Hoofdstuk 15 - Slangenbeet

1.2K 53 25
                                    

Ze sloop, verscholen achter een stapel kratten, behoedzaam op haar doel af. Ondanks dat haar prooi alert was hadden ze haar niet gezien. Ze realiseerde zich elke dag weer hoe goed ze was, maar had geleerd hier niet arrogant door te worden. Arrogantie zou lijden naar onoplettendheid, het onderschatten van een doelwit en uiteindelijk haar dood. Nee, ze ging uit van het ergste en werd daardoor zeer zelden met het ergste geconfronteerd. Die zekerheid beviel haar wel, dus deed ze haar werk altijd volgens deze methode. Het was haar mantra geworden.

Ze telde haar doelwitten in hun zwarte pijen nogmaals, ondanks dat ze dat al drie keer had gedaan. Ze lette niet alleen op het aantal personen, maar ook op uiterlijk, ras, bouw en lichaamshouding. Niets was vervelender - en gevaarlijker dan dat je iemand over het hoofd zag die je vervolgens van achteren verraste.

Twee menselijke mannen, zo te zien beide afkomstig van een planeet met een hoger dan voor mensen gebruikelijke zwaartekracht. Het waren bijna bovenmenselijke spierbundels die ze in een man-tegen-man gevecht niet aan zou kunnen. Ze wist uit ervaring dat mensen afkomstig van bijvoorbeeld het Nauping of Sargassa systeem met gemak 350 kilogram konden tillen in normale zwaartekracht.

Een menselijke vrouw, bewapend met een pulsgeweer. Ze droeg het wapen als een getrainde soldate. Ze richtte de loop continue naar de grond om te voorkomen door een verkeerde beweging het wapen kon afgaan en dat vervolgens één van haar collega's hierdoor neergeschoten werd. Maar vanuit deze houding kon ze het wapen wel snel richten en vuren. Ze zag eruit alsof ze dit meer dan vaak genoeg had gedaan, dus ook dat detail sloeg de Adder in haar gedachten op.

Twee bukka's, ook beiden bewapend. Deze twee hadden de veiligheidspal echter nog op hun wapens zitten. Ze zagen er zenuwachtig uit en misten de rust die de andere drie uitstraalden. Ook dit waren belangrijke details voor haar.

Ze schrok niet eens toen aan de rand van haar blikveld twee nieuwe aanwezigen arriveerden. Ze bekeek haar twee nieuwe doelen uitvoerig.

De één was een menselijke vrouw in een pij met rode zomen. De andere pijen hadden dit niet, dus ze concludeerde dat dit een teken van een hogere rang of andere functie was. Aan het geblaf van opdrachten te horen had ze een leidinggevende functie.

De tweede van de nieuwe aanwezigen was een lang en dun wezen dat zichzelf in een lange grijze mantel had gehuld. Zijn benige vingers friemelden willekeurige patronen.

Zenuwtrekje, bedacht de Adder zich. Wat doet een Eluviaan hier bij die zwartpijen?

'De dokter blijft bij jullie. Hij kan de Tabula Rasa onderzoeken zodra jullie haar gevangen hebben. Het is jullie eerste prioriteit dat haar niets overkomt. Nog geen blauwe plek, geen schrammetje, helemaal niets! Ben ik duidelijk?' beval de zwartpij met de rode zomen.

'En de piloot van dat ding?' vroeg één van de twee spierbundels terwijl hij met zijn duim over zijn schouder naar de Concordon wees.

De leidinggevende pij keek even naar het schip en toen naar haar ondergeschikte. 'Eigenlijk interesseert dat mij niets. Maak hem af als je zin hebt. Als je hem laat leven wil ik geen last van hem hebben. En wat je ook doet, doe het snel. De autoriteiten van dit station beginnen nu al vragen te stellen. Ik wil hier weg zodra we haar hebben en voordat die vragen echt lastig beginnen te worden.'

'En mijn veiligheid?' vroeg de Eluviaanse arts voorzichtig. Het leek alsof hij er bijna niet over durfde te beginnen en de willekeurige vingerbewegingen werden alleen maar erger.

De leidinggevende pij keek de arts zonder enig vertoon van emotie aan, draaide zich om en liep toen weg. De Eluviaan begon nu nog zenuwachtiger te bewegen en mompelde mopperend iets in zijn eigen taal. De anderen negeerde het en hielden de entree van de hangar nauwlettend in de gaten. Hun doelwit kon daar straks wel eens doorheen wandelen, rechtstreeks in hun handen.

De Ogen van de Ziener (betaversie)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu