Hoofdstuk 8.

165 19 3
                                    

De koningin nipt aan haar thee. Dit is het vreselijkste moment van de week: het thee-uurtje. We zitten op de dure leunstoelen in mijn kamer, zij in een duidelijk mooiere dan die van mij. Voor me bevindt zich het tafeltje waarop de theepot en mijn onaangeroerde kopje staan. Het gouden kopje is nog overvol van veel te zoet heet water, terwijl die van de koningin halfleeg in haar hand leunt. Sinds we terug zijn gekomen van de stad, heeft ze me behandeld als haar eigen dochter. Ik kreeg plots de mooiste jurken in mijn kast en een spiegel boven de wastafel in mijn persoonlijke badkamer. Normaal gezien behandelt ze me liever als een klein kind, misschien heeft mijn daad van gisteren daar verandering in gebracht. Alhoewel, hare majesteit is de waarde van liefde al lang vergeten, voor haar is de prijs van schoonheid het kostbaarste. 'Alice, schat, wij moeten eens een ernstig gesprek voeren.' Ik hou beheerst mijn adem in, wat is ze nu weer van plan. 'Je weet het of je weet het niet, maar...' Ze ademt langzaam uit alsof er een zware last op haar schouders leunt die ze via haar mond eraf wil spreken. 'Ik heb een zoon.' Ik neem net een slokje drank en spuug het subtiel terug in het kopje. Ze heeft een zoon! 'En ik had het idee... Ik heb besloten dat jullie met elkaar moeten trouwen.' Als ik het slokje water van daarnet nog in mijn mond had, zou ik het spontaan in haar gezicht spugen. Wie denkt ze wel niet dat ze is!
'Je bent namelijk een zekerheid voor de toekomst en je ziet er niet mis uit.' Ik aanvaard dat als een soort compliment, maar die helpt de situatie niet echt. 'Daarnaast ken ik je al langer en woon je hier feitelijk, dus ik zie er de problemen niet van in. Vanavond staat er een afspraak gepland.' Ze zet haar tasje met haar sierlijke handen op het bijzettafeltje en veegt denkbeeldige kruimels van haar schoot. Dit teken maakt duidelijk dat ze vertrekt en dat ze me de komende 2 uur niet lastig zou vallen. Ze neemt het gouden belletje dat op de tafel staat en zwaait er elegant mee van links naar rechts. Binnen de seconde komen er 3 dienstmeisjes naar binnen gestormd en de koningin vertrekt net alsof er niets gebeurt is. Ze draait zich nog een keer om bij de houten deur en schenkt me een van haar zeldzame lachjes. Ik lach niet terug.

Ik probeer mezelf te kalmeren en kijk naar het meisje dat de tasjes verzameld. Ze doet me denken aan Penelope, het dienstmeisje heeft dezelfde donkere haren en een even warme lach. 'Drink je dit nog op?' Ze wijst naar het kopje waarin deels warm water en deels spuug zit en ik schud snel mijn hoofd. Haar vriendelijke bruine ogen knikken begripvol en ik vind het haast spijtig dat ik geen enkele gelijkenis met Penelope in haar gezicht terugvind. Terwijl de andere twee meisjes bijna klaar zijn met het afruimen en schoonmaken van de tafel, doe ik een onopvallend teken naar het derde meisje. Ze komt naar me toe. De andere twee die zich niets aantrekken van wat ik haar te melden heb vertrekken zodra ze klaar zijn. 'Wat is je naam?' Haar bril geeft haar bruine oogkleur een tweede dimensie. 'Olivia Paddletar.' Ze steekt haar hand naar me uit en ik probeer even veel hartigheid in de handdruk te steken, als ik in haar lach gevonden had. 'Weet jij toevallig waar de koningin Penelope en Pepijn ondergebracht hebben?' Ik zie dat ze twijfelt en even kijkt ze omlaag om haar schoenen te inspecteren. 'Je kent Penelope toch wel?' Een kort moment herinner ik me dat Penelope een wacht was, die misschien niet omging met normale dienstmeisjes. Ze kijkt op.
'Natuurlijk ken ik haar, ze was altijd zo enthousiast en vrolijk.' Ze kijkt door het raam en ik volg haar voorbeeld. 'Vroeger werkte ik samen met haar in de keuken en ik sliep langs haar in de slaapzaal.' Haar blik wordt wazig, net alsof ze zo de vreselijke realiteit kan vervagen. 'Op een dag kwam ze eens naar ons toe met een vreselijk dik boek. Het was van rood leer en was prachtig bewerkt met ouderwetse krullende letters. Elke avond haalde ze het boek van onder haar kleine matras en las ons een hoofdstuk voor. Ik herinner me nog hoe ze zich inleefde in het personage, ze kon zo goed vertellen... Er was een ander meisje in de zaal die ook eens iets wilde voorlezen, ze kon er niet tegen dat alle aandacht naar Penelope ging. Vreemd genoeg overhandigde zij haar familiebezit zonder probleem...' Ik luister aandachtig naar Olivia en kan er niet tegen dat ze haar verhaal voortdurend onderbreekt door te lachen bij bepaalde gedachten. 'En was het ander meisje even goed?'
'Veronica, het ander meisje, had de kans niet om dat te bewijzen. Toen ze het boek opensloeg werd ons allemaal duidelijk dat de bladzijden leeg waren.'
'Leeg?' Ik kan mijn verbazing moeilijk onderdrukken, Penelope verbaast me keer op keer met haar fantasie. 'Ik weet nog hoe ze in de koets me vertelde dat ze een trol had ontmoet en met elfjes kon praten.' Ik lach bij de mooie herinnering die zo lang geleden lijkt en zie hoe we allebei emotioneel worden. 'Weet je echt niet waar ze is?'
Ze draait haar hoofd heen en weer, kijkend naar eventuele getuigen. Ze buigt zich naar voren en fluistert in mijn oor. 'Beloof me dat je zwijgt over wat er nu gaat gebeuren.'

Alice-Alive [ON HOLD]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu