Milo

195 17 6
                                    

Mijn proces gaat traag. Steeds verder wordt ik in mijn verdriet gezogen. Ze zeggen dat ik depressief ben. Alle levenslust in mij is verdwenen. Mijn bed is mijn grootste vriend geworden. Mijn vriendin is te lief voor me. Ze blijft bij me. Verlaat me niet. Ik ben haar dankbaar.

Alles wat ik ooit wilde in mijn leven is vervaagd. Ik wilde uit een vliegtuig springen, op vakantie gaan naar tropische landen, een wereldreis maken, met de jongens op vakantie of gewoon met mijn vriendin een avondje uit. Nu wil ik dat allemaal niet meer. Nu wil ik in bed liggen en slapen.

Buiten vinden ze me zielig. Ik hoor het steeds vaker van mijn vriendin. Iedereen vraagt waar ik ben. Iedereen wil weten hoe het met mij gaat. Iedereen wil dat ik iets van me laat horen. Leuk dat zoveel mensen dat willen, maar ik wil het niet. Voorlopig ga ik niet naar buiten. Echt niet.

~

Koen zoekt me af en toe op. Daar ben ik blij mee. Hij helpt me door er gewoon te zijn. Soms praten we, soms zijn we stil. Maar beide weten we dat we er voor elkaar zijn. Of het nu stil is of niet. Of we nu praten over ons verdriet, de herinneringen of gewoon over iets wat Koen buiten heeft gezien. De aanwezigheid van hem maakt me rustig.

Praten over herinneringen vind ik fijn. Ik wil de jongens blijven onthouden. Precies zoals ze waren. Toch is het soms ook moeilijk. Alle dingen die we nog hadden gepland, maar die nu nooit meer volledig door kunnen gaan. Dat vind ik moeilijk.

Toch lukt het Koen en ik om over de jongens te praten. Soms kunnen we zelfs lachen om alle domme verhalen. Maar we huilen ook. Veel. Het werkt wel. Huilen lucht op. Voor één keer hoef ik geen stoere, mannelijke kant te laten zien. Voor één keer mag ik mijn emoties laten zien. Aan Koen, aan Char en aan mijn ouders. Zij steunen mij. Dat zullen ze altijd blijven doen.

~

"Misschien moet je hulp gaan zoeken. Een therapeut ofzo. Dit gaat zo niet langer. Dat vind jij toch ook?"

De woorden galmen al dagenlang na in mijn hoofd. Het was Charlotte die erover begon. Ze begon over in therapie gaan. Ik werd er boos van. Kan mezelf echt wel redden zonder therapie. Ik was nota bene al een keer uit bed gekomen!

Toch weet ik diep van binnen dat ze gelijk heeft. Nu merk ik het misschien nog niet, maar ooit wel. Nu voelt het alsof ik het allemaal alleen kan, maar ik weet dat ik ooit ga breken. Nog verder dan dat ik nu ben gebroken. Kan dat eigenlijk? Kan ik nog dieper in deze hel komen?

Spijt. Spijt van alles. Vooral hoe ik tegen Char heb gedaan. Door de boosheid, heb ik dagen niet tegen haar gepraat. Maar zij hield vol. Ze bleef voor me zorgen, hoe kut ik ook deed. Zo zo zo kinderachtig, ik weet het.

We hebben het bijgelegd, uitgepraat, goedgemaakt. Toch voel ik me nog steeds schuldig. En dus heb ik iets besloten. Ik ga haar trots maken. Ik ga aan mezelf werken. Naar therapie. Dit kan inderdaad zo niet langer meer.

Het is nu of nooit.

Fake // Bankzitters Where stories live. Discover now