44

2K 125 10
                                    


'Thomas!' Als we hem na drie dagen overeind zien zitten in het gat, maakt mijn hart een sprongetje. Hij leeft nog! Het serum heeft geholpen! Na de afgelopen dagen in angst en verschrikking te hebben gezeten, is dit een verlichting. Maar het verlichte gevoel verdwijnt weer als Thomas opkijkt. Hij kijkt.. geschrokken, pijnlijk, verward. Dan vraagt Alby wat ik ook denk: 'Wat heb je allemaal gezien?'

De ogen van Thomas schieten naar Teresa, dan naar mij en dan naar de grond. 'Haal hem eruit,' zegt Alby tegen Berend en Stan. Terwijl de twee jongens dat doen, kijk ik even om me heen. Het kamp is één grote puinhoop. De Grievers hebben bijna alles verwoest. De afgelopen drie dagen hebben ze net zoals Gally had gezegd elke nacht één iemand meegenomen. Ik kende de jongens niet goed, maar het is toch een schok. Minho komt naar ons toe.

'Wat heb je allemaal gezien?' vraagt Alby dan nog eens. Thomas schudt zijn hoofd. 'Het is vreselijk.. Ik hoopte dat het niet zo was, dat ik er niks mee te maken had, maar..' Maar dat is wel zo. Ik pak Newt's hand vast en hij knijpt zachtjes in de mijne. Thomas kijkt weer naar Teresa. 'Het is waar. Wij werken voor WICKED.' Teresa knikt. Haar ogen staan verdrietig. 'Hoezo "wij werken voor WICKED"?' snauwt Berend meteen. Zijn ogen staan boos. 'Teresa en ik hebben de muren gemaakt. We hebben ze geholpen..'

Niemand zegt iets. Thomas en Teresa hebben dus inderdaad de muren ontworpen, zoals ik ook had gezien. 'Wij hebben jullie dit aangedaan,' zegt Thomas. Dan kijkt hij voor het eerst naar mij. Zijn ogen staan verdrietig. 'Ik heb dit jóu aangedaan..' Dan kijkt hij hoofdschuddend naar de grond. 'Waarom nou juist jou..' Ik voel de ogen van bijna iedereen op me prikken, maar ik kijk alleen maar naar Thomas. 'Hoezo..' Mijn stem klinkt schor. Ik schraap mijn keel. 'Hoezo "juist jou"?' Thomas kijkt niet op als hij antwoord geeft.

'Je had gelijk over wat je zei. Over ons.' Dan kijkt hij me weer aan. Ik voel Newt's hand uit de mijne glippen. Ik kijk niet naar hem, maar ik hoop dat hij niet denkt wat ik dénk dat hij denkt. 'We waren vrienden. Goede vrienden. Ik kwam bijna dagelijks bij je over de vloer, maar ik heb je nooit iets verteld..Ik moest het hem beloven.' Ik frons. 'Van wie?' Mijn hart gaat sneller bonzen. 'Van je vader.'

Ik voel een steek in mijn buik als Thomas dat zegt, maar ik voel niks. Ik kan me mijn vader niet herinneren. Als ik aan hem denk, zie ik alleen een vervaagd figuur dat naast mijn bed zit. 'Ik moest hem beloven dat ik je nooit zou vertellen waar je heen gestuurd zou worden.' Thomas kijkt naar de jongens. 'Ik wíst wat ik jullie aandeed.' Dan kijkt hij weer naar mij. 'Ik wíst wat ik jou aan zou doen.. en toch heb ik niks gezegd.'

Thomas blijft me aankijken. Ik heb het idee dat ik antwoord moet geven, maar ik weet niet wat ik moet zeggen. Misschien moet ik me nu heel bedrogen voelen. Een hele goede vriend van me heeft me verraden. Hij heeft me naar deze verschrikkelijke plek gestuurd en me vreselijke dingen laten meemaken. Misschien zou ik boos op hem moeten zijn. Misschien zou ik tegen hem moeten schreeuwen. Maar ik denk dat allemaal niet. Ik voel dat allemaal niet. Ik kan me er namelijk niks meer van herinneren. Voor mij voelt het niet alsof een goede vriend me dit aangedaan heeft.

'Zeg iets, alsjeblieft..' zegt Thomas dan. Maar er komt nog steeds geen woord uit me. 'Waarom?' vraagt Berend dan. Hij klinkt boos. 'Jij hebt toch ook nooit iets gezegd?' Ik kan zien dat die opmerking Thomas pijn doet. Ik wil net zeggen dat ik geen boze gevoelens voel, maar dan dringt er ineens iets bij me binnen. 'Je zei dat je niks mocht zeggen van mijn vader. Wat heeft die ermee te maken?'

'Hij is een belangrijke werknemer van WICKED, héél belangrijk. Hij heeft toegestemd om jou in te zetten in de onderzoeken.' Misschien moet ik me nu nog meer verraden voelen, maar gek genoeg voel ik nog steeds niks. 'Onderzoeken?' Thomas schudt zijn hoofd. 'Verder weet ik het ook niet. Ik weet niet meer waarom we dit hebben gedaan. Waarom we dit moeten doen. Ik weet het niet. Het enige dat ik weet, is dat we zo snel mogelijk het raadsel op moeten lossen..'

