PROLOOG

75 5 2
                                    

Een traan gleed geruisloos over mijn wang naar beneden en drong mijn halfgesloten lippen binnen. Zijn zilte smaak explodeerde in mijn mond en versmolt langzaam met mijn verdriet en ongeloof tot een groot zwart gat. Tot een holle leegte. Een leegte die na vandaag nooit meer opgevuld zou worden. Een leegte die voor eens en altijd een herinnering zou zijn aan mijn eerste mooie momenten. Aan mijn eerste trainer. Aan Finn... Nog meer tranen vonden een weg naar mijn mond. Rollend en buitelend over elkaar zoals de stroming van een woeste rivier. Ik slikte ze weg en voelde hoe ze zich vanbinnen verzamelden tot een diepe poel van wanhoop en pijn en weggewaaide herinneringen. Momenten die waren en niet meer zijn. Ook nooit meer zullen zijn. Eens gebeurd, ben je ze voorgoed kwijt. De herinnering zelf is slechts een holle projectie van dat moment. De magie is weg. En het kleine restje dat nog aan de herinnering kleeft verdwijnt elke keer een beetje meer als je hem oproept. Tot het tenslotte helemaal is uitgedooft en er alleen een vergeten vale herinnering overblijft als een litteken van de tijd.
De tijd is het enige wat alles en iedereen overleefd. De meedogenloze winnaar.
"Wij zijn allemaal speelballen van de tijd, Kaat. Het is niet makkelijk om je daar bij neer te leggen, maar je moet het accepteren. Niets is eeuwig..."
Finn had het begrepen. Finn had het altijd begrepen.
Ik had hem ooit eens gevraagd waarom hij trainer was geworden. Hij was stil blijven staan, had zich omgedraaid, me aangekeken en had geantwoord:
"Wij zijn er om de mensen te helpen, Kaat. Nu weet je misschien nog niet hoe zwaar dat kan zijn, maar ik heb het meegemaakt. Het is belangrijk dat mensen zoals ons", hij had met zijn arm naar mij en zichzelf gewezen, "ook geholpen worden. Daarom ben ik trainer geworden."
Het was even stil geweest, hij had geglimlacht en een arm om mijn schouders geslagen.
"Maar daar moet jij je nu nog maar even geen zorgen om maken. Geniet nog maar van dit leven nu je nog geen verantwoordelijkheid moet dragen... "
Toen had hij me losgelaten en voorzichtig richting de eetzaal geduwd.
"En ga nu maar eten. Anders wordt Suzette weer boos."

Ik slikte moeilijk toen het nog maar eens tot me doordrong dat ik zijn stem nooit meer zou horen. Dat hij nooit meer zou glimlachen, dat hij me nooit meer zou troosten... Dat hij voorgoed weg was en nooit meer zou terugkeren. Ik staarde wezenloos door de waas van mijn ongehuilde tranen door naar de flakkerende vlam van de fakkel in mijn hand. Grillig en onvoorspelbaar verslond hij stukjes duisternis, die hij daarna terug uitspuwde. Onberekenbaar, woest, maar toch bevatte hij een pure schoonheid. Een zekere intensie.
Zijn licht weerkaatste tegen de rotswanden van de grafkelder en werd ingehaald door zijn eigen schaduw. Een slachtoffer van zichzelf. Een slachtoffer van de tijd. Zoals iedereen, onvermijdelijk, ooit zou worden.
Langzaam drong de gedempte stem van Nicholas door de dichte mist van mijn verdriet heen.
"... als collega, mentor of gewoon als vriend. Finn was het allemaal. Gewoon, door zichzelf te zijn...."
Nicholas glimlachte bedroefd en liet zijn blik naar het kleine papiertje in zijn hand glijden. Toen hij zijn hoofd weer ophief, flikkerden de tranen in zijn ooghoeken.
"We zullen nooit vergeten wie hij was en wat hij voor ons gedaan heeft. Ru-"
Zijn stem haperde even en hij slikte moeilijk.
"Rust zacht, Finn...'
In het licht van de fakkels zag ik hoe een traan zich langzaam een weg zocht naar beneden. Over zijn opgespannen kaakspieren. Langs zijn trillende onderlip... Om uiteindelijk op de grond uit elkaar te spatten. Even bleef hij roerloos staan en staarde nietsziend in de verte. Toen draaide hij zich om en liet langzaam zijn rechterduim op het stukje klei in de kist zakken terwijl hij zacht de drie laatste woorden van het ritueel uitsprak:
"Requiesce in pace."
Zijn voetstappen galmden luid in het onderaardse gewelf toen hij door de lange gang terug naar de donkerhouten deur liep. Zijn tijd van afscheid was voorbij.
Ik keek hem na en boog mijn hoofd. Zo meteen zou ik ook deze ruimte verlaten. Ik zou Finn voorgoed achter me laten...
Opnieuw raasde dat besef als een tornado over me heen en sleurde het elk beetje kracht en moed dat ik nog had uit mijn lijf. Mijn ademhaling zeurde in mijn keel. Plots leek alles heel moeilijk en zwaar te zijn. Bewegen, denken, ademen... bestaan.
Ik wankelde achteruit tot ik de koele rotswand tegen mijn rug voelde en sloot mijn ogen.
Het enige wat ik nu wilde, waren Finns armen om me heen. Zijn diepe zachte stem die herhaaldelijk zei dat alles nu weer goed kwam.
Het zou alleen nooit meer goed komen...

BeschermerWhere stories live. Discover now