Hoofdstuk 17

51 2 0
                                    

Steeds meer datums tikken weg, alsof de wijzer van de klok ze van de aarde schuift. Het stort neer in het zwarte gat en zal het licht niet meer terug vinden. Zelfs de randen van de dagen vagen in elkaar over. Het vertroebeld tot het niets meer is dan een egaal geheel. Het onderscheid is niet eens meer te maken tussen een maandag of dinsdag. Het enige wat me nog scherp houd zijn degene die naar werk moeten en de tijden van de vroege middag en late avonden. De tijd dat ik sowieso met open armen ontvangen wordt. Verder spendeer ik mijn dagen een beetje hetzelfde. Zelfs mijn natuurlijke lichaamsklok gaat op dezelfde tijden af. Verplicht maak ik op de tijden dat de zon laag aan de hemel staat een wandeling met Wilbur ook al weet ik zeker dat ik genoeg naar buiten ga. Het voelt meer als een taak die ik moet voltooien, eentje die ik stiekem heel erg plezierig vind. Hij mag oud zijn maar het plezier in zijn lichaam is er nog niet uitgezogen. Ik ben eigenlijk vaker buiten dan dat ik zelf denk. Bijna elke avond kijk ik naar de sterren vlak voordat ik ga slapen, het is vanaf het balkon maar nog steeds buiten. Nog steeds voel ik de frisse bries tegen mijn huid aan blazen. Ik zit vaak alleen op het balkon thee te drinken, die ik overigens dan nog steeds vergeet. Dan drink ik gewoon puur koud water met een vage muffe smaak. Ik doe nu gewoon niets met mijn leven, wat zou ik moeten doen. Mijn zenuwen al het vlees van mijn botten laten eten? Dat vind ik het niet waard voor een uitslag of ik geslaagd ben of niet. Dat duurt nog een paar dagen. Ik wil me daar niet druk om maken. Ik maak me wel zorgen om andere dingen.

Ik kan het niet helpen en denk aan al de fans die hun geluk nu moeten missen. Af en toe vraag ik me af of het wel het juiste is wat ik heb gedaan. Of ik het wel had moeten vertellen. De mediastilte had gefaked kunnen worden. De nu drie weken konden opgevuld worden door oude content maar dan zou je liegen. Dat zouden de verdwijnende tourdatas niet verklaren. Ik heb er nu voor gezorgd dat iedereen zich zorgen gaat maken. Ik kan ze niet garanderen dat ze rustig kunnen slapen met het idee dat Ruel nog onder ons is als ze wakker worden. Dat kan ik mezelf niet eens beloven. Ze verdienen deze onzekerheid niet. Het doet te veel pijn. Ruel was juist een plek voor veiligheid. Een gevoel van thuis. Dat is nu wel een beetje verkloot ook al zal de liefde en steun voor hem niet verdwijnen. Het zal hem achterna blijven zitten of hij dat nou wilt of niet. Het is een spel van tikkertje, het gaat heen en weer. Heen en weer.

Het liefste had ik Ruel nu zien stralen op het podium. Hem rond zien dansen op de manier hoe hij dat altijd stiekem in zijn kamer deed toen hij kleiner was. Ik wil de energie voelen die in de zaal hangt. Of dat nou persoonlijk is of door een scherm heen. De energie die hij heeft krijgt hij twee keer zo veel terug en zo gaat het door. Ze voeden elkaar behoeftes. De fans en Ruel. Beide worden gelukkig daar. Zijn ogen stralen op een andere manier, het laat zijn pure geluk zien. Het is zo anders van wat ik zie als hij naar me kijkt, maar het ligt niet ver van elkaar vandaan. Zoiets doet wonderen. Daar kan geen medicijn tegenop. Hij wordt gedragen door de lucht bij al het plezier die hij ervaart. Hoeft zijn voeten niet eens vies te maken aan de vloer. Geen wonder dat dat uiteindelijk een leeg gevoel achterlaat, het is al die tijd al zo intens gevuld geweest dat dat gat niet meer gewend is om niet zijn zin te krijgen. Het wilt geen rust. Geen pauze. Het is een klein kind, wilt steeds meer en meer anders verdraaid het humeur. Geef je het eenmaal wat het wilt is het het gelukkigste dat je ooit hebt gezien. Een brede glimlach verspreid over het gezicht. Wangen die zich opzetten. Ogen die nauwer worden en de kleine kraaienpootjes aan de zijkant van zijn ogen zichtbaar maken. Het zou me bijna afschrikken als ik niet wist dat dit erbij hoorde. Als ik niet wist dat hij zo veel blijdschap kon bevatten. Begrijp me niet verkeerd, het is een zeer blije maar ingetogen jongen maar dat niveau is gewoon krankzinnig.