Ik vroeg het zelf, maar ik vind het antwoord niet zo belangrijk. We wisten immers al van Gally dat we dit op moeten lossen. Ik wil eigenlijk nog maar één ding weten. 'Je zegt net dat mijn vader voor WICKED werkt.' Thomas knikt. Ik wacht met praten om zeker te weten dat mijn stem niet overslaat. 'En ik?' Thomas schudt zijn hoofd en vanuit mijn ooghoek zie ik ook Teresa haar hoofd schudden. 'Nee,' zegt Thomas dan. 'Je hebt nooit geweten wat WICKED allemaal doet. Waar je vader jaren aan heeft gewerkt. Ik..' Maar dan houdt hij op met praten.

'Wat?' wil ik weten. Mijn stem klinkt dwingend. Als hij geen antwoord geeft, zeg ik nog een keer: 'Wát?' Thomas kijkt me niet aan als hij antwoord geeft. 'We hoorden je zelfs kamers naast de onze nog schreeuwen toen ze het proces begonnen om je geheugen te wissen..' Ik weet geen passend antwoord, maar ik zie het beeld ineens weer voor me. Alsof het duidelijker wordt als hij het vertelt. Ik zie mezelf spartelen. 'Oh,' zeg ik dan, omdat ik niet weten wat ik anders moet zeggen. 'Oh?' zegt Berend. Hij kijkt me aan alsof ik niet goed ben. 'Wat moet ik anders zeggen?'

'Wat dacht je van: "Klootzak" misschien?' Ik haal mijn schouders op. Berend zucht gefrustreerd en schopt tegen de tralies van het gat. 'Fijn. Héél fijn! En wat gaan we nu doen?!' Het blijft stil. Dan is Newt degene die iets zegt. Hij zegt voor het eerst iets sinds Thomas bijgekomen is. 'Nu gaan we er alles aan doen om een manier te vinden om hier weg te komen.' Hij krijgt verschillende verbaasde blikken. 'Ben jij dan niet boos?!' Newt zucht. 'Wat maakt het nog uit?' Voordat hij verder kan praten, onderbreekt Berend hem. 'Wat maakt het úít?!'

'Het maakt niet uit of Thomas en Teresa die muren hebben ontworpen. Als zij het niet waren geweest, had iemand anders het wel gedaan. Het heeft geen zin om boos op ze te zijn. Het maakt allemaal niet meer uit. Want de mensen die we waren voordat we hierheen gestuurd zijn.. die bestaan niet meer. Wat uitmaakt is wie we nú zijn en wat we nú doen. We moeten een uitgang zien te vinden.' Ik besef me dat Newt precies gezegd heeft hoe ik erover denk. Als ik hem aankijk, kijkt hij ook naar mij. Dan pakt hij mijn hand vast.

'Newt heeft gelijk,' zegt Alby dan. 'Dus, heeft iemand een idee wat we nu nog kunnen doen?!' Minho, die ook nog niks gezegd heeft, knikt. 'Ik ben eens na gaan denken. Alby, weet je nog dat we alle secties hebben bekeken en in kaart hebben gebracht?' Minho kijkt ook naar Berend. Hij heeft daar ook mee geholpen. Alby en Berend knikken. 'Jullie weten ook dat er een patroon in te vinden is. Lange tijd heb ik gedacht dat het niks uitmaakte, omdat het toch niet hielp. Maar op een van onze rendagen, hebben Thomas en ik iets ontdekt..' Minho knikt naar Thomas. Thomas staat op. Er is nog steeds pijn in zijn ogen te vinden, maar hij kijkt nu meer bedenkelijk. Hij knikt. 'We hebben de in- en uitgang van de Grievers gevonden. Tenminste, dat denken we..'

'Óngelooflijk!' zegt Berend. 'Jullie zijn echt een grote hoop klunk, hè?!' Dat woord, klunk, heb ik al eens eerder gehoord. Meer van dat soort woorden, maar ik heb er nooit echt aandacht aan besteed. Sommige jongens riepen wel eens naar me dat ik het ook eens moest proberen, maar ik heb de gelegenheid daarvoor nooit gevonden. 'Waarom zeggen jullie dat nú pas?!' Minho en Thomas halen hun schouders op. 'Kom op, laat zien,' zegt Berend dan. 'Nu meteen.' De jongens snellen naar de houten bouwvallen toe en verdwijnen uit het zicht.

Ik blijf achter met Newt, Stan en Teresa. 'Man, wat een klunkzooi. Ik ga eten.' Na dat gezegd te hebben, loopt Stan naar een paar jongens toe die in het gras zitten. Newt slaat zijn armen om me heen. 'Vanaf nu wordt alles beter, dat voel ik.' Ik knik en sla mijn armen even om hem heen. 'Ik hoop het.' Als ik hem weer loslaat, zie ik Teresa naar me kijken. Weer schuldbewust. 'Het spijt me..' zegt ze dan. Nu besef ik me pas dat ze ergens in haar hoofd nog wist wie ik was en waarom ze dat wist. 'Het maakt niet uit. Waarom jullie het ook hebben gedaan, ik weet dat jullie er zelf van overtuigd zijn dat het goed is.'

Ik hoop dat ze er tegenin gaat. Dat ze zegt: "Wás. Ik wás ervan overtuigd." Maar ze zegt niks. Het enige dat ze doet is knikken en dan loopt ze langzaam weg.

The Maze RunnerWhere stories live. Discover now