31

3K 131 15
                                    


'Ik snap nog steeds niet hoe je ooit kon denken dat je te ver was gegaan.' Samen met Newt zit ik in het gras bij onze boom. Ik heb het papier waarop hij zijn afscheid had geschreven in mijn handen. Ik wilde het verscheuren, maar toen viel mijn oog weer op de woorden en ik wist dat we het erover moesten hebben. Hij kijkt schuldbewust naar de grond. 'Ik weet het ook niet. Ik dacht het gewoon..' Ik kijk naar het glanzende gras.

Hij zucht. 'Eerst was ik bij je omdat ik je een rondleiding moest geven, zoals ik altijd doe als er een nieuweling komt. Ik vertelde je nog niet alles, dat doe ik nooit meteen. Je viel al op omdat je een meisje bent, maar je viel nog meer op toen je tegen me schreeuwde. Ik vond dat wel iets hebben.' Hij kijkt glimlachend voor zich uit, dan kijkt hij weer serieus. 'Al snel merkte ik dat ik niet bij je bleef omdat het moest, maar omdat ik dat wilde. Ik begon het fijn te vinden dat je bij me was. Bij jou kon ik mezelf zijn, eerlijk zijn. Dat vond ik zo fijn.'

Ik blijf de hele tijd naar hem kijken, maar hij kijkt niet naar mij. 'Al snel kwam ik erachter dat je niet alleen prachtig bent om naar te kijken, maar dat je ook goed kon luisteren. Het kon je echt iets schelen hoe het met me ging. Daardoor.. wilde ik steeds vaker bij je zijn. Ik wilde alleen niet als een stalker overkomen, snap je?' Als hij me aankijkt, kan ik alleen maar naar hem glimlachen. Gewoon, omdat hij zo leuk is. 'Ik voelde me onrustig als je niet bij me was. Maar al snel voelde ik me ook onrustig als je wél bij me was. Ik wilde geen verkeerde dingen zeggen of doen, maar het werd steeds lastiger..'

Ik glimlach weer als ik aan het moment denk dat we voor het eerst gezoend hadden. 'Die nacht dat ik me zo schuldig voelde.. Ik had niet zoveel moeten drinken, want ik wist dat het dan fout zou gaan. Maar toch deed ik het. Na die avond vroeg ik me maar steeds af.. wat zou ze nu wel niet van me denken?' Ik leg mijn hand op de zijne. 'Wil je weten wat ik dacht?' Hij knikt. 'Ik dacht: was hij nog maar bij me gebleven. Had hij maar niet alleen maar naar mijn lippen gekéken..' Hij glimlacht licht. 'Echt waar?' Ik knik. 'Ja.'

Newt zucht. 'Man, wat was ik jaloers toen ik Gally bij je zag zitten.' Hij schudt zijn hoofd. 'Die vergadering, was die echt?' vraag ik me hardop af. Newt grijnst kort. 'Ja, die was echt. Ik zocht juist een manier om hem bij je weg te krijgen en toen.. bedacht ik maar een vergadering voor de leiders van de werkonderdelen.' Hij haalt zijn schouders op. Ik grijns. 'Wauw, jij bent echt..' Ik schud lachend mijn hoofd. 'Een sukkel?' zegt hij. Zijn mondhoeken krullen omhoog, maar zijn ogen doen niet mee. Ik schud weer mijn hoofd. 'Nee, je bent geen sukkel. Je bent.. lief.'

Newt glimlacht blij naar me, maar dan kijkt hij naar het gras, waar zijn briefje op ligt. 'Nou, noem dat maar lief. Door mij..' Hij maakt zijn zin niet af. Ik pak het papier vast en scheur het een paar keer doormidden. 'Weet je? Daar houden we gewoon over op. Wat heeft het voor zin om het er maar steeds over te hebben? Ik neem je niks kwalijk. Maar..' Hij kijkt me vragend aan. 'Maar?' Ik haal mijn schouders op. 'Maar.. ik wil weten waarom je het doolhof in ging.' Hij kijkt verdrietig naar het gras.

'Ik dacht echt dat ik iets vreselijks had gedaan en ik vond dat ik daarvoor gestraft moest worden.' Hij schudt zijn hoofd. 'Maar ik was dom. Ik had kunnen weten dat ze me in zouden halen en me tegen zouden houden. Ik wist dat ik niet zo hard kon rennen, stomme mankepoot die ik ben.' Mankepoot. Dat woord snijdt als scherpe messteken door me heen. 'Mankepoot,' fluister ik. Dat was wat Max had gezegd voordat hij me aan probeerde te randen. 'Wat is er?' Newt ziet dat hij me van mijn stuk gebracht heeft. 'Ehm.. Max noemde je zo, voordat hij.. tja.'

