Hoofdstuk 4

36 3 1
                                    

Kaat Wouters

Ik knipperde met mijn ogen tegen het felle licht en boog lichtjes mijn hoofd terwijl ik de beloftes van enkele afstuderende leerlingen over me heen liet komen zonder er echt naar te luisteren. Het was toch elk jaar hetzelfde. Hun woorden die zo hoopvol klonken, zo gemeend. Ik wist natuurlijk wel dat Claessens en zijn comité Beschermers enkel de leerlingen lieten afstuderen die er klaar voor waren, maar het bleef altijd een vreemde ervaring om die anders zo nonchalante - bijna onverantwoordelijke - leerlingen op hun serieuze toon te horen beloven dat ze verantwoordelijk zouden zijn. 

"Nooit gedacht dat Sarah dat ooit zou zeggen", hoorde ik een gedempte stem spottend zeggen. Mijn blik gleed naar de gordijnen aan de zijkant van het podium, die het tiental Beschermers dat daar stond aan het oog van de zaal onttrokken, en viel op een breed gebouwde man waarvan ik me vaag herinnerde dat hij Thomas heette. Hij schudde grijnzend zijn hoofd. 

"Nooit gedacht dat jij je ooit druk zou maken om wat die leerling van je zegt", repliceerde Willem droogjes. 

Thomas lippen krulden zich tot een oprechte glimlach en hij draaide zich om naar zijn collega.

"Daar heb jij een punt, vriend", beaamde hij, "maar hoewel ze mijn zevende leerling is, is ze toch maar mooi  mijn  leerling. Ik weet dat je maar weinig ervaring hebt op dat vlak, maar je voelt je plots ontzettend verantwoordelijk, kerel, dat kan ik je wel verzekeren. Ach ja, je zal het snel genoeg merken..." Zijn hand wees onopvallend in mijn richting.

Willem antwoordde niet en keek over de schouder van zijn collega naar mij. Er lag een vreemde uitdrukking op zijn gezicht, die ik niet echt kon definiëren. Het was iets tussen schuldgevoel en verlangen in. Ik glimlachte aarzelend naar hem en zag de emoties die net nog op zijn gezicht hadden gelegen van hem afglijden alsof het regendruppeltjes waren op een waterafstotende jas. Zijn lippen vormden zich tot een geruststellende glimlach voor hij uiteindelijk toch antwoorddde.

"Ik hoop alleen maar dat ik haar niet zal behandelen als een stuk bezit, een stuk materiaal, zoals jij met je Sarah", mompelde hij luchtig en klopte Thomas daarbij even op zijn schouder om hem te laten zien dat hij het niet serieus bedoelde. Een kort gegrinnik steeg op onder de Beschermers. Ik wendde mijn blik terug af en probeerde niet naar de mensen op de eerste rij te kijken. Hoewel ik wist dat hun aandacht momenteel uitging naar de leerlingen achter mij, voelde ik me toch ongemakkelijk hier zo open en bloot op het podium.

Plots steeg een luid applaus op uit de zaal en ik besefte dat de Beschermers vanuit hun schuilplaats achter de gordijnen tevoorschijn waren gekomen en nu hun plaatsen hadden ingenomen naast hun ingewijde leerlingen. Als op een onzichtbaar teken namen ze de hand van hun pupil vast en liepen één voor één het podium af en verdwenen elk door de deur naar buiten. Ik keek hen na toen ze de deur achter zich dicht lieten vallen en draaide me half om naar Claessens die nog steeds achter zijn toespraakstandaard stond. Ook zijn blik was op de deur gericht. Ik vroeg me af wat er nu door zijn hoofd ging en herinnerde me al die keren dat ik in de zaal had gezeten en de afgestudeerde leerlingen had nagekeken, me afvragend wat er nu met hen zou gebeuren. Waar ze naar toe gingen. Ik gaf het al snel op toen het duidelijk werd dat dat iets was wat je enkel en alleen maar te weten zou komen als je zelf zou afstuderen. En blijkbaar had je dan ook nog zwijgplicht...

"... hier ook nog Kaat Wouters, een speciaal geval."

Claessens luide basstem weerkaatste tegen de dikke muren en rolde als een hoge golf door de zaal, luid en duidelijk voor iedereen. Ik keek bij die laatste 3 woorden even opzij naar het gordijn, waar nu enkel Willem nog stond, maar hij gebaarde me, met een korte blik, naar voor te kijken. Ik slikte en draaide mijn gezicht terug naar voren. Nu met het volle besef  dat Claessens en ik nog maar alleen op het podium stonden en de meeste Claessens al wel door en door kenden en ik iets nieuw was. Mijn ogen gleden over de Beschermersleerlingen op de eerste rij, die me ietwat vreemd aankeken en kort giechelden toen hun directeur het woord "speciaal"  uitsprak. Ik voelde me verre van op mijn gemak en probeerde over de hoofden van de leerlingen heen te kijken en mijn blik op de grote deuren te vestigen, een vage glimlach om mijn lippen. Ik hoopte maar dat die uitdrukking niet als stoned zou worden geïnterpreteerd. 

BeschermerWhere stories live. Discover now