2

5.8K 182 26
                                    

'Hé, Groentje,' hoor ik een jongensstem zeggen. Nee, niet één stem, maar meerderen. Hebben ze het tegen mij? Kennen ze me? Weten ze wie ik ben? 'Kom op Groentje, we hebben niet de hele dag de tijd.' Heet ik zo? Groentje? Langzaam doe ik mijn ogen open en kijk ik naar onderen, waar ik nog een beetje zwart zie. Zo kunnen mijn ogen wennen aan het licht. 'Hij heeft wel lang haar, zeg.' Een paar jongens beginnen te lachen. Hij? Ik zat hier toch in mijn eentje? Ik heb geen jongen gezien. Met een kloppend hart probeer ik omhoog te kijken, maar het licht is opnieuw te fel. Ik knijp mijn ogen weer dicht en houd mijn hand voor mijn gezicht. Weer hoor ik gelach van alle kanten komen.

'Wie zijn jullie?' Mijn stem klinkt zwak en ik vraag me af of ze me wel gehoord hebben. 'We zijn je nieuwe familie,' zegt een van de jongens lachend. Mijn nieuwe familie? Wat is er dan gebeurd met mijn oude? Had ik wel familie? 'F-familie?' zeg ik stamelend. 'Kom op nou, Groentje. Of wil je voor altijd hier blijven zitten?' Ik doe mijn ogen weer open en doe een nieuwe poging om naar boven te kijken. Ik zie tientallen gezichten boven me uitsteken. Lachende gezichten, nieuwsgierige gezichten, geïrriteerde gezichten, neutrale gezichten.. 'Wacht eens.. is dat nou een..?'

'Een meisje?!' Ik frons als ik in één keer alle gezichten nieuwsgierig zie kijken. Waarom is dat zo speciaal? 'Het is een meisje!' roept een van de jongens verbaast. 'Een meisje?!' Ik zie gezichten verdwijnen en nieuwe gezichten komen. Het lijkt wel alsof iedereen aan het dringen is om naar me te kijken. Nu voel ik me net een dier in gevangenschap, die aanschouwt kan worden door iedereen die dat maar wil. 'Hoe ziet ze eruit?!' hoor ik iemand zeggen. 'Is ze knap?' hoor ik iemand anders zeggen. 'Ziet ze er sterk uit?' Ik voel me ongemakkelijk met zoveel onbekende gezichten.

'Hé,' zegt een van de jongens dan rechtstreeks tegen mij. Hij kijkt me aan. 'Kom er maar uit, dan leiden wij je rond.' Hij knielt neer en steekt zijn hand naar me uit. Nu is hij ineens een heel stuk dichterbij. Als hij zijn hand nog dichter bij me brengt, kruip ik naar achteren en klamp ik me vast aan het metaal. 'W-wat gaan jullie met me doen?' De jongen zucht geïrriteerd. 'Het mag dan wel een meisje zijn, maar ze is ontzettend vervelend en terughoudend.' Ik kijk naar zijn geïrriteerde gezicht. 'Of ze wil gewoon niet met jóu mee,' lacht een van de jongens. Meer jongens beginnen te lachen. 'Nou, ik kap ermee. Veel succes om haar naar boven te krijgen. Dat gaat ze nooit doen.'

'Gally..' hoor ik een andere jongen zuchtend zeggen. 'Zal ik je er maar niet aan herinneren hoe jíj reageerde toen je hier kwam?' De jongen die dus blijkbaar Gally heet kijkt de andere jongen geïrriteerd aan, haalt zijn schouders op en verdwijnt. De jongen die net gesproken heeft, kijkt mij nu aan. 'Ik kom naar beneden, oké?' Nee, dat is niet oké. Wat wil hij van me? Wat willen ze allemaal van me? Maar voor ik iets kan zeggen, klimt de jongen langzaam mijn kooi in. Meteen voel ik me iets benauwder worden. Hij zakt door zijn knieën, zodat hij ongeveer op dezelfde hoogte zit als ik.

'Ik ben Newt. Je hoeft niet bang te zijn, we gaan je echt niks aandoen. Dit is je nieuwe thuis, dus als je mee naar boven komt, kunnen we je alles laten zien.' Nieuwe thuis? 'Je kunt ons vertrouwen.' Ik kijk naar de jongen, die een kalme blik in zijn ogen heeft. Meteen voel ik me een stuk rustiger worden. Dan glijden mijn ogen naar de kisten. 'Wat zit daar in?' vraag ik wantrouwend. 'Waarschijnlijk een voedselvoorraad en wat praktische spullen,' antwoordt Newt. Aan zijn stem te horen is het iets waarvan ze heel blij zijn dat ze het krijgen. 'Waarom krijgen we dat? Waarom zijn we hier? Wie bén ik?'

'Ik leg het je allemaal uit als je mee naar boven komt, goed?' Newt's mondhoeken krullen een beetje omhoog. 'Jullie gaan me niks aandoen?' Hij schudt zijn hoofd. 'Erewoord.' Hij steekt zijn hand naar me uit en kijkt me afwachtend aan. Meer omdat ik me ontzettend opgesloten voel in deze harde, deprimerende kooi dan omdat ik de jongens vertrouw, pak ik toch zijn hand vast en kom ik langzaam overeind.

The Maze RunnerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu