Hoofdstuk 45

149 18 9
                                    

De dagen gaan voorbij in het geluid van hoeven in het gras, het razen van de wind en gesprekken tot diep in de nacht. Het zwarte woud lieten we de tweede dag achter ons en vervolgende onze reis over lange groene vlaktes zonder einde. Hier en daar zie je een verstrooid iemand lopen, verder is er niemand te zien. We hebben zon en regen gezien, dag en nacht is voorbij gegaan. Het zijn lange dagen die uitmonden in korte nachten, dag in dag uit.

Beetje bij beetje begin ik de persoon Novak te leren kennen. Novak kan uren praten over zijn lange reizen rond de wereld. Hij heeft elfen gezien, geleefd met weerwolven en veel geleerd van heksen. Overal weet hij een beetje van, elke vorm van natuur en magie. Ik kan uren luisteren met oprechte interesse, heb veel van hem geleerd in de afgelopen dagen. Langzaam begin ik iets meer op mijn plek te raken, vertel meer en ben minder zenuwachtig.

In de verte ligt een dorp die steeds verder in het zicht verschijnt. Het is de wolven pack waar we al dagen naar op weg zijn. De huizen lijken vanaf mijn oogpunt niet groter dan een schuur in de verte, echter weet ik wel beter. Hoe dichterbij we komen, hoe groter de huizen worden. De kleine hutjes veranderen in volwaardige huizen. Een dorp, wat meer lijkt op een stad, komt dichterbij. 'De halfmoon pack, de op ene grootste ter wereld. Het heeft dertigduizend inwoners'.

Ik kijk Novak vanaf mijn paard aan en knik langzaam. We hebben nagedacht de laatste dagen over wat we hier wilde gaan bereiken. We weten dat ik niet geliefd ben, dat ik gezocht word en dat er een grote prijs op mijn hoofd staat. Rave mag niet gezien worden en niemand mag weten wie ik echt ben. Maria is mijn naam voor anderen, Rave blijft op afstand en mijn magie blijft verborgen. Dat is het begin van ons plan, de spelregels.

We moeten te weten komen waar Tristan en Viko zijn. De enige manier waarop we dat te weten gaan komen is praten met de wolven in dit dorp. Novak kent de Alfa en Luna van deze pack, is vrienden met hun zoon. Blijkbaar heeft hij een half jaar in deze pack gewoond als vredestichter tussen de wolven en vampiers. Het hielp, de vampiers en wolven hebben minder strijd met elkaar.

We rijden steeds dichterbij de grens van de pack. Novak vertelde mij dat er vier grenzen zijn die allemaal worden bewaakt door de krijgers van de Alfa. Aan elke zijde van het dorp is een ingang, als een soort kruis die door het dorp loopt. We hebben Rave een paar honderd meter geleden het commando gegeven om zichzelf te verbergen tot ik voor hem fluit, precies zoals Nora had gedaan toen ze het kasteel in kwam.

De houten huizen torenen inmiddels boven mijn zicht uit. De huizen zijn gemaakt van twee kleuren hout, een lichte en donkeren. De basis lijkt gemaakt van het lichte hout. Over het huis lopen schuine strepen van het donkere hout die samen een soort raster om het huis vormen. De daken zijn gemaakt van roodbruine dakpannen die in een punt naar boven lopen. De raampjes zijn bijna allemaal ovaal en hebben luiken van hetzelfde donkere hout als de strepen.

Zodra we enkele meters van de grens vandaan zijn laten we onze paarden vertragen. Er staan twee krijgers aan beide zijde van het pad dat het dorp in loopt. Ze zetten een stap het pad op en steken hun hand uit om ons een stop teken te geven. Beide hebben ze een lichtblauw met wit pak aan. We laten onze paarden een meter voor de krijgers stoppen. Een beetje zenuwachtig schuif ik beter op het zadel. 'Wat heeft u hier te zoeken?', vraagt de rechter krijger. Zijn gezicht staat serieus en zonder enkele emotie.

'Goedendag heren. We komen om Alfa Troy en Luna Mercie te spreken', antwoord Novak de krijger. De andere krijger zet een stap onze richting in en laat zijn ogen over onze beide heen glijden. 'Bent u bekend bij de Alfa?', vraagt de krijger verder aan Novak. De andere krijger zijn ogen glijden over mij heen alsof hij me probeert te lezen. 'Ik denk dat hij de naam Novak wel zal kennen'. De krijger knikt en lijkt in zijn gedachtes te verdwijnen. Zijn ogen staan leeg, hij staart vooruit en beweegt niet.

Opeens verdwijnt hij uit zijn verstening en knikt met zijn hoofd. 'Beta Alex heeft u toegang verleent en is bekend met uw aanwezigheid, welkom'. Verdwaasd kijk ik de krijger niet begrijpend aan. Toegang verleent? Hoe kan dat zonder dat de man niet van zijn plek is gelopen? Er is blijkbaar nog zoveel dat ik niet over deze wereld weet, hoewel ik elke dag meer leer.