Ik hou me te veel aan hem vast, maar hoe kan ik ook anders. Hij heeft me hoop gegeven. De liefde die al die tijd al verloren was. Waarvan ik dacht nooit meer terug te zien. Hij gaf me mijn leven terug, liet me dingen vergeten die mij altijd al naar beneden hebben getrokken. Zonder hem komen ze terug, als een boemerang die door de lucht raast. Straks tegen mijn hoofd aan gaat knallen en me met een blauwe plek achterlaat. Hij voelt als mijn thuis waar ik altijd al heb willen wonen. Het is de eerste plek dat echt zo warm en veilig voelt. Zijn hart voelde als de muren, zijn ogen waren de ramen. Zijn aanraking de electriciteit. Het werd levendig. Ik kan mezelf niet zomaar uit dat huis schoppen. Ik zou gestoord zijn. Maar ergens is dat voor nu maar beter. Misschien moet ik een stap over de drempel zetten, mezelf nog vast blijven houden aan de deurpost. Maar mezelf wel blootstellen aan de koude bries die weer op me af komt zetten. Ik zal moeten wennen aan een afstand als dit, ook al zal het later anders aan gaan vallen. In welke situatie dan ook. Of hij het overleefd of niet. Ik weet dat het niet hetzelfde gaat worden. Wij gaan nooit meer hetzelfde zijn. Dit laat zijn afdrukken achter. Diep gegraveerd in de botten. Niet alleen bij mij, ook bij hem. Hoe langer dit allemaal duurt hoe meer schade hij oploopt. Hoe gevaarlijker het voor hemzelf is. Hoe verder weg hij van zijn oude ik gaat staan. En nog steeds zal ik van hem blijven houden. Waarschijnlijk zal ik hem altijd blijven vergeven, mezelf daarentegen niet. Ik zal mezelf nog steeds straffen voor al de fouten die ik heb gemaakt. Zelfs als het erin is gepraat. Zelfs als het mezelf wijs is gemaakt.

Ik mis hem gewoon heel erg. Ik kan mezelf wel verrot slaan om de manier dat ik om hem geef. Hoe ik hem heb toegestaan in mijn leven. Ik laat weinig mensen echt toe in mijn hart. Dan geef ik je wel echt al mijn vertrouwen. Dan heb je ook mijn respect. Ben je iemand die van mijn opgebouwde muur stenen weg kan pakken en ze ook weer ongedeerd terug kan zetten op het einde.

Het liefste zou ik nu naast hem liggen, tegen zijn lichaam gedrukt en bijna onder zijn huid gekropen. Ik wil zijn hand vasthouden als onze vingers samenvlechten. Het liefste wil ik al het klimop rond mijn ribben gewikkeld voelen. De planten onder in mijn buik, die de toevoer van zuurstof zijn voor mijn lichaam, voelen ritselen tegen de binnenwand. Een leefgebied creëren voor de vlinders die daar leven. Ik wil weer kunnen ademen. Vrij, niet met een druk op mijn borst. Niet met het gevoel alsof het mes steeds dieper naar binnen glijdt hoe vaker ik mijn borstkas beweeg. Ik wil de rust, vrede, de kalmte.

Ik lijk dat alles maar niet te kunnen vinden. Zeker niet nu het al zo lang aanhoudt. Drie weken met een gevoel van verdrukking rondlopen geeft mezelf nou niet heel veel betere vooruitzichten. Mijn voeten doen pijn door het dragen van al het gewicht dat aan mijn lichaam hangt. Al mijn organen lijken een halve slag gedraaid te zijn. Ze wurgen zichzelf tot de bloedtoevoer zelfs te veel gevraagd is. Ik durf mijn eigen ogen niet eens meer te geloven. Soms voel ik het koude bloed van Ruel weer tussen mijn vingers stromen. De heel diep rode vloeistof. Ik kan alleen mezelf niet geloven of het echt is of niet. Of mijn hersenen me voor de gek houden of niet. Want als ik naar mijn handen kijk zie ik het bloed weer zitten. Ik kan het mezelf weer eens aan hebben gedaan doordat ik onbewust mijn handen te hard dicht heb geknepen en daardoor mijn nagels door de huid van mijn palm zijn geboord, of ik hallicioneer weer. Dat gebeurt wel vaker de laatste tijd. De vreemde maar toch bekende geluiden galmen wel vaker door mijn oren, ze doen mijn trommelvliezen trillen tot ze lijken te scheuren. Ik voel wel vaker dingen die niet echt zijn. Zelfs de pijn die ik in mijn lichaam mee moet dragen lijkt soms nep. Mijn onderscheiding tussen realiteit en waanzin is ver te zoeken, dus ik geloof mezelf niet meer. Ik zie het en trek geen conclusies. Ik zie alleen de waarheid als ik een paar uur later daadwerkelijk wonden in mijn handen zie. Zelfs die wil ik niet geloven. Niet omdat ik denk dat ze liegen, maar omdat ik mezelf ga haten voor wat ik heb gedaan, spijt ga krijgen dat ik het weer eens heb laten gebeuren. Ik zie mezelf alleen maar als zwak. Maar de kracht die ik heb opgebouwd is nooit verdwenen. Ik had het alleen kunnen halveren. Ik had niet alles nodig voor zelfbescherming. Ik voelde me al beschermd.

Volgens mij maak ik mezelf compleet gestoord. Ik voed mezelf alleen maar met de slechte dingen, vergeet naar de goede dingen te blijven kijken. Het is lastig als die ergens op de achtergrond zitten. Dat komt omdat alleen de slechte dingen de monsters van gedachten zijn. Ze onderscheiden zich van de anderen omdat het je het meeste raakt. Het is dus moeilijk om te kijken naar de dingen die je wel hebt, die je nu wel nog gelukkig maken, want het zit ergens verborgen achter een muur van rode graffiti woorden die schreeuwen dat je het mis hebt. Die je vertellen dat het helemaal niet waar is. De focus blijft op de negatieve dingen omdat die nou eenmaal veilig aan gaan voelen. Zo is het altijd geweest en het gaat ook nooit meer veranderen. Mijn geest is sterk genoeg.

The Darkness Of Healing // Ruel // Dutch Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu