Hoofdstuk 6.

226 19 11
                                    


Penelope die achter me aan was gerend, had niet gemerkt dat ik plots tot stilstand was gebracht en ze botst met een grote "oef" tegen me op. Het is niet het ontrafelde mysterie van het geluid dat mijn loopschema door de war brengt, maar de persoon die hier achter schuilgaat. Het is hem. 'Pepijn! Wat doe jij hier?' Penelope, die mijn buitensporig gedrag zomaar vergeet, sprint op de jongen af en neemt hem vast voor een stevige knuffel. Ik sta nog altijd als versteend aan de grond. Hij ís het en ik kan geen woord bedenken om deze situatie te beschrijven. Ik herken zijn donkerbruine haar dat zachtjes krult en zijn prachtige blauwe ogen die smeken om aangekeken te worden. Hij lacht naar Penelope en er verschijnen kuiltjes in zijn wangen. Zijn gezicht is het voorbeeld van perfectie. Penelope verplaatst haar aandacht terug naar mij en ziet mijn verbaasde gezicht. Ze wurmt zich los uit de innige omhelzing en loopt naar me toe, met de jongen in haar kielzog. 'Sorry dat ik zo onbeleefd doe, Alice dit is mijn broer Pepijn. Pepijn dit is Alice.' Oh god, de jongen is Penelope's broer. Auwch dat komt hard aan, minder hard dan dat het haar lief geweest zou zijn, maar nog altijd redelijk hard. Pepijn komt naar me toe gewandeld en schud mijn beverige hand, ik kan zijn sterke spieren door het strak gespannen T-shirt zien. Ik moet mezelf leren beheersen, dringend. 'Aangenaam.' Ik kan zijn stem wel uit duizenden herkennen en ik open mijn mond om op zijn begroeting te antwoorden. 'Aangenaam, ik heet Alice.' Hij glimlacht en ik word bij elke witte tand die ik zie nog een beetje meer betoverd. 'Ja dat weet hij al, ik heb jullie juist aan elkaar voorgesteld, weet je nog? Aarde aan Alice?' Juist ja, stommeling die ik ook ben. 'Zusje je moest me heus niet voorstellen aan haar, ik ken haar al.' Nu is het Penelope's beurt om er stomverbaasd bij te staan. 'Ik ken haar van vroeger.'
'En hoe komt het dan dat ik haar me niet herinner? We zijn tweelingen, wij zaten ook in dezelfde klas, dus moet ik Alice toch ook gekend hebben.' Ze maakt een afkeurend geluidje en kruist haar armen over elkaar om haar woorden kracht bij te zetten. 'Ik heb ook nooit gezegd dat ze in onze klas zat. Ze kreeg thuisonderwijs, als ik het me goed herinner.' Ik knik, dat hij me kent is een ding, maar dat hij weet van mijn thuisonderwijs... Die jongen is een God. 'Ik kwam vaak in het bos spelen en daar kwam ik haar soms tegen.' Ik herinner me het opeens weer. Hij was die kleine schattige jongen, waarmee ik altijd dennenappels verzamelde om er een gevecht mee te voeren. Er valt een ongemakkelijke stilte en Pepijn gaat terug naar de bijl om verder hout te onthoofden.
'Alice?' Penelope maakt een kort handgebaar dat ik naar haar toe moet komen. 'Er is een probleempje,' zegt ze me zonder woorden en enkel met het bewegen van haar mond. Ik stap zo elegant mogelijk naar haar toe, struikel bijna over een tak en hoop dat Pepijn het niet gemerkt heeft. Maar ja, als ik me omdraai om dat te controleren, zie ik hem met een ingehouden lach verder hout kappen. Daar gaat mijn reputatie. Ik wandel met een pijnlijke voet naar Penelope toe.
'Wat is er? Heb je weer iets laten ontploffen?' Ik knipoog naar haar, maar ze kruist meteen haar armen weer. Ok, niet grappig dus.
'Toen je daarnet wegrende in het bos... Ik dacht echt dat je wilde... Ik deed het echt niet express...' Ze kraamt een reeks hakkelende woorden uit, die ik moeilijk met elkaar kan verbinden. Ze ziet dat ik het niet snap, slaakt een diepe zucht en gaat voor de korte pijn. 'Ik heb de knop ingedrukt.'

Alice-Alive [ON HOLD]Where stories live. Discover now