20

3K 131 25
                                    

Het is nu al een dag later dat Thomas, Minho en Alby levend terugkeerden uit het doolhof. Ze hebben verteld wat er gebeurd is. Ze hebben Alby omhoog gehesen in de lianen en daarna zijn ze op de vlucht geslagen voor de Grievers, die er spinachtig uitzien. Toen het patroon van het doolhof veranderde, heeft Thomas ervoor gezorgd dat de Griever achter hem aanzat en tussen de muren terecht kwam. Ik werd pas rustig toen Newt mijn hand vastpakte.

En nu zijn we allemaal gewoon weer aan het werk, alsof er niks gebeurd is. Thomas, Minho en een paar andere jongens zijn teruggegaan in het doolhof, op zoek naar aanwijzingen. Alby wordt nog steeds vastgehouden in een hut, maar het ziet er niet goed voor hem uit. Het is vastgesteld dat hij gestoken is, maar hij heeft nog geen agressieve gedrag vertoont. Toch zal hij snel worden verbannen als er geen redmiddel te vinden is.

'Kun je me die schep even aangeven?' vraagt Stan aan me. Ik pak de schep die hij bedoelt en geef hem aan. 'Dank je.' Verder wordt er niet zoveel gezegd. Als we pauze hebben, lopen de jongens terug naar het kamp om wat te eten en te drinken, maar ik heb de behoefte om alleen te zijn. Daarom loop ik een stuk verderop en kijk ik even naar het bos. Ik ben er nog niet in geweest en dat durf ik ook sowieso niet alleen. Ik denk weer aan Thomas, die achterna gezeten werd door Ben, omdat hij gestoken was. Ik zou nooit hard genoeg kunnen rennen.

Ik kijk naar het kamp, waar mijn werkgroep zit. Newt kijkt af en toe even naar me op. Ik zou willen dat hij naar me toe zou komen, want alleen zijn is veel beter met hem, ook al is het dan niet helemaal meer alleen zijn. Maar hij blijft zitten en hij komt niet naar me toe. Ik loop een stukje verder om het bos heen. Ik ben ver genoeg van het bos vandaan, maar toch vraag ik me af wat erin te vinden is. Misschien hebben ze wel allerlei dingen verborgen, die wij nog moeten vinden. Zou dat kunnen? Alles is mogelijk. Dat hebben we de afgelopen dagen wel gezien.

'Help!' Het komt vanuit het bos. Ik zie Lars en Max aan komen strompelen, samen met de jongen waarvan ik de naam niet weet. 'Cas is aangevallen door een beer. Help even!' Ik frons. Een beer? Ik weet zeker dat er geen beren in dit kleine bos leven. 'Een beer? Serieus?' hoor ik Max tegen Lars zeggen. 'Het was een wilde eekhoorn!' roept hij dan. 'Help even!' Ik werp een blik op het kamp, maar door het bos kan ik het niet meer zien. 'Cas kan niet meer lopen en hij is nogal zwaar.' Maar wat zou ik kunnen doen?

Twijfelend doe ik een paar stappen naar voren, zodat ik aan de rand van het bos kom. 'Er lijkt niks mis met zijn been te zijn.' Max, die samen met de jongens ondertussen ook aan de rand van het bos gekomen is, zegt: 'Er is ook niks mis.' Dan grijnst hij. Nog voordat ik kan vragen waar hij het over heeft, word ik door hem vastgegrepen. Hij klemt een hand om mijn mond en houdt me met zijn andere hand stevig vast. Ik probeer een verontwaardigde kreet uit te slaken, maar hij heeft zijn hand dicht om mijn mond geklemd. Ik breng mijn voet naar achteren en geef hem een trap tegen zijn scheenbeen. Als hij me loslaat, roept hij: 'Au, takkewijf!'

Ik probeer hem weg te duwen en weg te rennen, maar Lars pakt me vast. 'Hier blijven!' Ik schreeuw, maar hij geeft me een klap tegen mijn wang. Dan snoert hij me de mond door zijn hand er hard tegenaan te drukken. 'Dacht je nou echt dat je het van ons kon winnen?' zegt Max grijnzend. Dan geeft hij me een harde trap tegen mijn schenen, zodat ik half in elkaar zak. 'Die kreeg je nog terug.' Mijn schreeuw wordt gesmoord door de hand van Lars. Hij trekt me mee het bos in. Wat gaan ze met me doen?! Ik probeer te schreeuwen, maar het wordt gedempt. Als we steeds verder het bos in raken, vervliegt mijn hoop.