Newt pakt mijn hand vast en knijpt er zachtjes in. 'Sorry, nu herinner ik je weer aan.. jemig, ik wilde er niet meer over beginnen. Maar dat was de reden dat ik..' Dat was de reden dat hij dacht dat hij te ver ging. Omdat er al eens eerder iemand aan me heeft proberen te zitten. 'Newt!' roep ik geschrokken als ik het me besef. 'Dacht je.. dat je me..?!' Hij knikt blozend. 'Wat? Nee! Merkte je dan niet dat ik het juist fijn vond?!' Hij kijkt me niet aan. Ik praat weer op een normale toon. 'Als ik het niet wilde, had ik wel gezegd dat je moest stoppen. En weet je, dan was je ook gestopt. Dat weet je zelf ook. Maar ik vond het niet erg. Ja, weet je wat ik erg vond? Dat je me losliet.'

Hij kijkt me blozend aan. 'Dat vond ik ook niet leuk..' Ik glimlach en voel weer overal kriebels door mijn lichaam zweven. 'Voortaan laat je me niet meer los, oké?' We kijken elkaar met gloeiende wangen aan. Dan glimlacht hij. 'Oké.' Hij slaat een arm om me heen en ik leg mijn hoofd op zijn schouder. 'Wil je weten.. hoe ik..' begint hij, maar hij komt niet verder. Ik begrijp wat hij bedoelt. Hoe hij aan de bijnaam 'mankepoot' komt. 'Alleen als je het wilt vertellen.' Hij doet zijn ogen dicht en knikt.

Toch duurt het nog een tijdje voordat hij begint te vertellen. 'Ik haatte deze plek. Ik haatte het zo erg, dat ik er niet meer wilde zijn. Ik wilde het gewoon niet meer.' Ik leg mijn hand in zijn nek en streel er zachtjes met mijn vingertoppen overheen. Hij glimlacht licht, maar wordt dan weer somber. 'Op een dag haatte ik het hier zo erg, dat ik er alles aan wilde doen om ervan verlost te zijn.' Ik voel een zwaar gevoel in mijn buik. 'Ik klom halverwege de lianen in het doolhof en toen liet ik mezelf vallen.' Pijn flitst door zijn ogen. 'Ik weet niet hoe lang ik daar lag, maar Alby vond me. Hij vond me en hielp me terug naar het kamp. Ik haat hem er nog steeds door.' Newt glimlacht weer kort. Ik weet dat hij Alby niet écht haat.

Ik zucht. 'Ik snap een beetje hoe je je voelde. Toen ik hier kwam..' Ik schud mijn hoofd. 'Maar ik ben blij dat Alby je gevonden heeft en je geholpen heeft, anders zou je hier nu niet met mij zijn.' Newt kijkt me aan en glimlacht. 'Ik ben ook blij dat Alby me gevonden heeft. En dat jij bij me bent.' Hij trekt me dicht tegen zich aan en geeft me een kus op mijn voorhoofd. 'Newt?' wil ik dan toch weten. 'Hm?' Mijn hart begint als een gek te bonzen. 'Kun je nog wel normaal naar me kijken, nadat..' Ik maak mijn zin niet af. Hij legt zijn hand op mijn wang en streelt die met zijn duim. 'Ik kan nooit normaal naar je kijken, dat weet je toch?' Hij glimlacht. 'Ik kan niet naar je kijken zonder te denken: dat is nu mijn mooie meisje.'

Ik glimlach licht, maar dan word ik weer serieus. 'Maar je weet wel wat ik bedoel, toch? Nadat je me zo misvormd gezien heb..' Mijn wangen gloeien. 'Eerlijk? Daar was ik helemaal niet mee bezig. Ik was alleen maar bezig met bidden dat we op tijd waren.' Ik knik. 'Maar.. je hebt er toch wel even naar gekeken?' Hij knikt. 'Natuurlijk, ik zou liegen als ik zou zeggen dat het niet zo was.' Ik krimp ineen. Hij begint zachtjes te lachen. 'Maar ik heb dat beeld al lang verdrongen. Ik ben blij dat je nu genezen bent. Echt waar, als ik naar je kijk zie ik niet dat opgezwollen, misvormde gezicht die ik zag nadat je gestoken was.' Ik zucht. 'Ja, noem dat nog even op.' Hij grijnst.

'Als ik naar je kijk, denk ik elke keer weer: wauw, wat is zij toch mooi. Het raakt me elke keer weer hard.' Ik glimlach als hij dat zegt. Ik ben blij dat hij me niet meer ziet als dat lelijke, misvormde meisje.. Ineens begint hij te lachen. 'Op dat moment was het ernstig, maar als ik eraan terugdenk.. Jij bent de énige die zich zo druk maakte om haar uiterlijk.' Ik glimlach licht. 'Nou ja, Gally wist dat hij toch niet meer te redden viel,' zeg ik sarcastisch. Newt begint weer te lachen. 'Jij bent gek.'

Het klinkt ongelooflijk cliché, maar toch zeg ik: 'Op jou ja.' Newt glimlacht en geeft me een kus op mijn wang. 'En ik op jou.' Dan blijven we een hele tijd gewoon in elkaars armen zitten. Ineens bedenk ik me weer iets, iets dat belangrijk was. Iets dat ik moest vragen.. aan iemand. Maar ik ben ineens compleet vergeten wie, omdat het voelt alsof Newt en ik de enigen hier zijn. Toch voel ik nog de zachte drang dat het iets belangrijks is.

The Maze RunnerWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu