Chapter 32

382 11 3
                                    

Perspectief Noor

Na enkele uurtjes ben ik eindelijk klaar met school. Ik verlaat de schoolpoort en vol verbazing zie ik mijn schoonvader met zijn auto.

Hij doet zijn zonnebril naar boven als hij mij ziet. Hij glimlacht en geeft me een teken om in te stappen in zijn Range rover. 

Ik stap in en groet hem.

"dat is iets nieuws dat je me ophaalt" 

"hahaha a jou zie ik ook als een dochter" zegt hij en rijd door. 

Ik lach even en voel brandende ogen van Salma en haar groepje. "Lmohim Noor ik wou eigenlijk met je praten" zegt hij. 

"Oei is er iets met gheltie?" vraag ik bezorgd. 

"Laah benti alhamdoulilah ze voelt haar goed" 

Opgelucht zucht ik even.

"Jij en Amir zitten in gevaar" 

Met grote ogen kijk ik hem vragend aan. Ik kan al raden waarom!

"Hij zit in onderwereld"

"Hoe??.."

Hoe weet hij dat?

"Ik weet, het spijt me voor hem"

"Hij heeft me verteld dat hij weg is van de onderwereld" zeg ik en kijk hem aan.

"Ja heeft hij me ook verteld, maar geloof me dat gaat niet zo gemakkelijk"

Ik uit een zucht en kijk uit de raam. 

"Hoezo zit ik in gevaar" vraag ik. 

"Er is een soort pandenoorlog waaronder de oude pand van Amir" zegt hij en kijkt geconcentreerd op de weg. 

Ik blijf stil voor me uit kijken. Ik wil nu alleen zijn. 

"Saffi gherie je kan me hier afzetten. Ik ga wel te voet shokran" zeg ik. 

"Nee!" zegt hij en doet de slot dicht. Met grote ogen kijk ik hem aan. 

"Wesh benti je loopt gevaarlijk in deze buurt." zegt hij een toon luider.

Het feit dat hij die deur opeens dicht doet maakt me bang.

"Ik heb mijn mensen perongeluk afgestu.." 

Mijn ogen worden nog groter dan hij al is. Yaa rabii deze is ook dealer!

Ik ben sprakeloos en kijk naar buiten. 

"Nee wat zeg ik nou hhaaha"

"Alsjeblieft mag ik naar buiten, ik zal op mezelf letten" zeg ik bang.

"Noor ik wil je niet afschrikken" 

"Laten we dit een ander keer uitpraten" zeg ik bijna smekend.

"Ik wil niet dat je denkt dat ik slecht bent" zegt hij en doet de slot weer open. gelijk doe ik de deur open en stap uit. Ik pak mijn tas en zeg nog een 'droge' beslama aan hem. 

"Noor ik weet dat ik fout zit en zal dit oplossen" is het laatst nog wat hij zegt voordat ik de deur dicht toe. 

Ik voel de tranen opkomen, maar knipper ze weg.  

Deze man stuurt mensen op zijn eigen zoon!

 Na een 3 tal minuten ben ik aangekomen in huis. Vol verbazing zie ik een brief onder de deurmat. Ik kijk en zie een dreigingsbrief voor Amir met een mes.

Ik kijk angstig om me heen en ga snel naar binnen. 

"Amir" roep ik bang door heel het huis maar hoor geen antwoord. 

Ik bel naar mijn schoonvader en hij neemt gelijk op.

"Aub gherie, los dit nu op en jaag die mensen weg" zeg ik bijna huilend. 

Hij uit een zucht. 

"Ik had niet verwacht dat jullie dit zouden meemaken, maar mijn pand doet dit met een reden"

"Nee je gaat je zoon dit niet aandoen toch?" vraag ik doordringend. 

"Ik kan ze niet meer tegenhouden Noor" 

"Het is je zoon"

"MIJN ZOON MOEST MAAR NIET IN DE ONDERWERELD KOMEN!" roept hij waarop ik schrik.

Er heerst een stilte.

"Noor geloof me er zal niets ergs gebeuren met hem, hij is mijn zoon maar hij moet zijn lesje leren! Mohim ik moet door" zegt hij nog laatst en haakt af. Ik leg mijn gsm op de tafel en huil het uit.

"Noor?" hoor ik een bezorgde stem zeggen. Ik kijk op en zie Amir. Het liefst zou ik hem nu willen knuffelen maar voel weer een teleurstelling. 

"Wie heeft je pijn gedaan" vraagt hij met gespannen kaken. 

Ik veeg mijn tranen weg en pak het dreig brief die ik voor de deur vond. 

"Dit!"

"Door jou onderwereldse leven" zeg ik en bedwing mijn tranen. Hij kijkt met spitse ogen naar het brief. Ik voel dat zijn handen vuisten worden.

"Klaar we zijn niet meer veilig" zeg ik en kijk hem met rode ogen aan.

"Zeg dat nou niet Noor"

"Jawel! Dat zie je toch" zeg ik doordringend doelend naar het brief. 

"Ik los dit op.." zegt hij moeilijk.

"Nee het lukt jou niet alleen"

Hij kijkt me even aan.

"kom" zegt hij en wilt me een knuffel geven, maar ik duw hem zachtjes weg waardoor hij me pijnlijk aankijkt.

"Wesh wil je dat ik terug de onderwereld duik en mijn pand op hun afstuur" vraagt hij en spant zijn kaken.

Ik uit een zucht. 

Ik spits mijn ogen als ik opeens iets opvallend zie aan zijn gezicht. Ik doe de licht aan en zie dat zijn oog gewond is.

"la hawla wa la quwata ila billah" zeg ik en rust mijn hand op mijn mond. 

Hij grinnikt even. "Mooi he! heb ik van mijn vader gekregen" zegt hij sarcastisch. 

"Amir laten we hier weg gaan alsjeblieft" zeg ik en krijg weer tranen in mijn ogen.

Hij kijkt me weer zwak aan.

"Laat mij dit eerst oplo.." 

"Nee je vader zal niet stoppen, hij wilt je straffen" zeg ik.

Hij wou nog iets zeggen maar ik onderbreek hem door hem een knuffel te geven. Ik voel dat hij mij tegen zich aan drukt. 

Even voel ik me veilig.

"Saff weet je laten we kijken naar waar onze auto ons naartoe brengt" zegt hij. Ik moet even lachen.

"Ik ben serieus" zegt hij en duwt mijn kin naar boven zodat ik hem kan aankijken. 

"Nu?"

"Jaa ik wil dat je veilig bent"

"dat wij veilig zijn" corrigeer ik hem. 

Hij lacht even en ik word afgeleid door zijn glimlach. Ik merk dat hij me diep aanstaart. Ik schud mijn gedachtes wakker en maak me los van de knuffel. 

"Kom dan pakken we onze spullen nu in" zeg ik en neem zijn hand vast om hem zo naar boven te sleuren. 

Zo pak ik wat kleren en spullen. 

Ik kijk even naar Amir en zie hem een pistool onder de bed halen. Ik voel me lichtjes in mijn hoofd.

"Ik hoop dat je dat nooit zult gebruiken" zeg ik.



Mind SetWhere stories live. Discover now