Hoofdstuk 2

21 4 2
                                    

"I'm forced to fake a smile, a laugh. Every day of my live"
- Kelly Clarkson

Het was pas toen ik het bordje zag, dat ik besefte waar ik zonder nadenken naar toe gelopen was.

De drie zwarte woorden die in het bord waren gebeiteld, werden wazig tot ze uiteindelijk slechts wat vage vlekken waren. Niet dat het iets uitmaakte. Ik wist maar al te goed wat erop stond.

Met al mijn wilskracht, trok ik mijn blik los van het bord en liet mijn ogen over de wei glijden. Over de honderden, duizenden gipsen handen die troosteloos uit het grasveld opdoken. Op zoek naar die ene vertrouwde hand, die ik zo goed kende: Finns hand.

"Kaat...?"

Willems gedempte stem klonk bezorgd. Ik draaide langzaam mijn hoofd om en dwong mezelf te glimlachen. Om hem te laten zien dat alles oké was. Om hem te laten zien dat ik het waard was Beschermer te zijn en ik mijn gevoelens de baas kon.

"Sorry", probeerde ik opgewekt te zeggen. "Ik ben waarschijnlijk te ver naar links gelopen. Aardrijkskunde is nooit mijn beste vak geweest."

Ik probeerde de verwarde uitdrukking in zijn ogen te negeren.

"Niet dat het nu zo slecht was, maar toch... Het sprong ertussen uit, laten we zeggen."

Ik wist uit ervaring dat praten de beste remedie was tegen huilen.

"En je ziet wel wat ervan komt..." Ik probeerde luchtig mijn schouders op te halen en te grijnzen.

De verwarde uitdrukking had plaats gemaakt voor bezorgdheid en een vreemd soort begrip.

"Maar goed, de tuinen. Dat is terug neem ik aan?" vroeg ik snel. Ik wist dat elk moment van stilte me nu fataal kon worden.

Zonder op zijn antwoord te wachten, liep ik terug in de richting vanwaar we gekomen waren.

Toen ik hem kruiste, hield hij me met een hand op mijn arm tegen. Ik huiverde onder zijn aanraking.

"Kaat...", was het enige wat hij zei.

Ik draaide me langzaam terug om, maar weigerde hem aan te kijken. Zijn lichaam, zijn manier van doen, zijn stem... Alles van hem leek te veel op Finn.

Plots drong het tot me door hoe zwak ik was. Letterlijk alles kon me nu breken. Eén woord van hem, één blik, één aanraking... zijn aanwezigheid. Mijn kwetsbaarheid was bijna belachelijk. Ik wist dat ik, als ik ooit een goede Beschermer wilde worden, me zou moeten herpakken. Me zou moeten beschermen tegen anderen en mezelf.

"Beschermer Christiaens?"

Mijn stem trilde een beetje.

"Ja?"

"Zou u me kunnen leren hoe je je geest moet afsluiten?"

Het bleef even stil en ik moest mezelf dwingen niet naar boven te kijken.

"Ja", klonk het tenslotte, "maar nu nog niet."

Ik sloot mijn ogen.

"Alstublieft?"

Deze keer kwam het antwoord meteen.

"Het spijt me, maar het blijft 'nee', Kaat."

Ik zette een stap achteruit waardoor zijn hand van mijn arm afgleed en keek hem door mijn waas van tranen heen aan.

"Maar ik zal echt heel hard mijn best doen, Beschermer! Ik zal zelfs extra lessen volgen!", beloofde ik wanhopig omdat ik zag dat ik aan het verliezen was.

BeschermerWhere stories live. Discover now