Hoofdstuk 8: Desdemona

16 4 0
                                    

Desdemona liep weg bij de reling. Ze zag nu alleen nog de kust van Delos en een paar andere eilandjes, waarvan ze de naam was vergeten. Ze vroeg iemand die toevallig langsliep hoe lang de reis was. Die antwoordde: "Argaros is maar een week varen. Maak je geen zorgen over piraten. Als die er zijn, is ons schip waarschijnlijk snelller." Argaros? Waarom gaan we naar de hoofdstad? Daar is de academie niet! Ze probeerde andere bemanningsleden te vragen waarom ze naar Argaros gingen, maar ze kreeg er geen woord uit. Iedereen was veel te druk bezig met zijn taak.

Desdemona zat in haar kajuit. Ze zuchtte voor de zoveelste keer. Ze was naar hier naartoe gestuurd, omdat het ging stormen. De boot zwalkte gevaarlijk heen en weer. Desdemona werd een beetje zeeziek. Als afleiding ging ze lezen. Omdat ze van het lezen nog misselijker werd, ging Desdemona op het bed liggen. Ze sloot haar ogen en viel in slaap.

Vroeg in de ochtend, twee dagen later, sloeg het noodlot toe. Iemand klopte op Desdemona's deur. Desdemona werd ervan wakker en wreef in haar ogen. Hoe lang had ze geslapen? Het kloppen ging door, maar klonk dringend. Iemand wilde zo snel mogelijk naar binnen. Desdemona stond op en liep naar de deur. Ze zwaaide de deur open. Een van haar dorpsgenoten stond met een gezicht vol paniek voor de deur. ¨Verstop u! Er komen piraten aan!¨ Piraten?! Desdemona schrok. Snel keek ze door haar kamer, en draaide zich vervolgens weer om naar de man. Die was alweer verdwenen. Desdemona sloot de deur weer en verstopte zich onder het schrijftafeltje. Het was geen ideale verstopplek, maar er was niets beters. Ze hoorde boven zich geschreeuw. Hoe langer het duurde, hoe banger Desdemona werd. Ze was nog nooit van Icaria af geweest, en was nog nooit eerder in gevaar geweest. Desdemona hoorde vlak bij haar deur geschreeuw. Ze probeerde het in te houden, maar begon te snikken. Plotseling zwaaide haar deur open. Een man die tot zijn oren was gekleed met wapens. De piraat keek de kamer door en liet zijn blik op Desdemona vallen. Hij stormde op haar af. Desdemona gaf een schreeuw van schrik. De piraat veranderde in een wurgslang. Pijlsnel kronkelde hij naar Desdemona toe en gleed om haar heen. Desdemona zat vast en kon niet weg. De wurgslang kneep haar langzaam fijn. Hij gunt me geen snelle dood. Ik ga langzaam en pijnlijk sterven. Daar had Desdemona absoluut geen zin in. Ze worstelde tegen de slang, maar zat al gauw veel te vast om nog te bewegen. Dit is het einde, dacht ze. Ze sloot haar ogen. Tranen biggelden over haar wangen. Bam! Een schot. De wurgslang verslapte zijn greep en Desdemona kon weer vrij ademhalen. De wurgslang veranderde ook weer naar zijn menselijke gestalte en lag naast Desdemona. Desdemona ging recht overeind zitten en keek recht in de ogen van haar redder. Het was haar buurman. Desdemona keek naar het lijk naast haar. Ze wist niet wat haar overkwam, maar begon opeens hysterisch te huilen. Het bloed van de piraat was overal. Vooral op Desdemona. Haar buurman liep op haar af en probeerde haar te troosten. Ondertussen ging het geschreeuw op het dek door. De buurman bleef eindeloos lang bij haar en sleepte ondertussen ook het lijk weg. Dat liet een vreselijk bloedspoor achter. En na wat wel uren leek kwam iemand naar hen om te vertellen dat alle piraten dood waren of gevlucht. Desdemona liep samen met de buurman het dek op. Daar waren lijken van piraten, dorpsgenoten en vreselijk veel bloed. Desdemona zag dat een paar mensen bezig waren lijken overboord te gooien. Haar buurman liep ernaartoe en zei dat er naast Desdemona's kajuit ook een lijk lag. Oliver werd ook naar het dek geëscorteerd. Hij leek ongedeerd te zijn. Oliver schrok zich dood toen hij zag dat Desdemona bedekt was met bloed. "Ben je gewond?!" Desdemona schudde van nee. "Ze was wel bijna dood." Oliver keek de buurman bang aan. Iemand die zich zorgen over me maakt die geen familie is. Dat is weer eens wat anders, dacht Desdemona opeens. Misschien wel een eerste vriend? Desdemona wilde wat haar opzij vegen, maar het zat vastgeplakt aan haar hoofd. Het bloed was al bezig met opdrogen. Desdemona ging snel een bad nemen.

Toen ze eenmaal onder de dekens lag, kreeg ze het beeld van de dode piraat niet uit haar hoofd. Het bloed was inmiddels opgeruimd door een paar beschermers. Maar de herinnering was er nog, en dat maakte het bijna ondraagbaar. Na veel woelen viel ze eindelijk in een onrustige slaap.

De Geheimen van NysiaWhere stories live. Discover now