Novak knikt met zijn hoofd naar de man. 'Dank u'. De krijger knikt nog een keer met zijn hoofd en zet dan een stap opzij. Novak is uiteindelijk degene die zijn paard weer in beweging brengt. Samen rijden we de pack in. Het geluid van de dagelijkse bezigheden komen me te gemoed, iets dat ik toch heb gemist tijdens onze reis. Van buiten lijkt het een rustig dorp, van binnen druk en vol leven. Tientallen wolven in mens vorm lopen door de straat, je hoort deuren dichtklappen en luid gepraat. Het geluid van stromend water, de vogels en verschillende dieren galmt door mijn oren.

Op een looppas brengen onze paarden ons door de straten. Hier en daar kijken voorbijgangers op, staren een tijdje en vervolgen hun weg alsof ze niks hebben gezien. Het dorp heeft een gezellige drukte met bewoners die blij lijken met de gang van zaken. Voor mijn ogen klapt een houten deur open. Een jongetje van een jaar of acht wordt naar buiten geduwd door een oudere man. Op een onaanwijsbare manier wordt mijn oog getrokken naar het tafereel.

Ik stop mijn paard en kijk naar de man en het jongetje een paar meter van mij vandaan. De man pakt het jongetje bij zijn shirt, trekt hem met geweld naar hem toe en slaat vervolgens het jongetje in zijn gezicht. Totaal verbijsterd kijk ik naar het tafereel voor mij. Het jongetje grijpt naar zijn rode wang. 'Jij misbaksel', schreeuwt de man. Het jongetje krimpt in elkaar. Ik zit verstijfd op mijn paard. Ik zou willen wegkijken maar het lukt me niet.

'Waarom heeft de maangodin me zo'n mislukking als jou gegeven!'. Zodra de man voor de derde keer zijn hand heft knapt er iets in mij. 'Stop!', roep ik door de straat. Meerdere bewoners heffen hun hoofd en kijken mijn richting in. De man kijkt verbaast mijn kant op en laat zijn hand zakken. Hij houd het jongetje nog altijd bij zijn shirt vast. 'Waar bemoei jij je mee?', spuugt de man naar me uit. Zijn gehele gezichtsuitdrukking is agressief. De man heeft grijze haren en een klein grijs baardje. Zijn bruine ogen kijken me boos aan, ze doen me denken aan die van Christiaan.

'Maria, we worden verwacht', probeert Novak me af te lijden van het tafereel. Ik kan en wil de situatie niet laten. Ik laat mijn paard een paar stappen de richting van de man in zetten. 'U hoort uw zoon niet te slaan'. Ik zou willen dat het er zelfverzekerd uit kwam, dat deed het niet. Ik hakkel en de angst is hoorbaar in mijn stem. Ik hoopte dat de man iets zou doen met mijn afkeuring maar in tegendeel, hij pakt het jongetje nog strakker vast. De blauwe ogen van het jongetje staan angstig en zijn wang gloeit van de klappen.

'En wie mag jij wel zijn om mij dat te zeggen? Wegwezen of je krijgt ook een klap'. Mijn angst begint plaats te maken voor een geplaatst boosheid. Ik bal mijn vuisten om de teugels van het paard. 'Wat denkt u wel niet. Bent u te emotioneel instabiel dat u uw agressie moet afreageren op een kind? U zou u moeten schamen. Houdt u handen thuis en reageer uw agressie af op iets wat partij heeft'. De man wordt enkel agressiever van mijn woorden. Hij duwt het jongetje hard op de grond en zet een paar stappen mijn richting in.

'Excuseert u de dame. We hebben een lange reis achter de boeg en de vermoeidheid eist zijn tol. Wat ze probeert te zeggen is dat u andere normen en waarden draagt. Als u ons nu wilt excuseren, we worden verwacht', kapt Novak het gesprek af. Ik kijk Novak aan alsof hij gek geworden is. Dat is zeker niet wat ik bedoelde en ik ben ook nog niet klaar met de man. Ik wil mijn mond open trekken maar wordt tegengehouden door de man. 'Houd je dame in toon'.

Ik ben in staat op van het paard af te springen en de man iets aan te doen. De afgelopen dagen is er iets in me omhoog gekomen wat lang verborgen zat, agressie. Agressie tegen mannen zoals deze en personen die onterecht iemand kwaad doen. Novak knikt enkel met zijn hoofd naar de man, kijkt mij aan en brengt zijn paard in beweging. Met tegenzin breng ik mijn paard in beweging en hoor ik nog net. 'Ik krijg jou nog wel dame'.

Zwart BloedOnde histórias criam vida. Descubra agora