Als ze volgens hun ver genoeg zijn, gooit Lars me op de grond en houdt hij met één hand mijn armen boven mijn hoofd geklemd. Cas klemt mijn benen tegen de grond. 'Wat dacht je nou? Dat we je werkelijk met rust zouden laten?' zegt Max grijnzend terwijl hij bij me neerknielt. 'Natuurlijk niet. Het duurde alleen een stuk langer dan geplant, omdat Renjongen en mankepoot de hele tijd bij je in de buurt waren.' Mankepoot? Hebben ze het over Newt? Max grijnst. 'Maar nu ben je alleen. Dat was een grote fout van je, weet je?' Ik bijt Lars in zijn hand en hij begint te schreeuwen van de pijn. De jongens hebben een klein moment van onoplettendheid, waarbij ik Cas van me af schop en overeind krabbel.

'Help!' schreeuw ik dan zo hard als ik kan. 'Help!' Ik begin te rennen, maar Max trapt me alweer onderuit. Ik voel een sterke pijnscheut door mijn hele lichaam gaan als ik op de grond stort. Ik hap naar adem terwijl hij me op mijn rug rolt. 'Vieze bitch! Als je dat nog één keer waagt, hè..' Hij kijkt me geïrriteerd aan. 'Dit is wel een taaie, hoor.' Cas grijnst ook. 'Ik dacht dat je dat juist zo leuk vond?' Max haalt zijn schouders op. 'Wat gaan jullie met me doen?!' Lars rolt met zijn ogen. 'Je bent wel heel dom. Jullie zijn allemaal dom. De meesten van ons hebben al jaren geen meisje meer gezien!' Cas grijnst. 'Wij zijn niet de enige die dit bedachten, maar we zijn wel de enigen die dit konden uitvoeren.' De jongens geven elkaar een high-five.

Ik twijfel of ik nog een keer om hulp zal roepen, maar dan krijg ik waarschijnlijk weer een klap of een trap. Toch waag ik het erop. 'Help me!' roep ik zo hard als ik kan. 'Help m-' Ik word onderbroken door een harde klap tegen mijn wang van Max. Ik zie alles draaien. Hij knielt zich bij me neer en houdt mijn handen vast. 'Waarom mag jij eerst?' vraagt Lars geïrriteerd. 'Omdat ik met het plan gekomen ben. Als ik met haar uitgespeeld ben, is het jullie beurt.' Uitgespeeld? Nu word ik pas echt overspoelt met paniek. Wat gaan ze met me doen?

Max pakt mijn extra shirt vast en scheurt het in één beweging kapot. Ik word helemaal gek. Ik begin half te schreeuwen en half te huilen. De jongens beginnen te lachen. Max friemelt aan mijn broek en probeert hem naar beneden te schuiven. Omdat ik tegenstribbel lukt het hem niet en hij raakt geïrriteerd. 'Werk nou even mee, trut!' Ik word steeds wanhopiger en ik heb niet langer de kracht om me te verzetten. Daarom steek ik het kleine beetje energie dat ik nog over heb in huilen. Max begint net aan zijn eigen broek te friemelen als hij ineens met een harde bonk op de grond valt. Hij maakt kokhalzende geluiden als hij nog een harde bonk tegen zich aankrijgt en dan zegt en doet hij niks meer.

Lars en Cas, die verbaasde kreten uitslaan, zeggen: 'Wij hebben er niks mee te maken! Echt niet! Hij-' Weer een harde bonk en dan stopt Lars met praten. Ik hap naar adem en probeer overeind te komen, maar het lukt niet. Ik begin te hyperventileren als ik alweer een harde bonk hoor, gevolgd door een plof op de grond. 'Hayley, het is oké. Ik ben het, Newt.' Newt knielt bij me neer en laat een bebloede schep naast zich neervallen. 'Newt?' zeg ik half huilend en half naar adem happend. 'Ja.' Zijn stem klinkt verrassend vast. 'Ik ben het. Het is goed, ik ben er.' Hij pakt mijn hand vast. 'Haal rustig adem, oké? Adem in.. adem uit.'

Hij doet het voor en ik probeer het na te doen, maar mijn hart blijft als een razende kloppen. Dan brengt hij mijn hand naar zijn borst. 'Voel je het? Probeer mijn ritme aan te houden.' Zijn hartslag is nog behoorlijk snel, maar ik probeer mijn hartslag in hetzelfde ritme te krijgen als die van hem. Ik doe mijn ogen dicht en adem diep in en uit. Newt is er. Het is goed. Ik ben veilig. Mijn hartslag wordt lager. 'Newt!' zeg ik dan, alsof ik nu pas helemaal besef dat hij er is. Ik krabbel overeind en sla mijn armen om hem heen. Ik hou hem zo stevig vast dat het pijn doet. Maar hij houdt mij niet vast. 'Ik breng je terug naar het kamp,' zegt hij dan star.

Hij raakt me alleen maar aan om me op te tillen. Terug naar het kamp?! Waar nog meer van dat soort jongens zijn?! Ik raak weer in paniek en begin weer te huilen, maar ik heb geen energie meer over en daarom laat ik Newt me naar de rand van het bos dragen. Hij blijft maar steeds zeggen dat het goed komt en ik blijf maar steeds huilen.

The Maze RunnerDonde viven las historias. Descúbrelo ahora