisje. Ze lijkt me wel aardig. En ze is veel sterker dan dat ze lijkt. De andere drie jongens lijken ook wel aardig. Dan komt de militair aangelopen. "Jullie hebben al met alles een keer geoefend. Maar nu is het tijd voor het echte werk. Het is gevaarlijk dus jullie moeten bij elkaar blijven, op elkaar passen en elkaar vertrouwen. Jullie krijgen nog een paar spullen. In de kleedkamers hangen jullie kleren. Die kunnen jullie vast aantrekken".

We kleden onszelf om. Ik en Emily praten wat met elkaar om elkaar wat beter te leren kennen. Als enige meisjes van het groepje dan moet dat wel. We hebben de militairen kleding aan. Ik klik de speld eraan vast. We lopen weer terug. "Hier liggen blikken eten, flesjes water, medicijnen en alles wat je nog meer nodig hebt. Verdeel het en doe het in jullie tassen". Dat doen we dus. Iedereen heeft ongeveer evenveel van alles. De tassen zitten nu aardig vol. Dan komt er een militair op me afgelopen. Hij wijst naar het speldje. "Wil je dat ik dat ding eraf trek!". Ik blijf rustig staan. Ik heb al vaker problemen gehad met de militairen tijdens de trainingen. "Wil je dat ik je kop eraf trek?". Een andere man die naar binnen loopt klapt in zijn handen. Hij is de leider van de militairen. "Nog altijd even pittig miss Fire. Daarom hebben we jou uitgekozen. Nu maar hopen dat je het beter doet dan je broer". Ik maak vuisten van mijn handen. Koen pakt me bij mijn arm vast waardoor ik meteen rustiger word. "Net zoals jij het beter doet als jouw broer? Oh wacht dat kan niet, hij is de beste van jullie". Zijn lach veranderd in een grijns. En nee niet zo'n schattige leuke maar een waarvan je bang kan worden. 

We maken ons verder klaar en moeten dan in een bus zitten. We worden naar het vliegveld gebracht. "Sophie dat je dat durfde! Ben je gek ofzo" zegt Emily."Nog nooit heeft iemand zo tegen hem durven praten!" zegt een andere jongen. Ik praat zo wel vaker tegen de militairs. Sinds me broer weg is ben ik niet meer zo vriendelijk als anders. Ik ben veel veranderd. En niet alles in de goede zin. Dan komen we aan bij het vliegveld. Dit is het dan. Vanaf nu kunnen we niet meer terug.

De MissieWhere stories live. Discover now